Fysische diagnostiek - ascites

Klinische praktijk
H.G. Schipper
M.H. Godfried
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2001;145:260-4
Abstract

Samenvatting

- Met een goede anamnese en gericht lichamelijk onderzoek kan de diagnose ‘ascites’ zeer waarschijnlijk worden gesteld als de patiënt een ziekte heeft die ascites kan veroorzaken.

- De sleutelvragen zijn die naar een recente toename van het gewicht, van de buikomvang en naar het ontstaan van enkeloedeem.

- Bij een positieve anamnese kan de kans op het bestaan van ascites met een factor 3 à 4 toenemen. Als het lichamelijk onderzoek ook positieve bevindingen oplevert, kan die kans 10 tot 20 maal zo groot worden.

- Van de methoden van lichamelijk onderzoek is het undulatieteken het specifiekst, maar weinig sensitief. Verschuivende demping en uitgezette, bij percussie gedempt klinkende flanken zijn weliswaar minder specifieke, maar wel sensitievere parameters.

- Bij een lage voorafkans, een ontkennend antwoord op de genoemde vragen en negatieve bevindingen bij lichamelijk onderzoek is ascites vrijwel uitgesloten.

- Echografie van de buik, de gouden standaard voor de diagnostiek, is niet strikt noodzakelijk als op grond van de voorafkans, de anamnese en het lichamelijk onderzoek de diagnose zeer waarschijnlijk of vrijwel uitgesloten is. Echografie is wel nodig als er ascites wordt vermoed en een positieve bevinding klinische consequenties heeft.

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, afd. Inwendige Geneeskunde, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

Dr.H.G.Schipper en mw.dr.M.H.Godfried, internisten.

Contact dr.H.G.Schipper (h.g.schipper@amc.uva.nl)

Verbeteringen
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Assen, februari 2001,

Het artikel van Schipper en Godfried (2001:260-4) is voor mij aanleiding een methode van onderzoek uit de oude doos te halen.

Bij een beginnende ascites is een kleine hoeveelheid ascitesvocht in de grote ruimte van de buik fysisch-diagnostisch niet aan te tonen. Niet voordat er 2 of meer liter vrij vocht in de buikholte is, kan dit door klinisch onderzoek worden aangetoond.1

Bij een beginnende ascites neemt de omvang van de buik langzaam toe. Bij vermoeden van ascites, voordat deze met het blote oog waarneembaar is, kon men als hulpmiddel de buikomvang met een centimeter meten, na enige tijd opnieuw meten, en de bevindingen met elkaar vergelijken.

Het meten van de buikomvang moet nauwgezet gedaan worden. Patiënt ligt in rugligging, horizontaal, zonder hoofdkussen en dekens. De vering van het bed moet goed zijn, want anders zakt de patiënt, vooral als deze zwaarlijvig is, te ver naar beneden op de plaats van de nates, en is de meting onbetrouwbaar. In zo'n geval moet de onderlaag verstevigd worden door het leggen van een meerdere malen gevouwen vaste deken onder de nates, of op een andere manier. Dan wordt de buik gemeten met een centimeter, een linnen meetlint, over de navel en langs het meest inspringende gedeelte van de lendenen. Na 5 tot 7 dagen moet deze meting door dezelfde persoon op dezelfde manier herhaald worden. Een toename van de buikomvang met 3 tot 5 cm zal het vermoeden van ascites meer vaste grond geven. De meting moet nauwgezet gedaan worden en zal tijd kosten. Een oprolbaar linnen meetlint van de naaister nam, naast de stethoscoop, de reflexhamer en de dermograaf, niet veel plaats in in de witte jas.

R.H. Mulkens
Literatuur
  1. Buchem FSP van, Enneking JAMJ, Formijne P, Lindeboom GA, Mulder J, Querido A, redacteuren. Nederlands leerboek der interne geneeskunde. Amsterdam: Scheltema en Holkema; 1958.

Amsterdam, maart 2001,

Het meten van de buikomvang met een gewone centimeter verdient zeker aanbeveling, met name ook bij het vervolgen van het effect van de behandeling bij een patiënt met ascites. In hoeverre deze methode ook voor de diagnostiek van ascites een bijdrage kan leveren, weten wij niet. Hierover hebben wij in de literatuur in ieder geval niets teruggevonden.

H.G. Schipper
M.H. Godfried