Nieuwe diagnostische criteria voor vasculaire dementie; mijlpaal of struikelblok?

Opinie
I.H. Kwa
A. Hijdra
W.A. van Gool
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:2412-4

Vasculaire aandoeningen vormen na de ziekte van Alzheimer de meest voorkomende oorzaak van een dementiesyndroom. Bij patiënten met de ziekte van Alzheimer kunnen bovendien behalve de degeneratieve veranderingen ook vasculaire factoren een rol spelen bij het ontstaan van een klinisch manifeste dementie. De vasculaire bijdrage aan dementiesyndromen is dus een belangrijk probleem.1 Het is voor de dagelijkse praktijk van belang de diagnose ‘vasculaire dementie’ (VD) zo vroeg mogelijk te stellen om met de gebruikelijke secundaire preventie tegen cerebrovasculaire ziekten verergering van het klinische beeld te voorkomen. Voor het wetenschappelijk onderzoek is het belangrijk de diagnose secuur te stellen, zodat zo homogeen mogelijke onderzoeksgroepen samengesteld kunnen worden.

Het afgrenzen van VD van dementie door andere aandoeningen is niet gemakkelijk. Tot nu toe werd hiervoor vaak de ischemieschaal van Hachinski gebruikt.12 Met deze schaal worden de verschijnselen van een cerebrovasculaire aandoening en de risicofactoren daarvoor gescoord, maar wordt geen…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, afd. Neurologie, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

I.H.Kwa, assistent-geneeskundige: dr.A.Hijdra en dr.W.A.van Gool, neurologen.

Contact I.H.Kwa

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Alkmaar, januari 1994,

In het artikel van Kwa et al. missen wij een verwijzing naar ‘single photon’-emissie-computertomografie (SPECT) (1993;2412-4). Deze onderzoekmethode toont verwantschap met computertomografie en kernspinresonantie-tomografie. Aan de patiënt wordt een radiofarmacon toegediend en vervolgens wordt van de verdeling in het lichaam een driedimensionale reconstructie vervaardigd. De stof waar het hier om gaat is 99mTc-hexametazine, een lipofiele stof die vlot de bloed-hersenbarrière passeert. De opname in hersenweefsel is direct evenredig met de doorbloeding van dat weefsel. De beelden van SPECT-onderzoek geven in een anatomisch schema functionele informatie over de regionale doorbloeding van hersenweefsel. De ziekte van Alzheimer en de beelden van een vasculaire dementie zijn goed herkenbaar en van elkaar te onderscheiden.1-3

Wij zijn van mening dat dit onderzoek, dat al bijna 10 jaar bestaat, in dit commentaar niet onvermeld had mogen blijven.

R.O. Boer
A. van Dongen
C.J. van Groningen
Literatuur
  1. Habert MO, Spampinato U, Mas JL, et al. A comparative technetium 99m hexamethylpropylene amine oxime SPECT study in different types of dementia. Eur J Nucl Med 1991; 18: 3-11.

  2. Bonte FJ, Tintner R, Weiner MF, Bigio EH, White CL III. Brain blood flow in the dementias: SPECT with histopathologic correlation. Radiology 1993; 186: 361-5.

  3. Oei HY, Blokland JAK, red. Aanbevelingen nucleair geneeskundige diagnostiek. Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Nucleaire Geneeskunde, 1993: 12-5.

Amsterdam, januari 1994,

Terecht stellen Boer et al. dat een diagnostische test waarmee onderscheid gemaakt kan worden tussen de ziekte van Alzheimer (ZvA) en vasculaire dementie (VD) zeer waardevol zou zijn. In tegenstelling tot Boer et al. zijn wij van mening dat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat dit met SPECT op een betrouwbare manier kan gebeuren. Om te beginnen kan SPECT slechts in beperkte mate onderscheid maken tussen normale ouderen en patiënten met ZvA. In de aangehaalde onderzoeken zijn ernstige Alzheimer-patiënten met een controlegroep geselecteerde zeer gezonde personen vergeleken. Methodologisch beter opgezet onderzoek, waarin de resultaten van SPECT-onderzoek bij patiënten met alle graden van ernst van dementie werden vergeleken met die bij een uit een groep ouderen willekeurig gekozen controlegroep, liet bij een gekozen specificiteit van 90% slechts een sensitiviteit van 42% zien.1 Wij vonden in een vergelijkbaar, nog niet gepubliceerd, onderzoek een sensitiviteit van 45% bij een zelfde specificiteit. Deze bevindingen geven aan dat SPECT niet geschikt is als routine-onderzoek bij dementie.

Is SPECT al niet erg waardevol om normale ouderen te onderscheiden van Alzheimer-patiënten, nog groter zijn de problemen bij het differentiëren tussen patiënten met een VD en patiënten met ZvA. De weinige systematische onderzoeken hiernaar bevestigen dat ten aanzien van dit probleem SPECT slechts een gering onderscheidend vermogen heeft.2

Het belangrijkste probleem bij zowel ZvA als VD is uiteraard het ontbreken van een gouden standaard. Er is geen ‘Alzheimer-factor’ die 100% specifiek is voor de ziekte van Alzheimer. Evenmin is het aantonen van een cerebrovasculaire aandoening op een computertomogram of een kernspinresonantie-tomogram bij een demente patiënt een bewijs voor een causale relatie tussen de cerebrovasculaire aandoening en de dementie. Zelfs de pathologisch-anatomische criteria staan ter discussie. Zolang er geen gouden standaard is voor een van beide aandoeningen, zijn (klinische) criteria op basis van consensus de belangrijkste diagnostische instrumenten voor zowel de dagelijkse praktijk als het wetenschappelijk onderzoek. SPECT-onderzoek speelt in deze kwestie slechts een zeer bescheiden rol en is daarom in ons commentaar onvermeld gebleven.

I.H. Kwa
A. Hijdra
W.A. van Gool
Literatuur
  1. Claus JJ, Harskamp FH van, Breteler MMB, et al. The diagnostic value of SPECT with [SUP]99m[/SUP]Tc HM-PAO in Alzheimer's disease: a population-based study. Neurology (ter perse).

  2. Weinstein HC, Haan J, Rooyen lEA van, et al. SPECT in the diagnosis of Alzheimer's disease and multi-infarct dementia. Clin Neurol Neurosurg 1991; 93: 39-43.