Klinische effecten en kosten van verbeterd antibioticabeleid

Klinische praktijk
I.C.J. Gyssens
B.J. Kullberg
J.W.M. van der Meer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:2361-4
Abstract

Samenvatting

- Verbetering van de kwaliteit van patiëntenzorg, het tegengaan van antimicrobiële resistentie, en het besparen van kosten zijn de voornaamste redenen om antibioticabeleid te voeren.

- Overconsumptie van antibiotica en ondeskundig gebruik zijn uitgebreid bestudeerd. Het verband tussen het gebruik van antibiotica in ziekenhuizen en resistentieontwikkeling tegen deze middelen is aangetoond.

- Interventiemethoden voor het antibioticabeleid in ziekenhuizen omvatten onder meer educatieve programma's, infectiologische consulten, formulariumrestrictie, tijdige versmalling van empirische breedspectrumtherapie (‘stroomlijnen’), en automatische beperking van de therapieduur.

- Onlangs werden in een Nederlands academisch ziekenhuis overconsumptie van antibioticagebruik bij profylaxe in de chirurgie en onderbehandeling met antibiotica op interne afdelingen gevonden. Interventies hadden tot gevolg dat de richtlijnen beter werden nageleefd, het antibioticagebruik bij de chirurgische profylaxe daalde en dat kosten werden bespaard. Verbetering in het antibioticabeleid leidde soms ook tot een toename van het gebruik van antimicrobiële middelen in de therapie.

Auteursinformatie

Erasmus Universitair Medisch Centrum, afd. Medische Microbiologie en Infectieziekten, Rotterdam.

Mw.dr.I.C.J.Gyssens, internist-infectioloog.

Academisch Ziekenhuis, afd. Algemene Interne Geneeskunde, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Dr.B.J.Kullberg en prof.dr.J.W.M.van der Meer, internisten-infectiologen.

Contact dr.B.J.Kullberg (b.kullberg@aig.azn.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Amsterdam, december 1999,

Het antibioticabeleid is in grote mate bepalend voor de uitkomst van behandeling van vele patiënten. In het artikel van Gyssens et al. wordt terecht vastgesteld dat er weining evaluatieonderzoek naar antibioticabeleid gedaan wordt (1999:2361-4). Dit onderzoek is namelijk zeer tijdrovend en kostbaar. Bovendien kan dit onderzoek niet in één ziekenhuis worden gedaan, maar het moet een multicentrisch gerandomiseerd prospectief karakter dragen. Daarom is het jammer dat het onderzoek naar de effectiviteit en de kostenaspecten van antibiotica in de traumachirurgie, dat in 14 Nederlandse chirurgische klinieken verricht werd, onvermeld is gebleven.1 2 Dit onderzoek zou navolging moeten hebben en leiden tot het instellen van meer richtlijnen, die niet alleen op empirische/persoonlijke of laboratoriumervaringen gebaseerd zijn. Het structureel ondersteunen van dit type onderzoek is een voorwaarde voor objectiviteit en zal door de overheid, in haar streven naar beperking van medicijnenkosten, ondersteund moeten worden.

Een op ‘evidence-based medicine’ gebaseerd antibioticabeleid zou de patiënt ten goede komen, maar zeker (door minder infecties en door op feiten gebaseerd gebruik van een antibioticum) gezondheidszorgkosten verlagen. Kortom, een verantwoorde investering die zich zonder meer terugbetaalt.

P. Pakta
H. Boxma
Literatuur
  1. Albers BA, Patka P, Haarman HJThM, Kostense PJ. Kosteneffektivität einer Antibiotikaprophylaxe bei Senkung des Infektionsrisikos um 0.25%. Unfallchirurg 1994;97:625-8.

  2. Boxma H, Broekhuizen T, Patka P, Oosting H. Randomised controlled trial of single-dose antibiotic prophylaxis in surgical treatment of closed fractures: the Dutch Trauma Trial. Lancet 1996; 347:1133-7.

Nijmegen, januari 2000,

Collegae Patka en Boxma wijzen op hun trial naar de keus van ceftriaxon voor de profylaxe in traumachirurgie. Dergelijke onderzoeken, hoe fraai ook, betreffen de effectiviteit van één enkel middel, en niet de evaluatie en kwaliteit van het beleid, hetgeen het onderwerp van ons overzicht was. Of de toepassing van ceftriaxon in de profylaxe (en de implementatie van een dergelijk beleid in de praktijk) optimaal is binnen het gehele antibioticabeleid, zou nu juist een mooi onderwerp van evaluatieonderzoek zijn.

I.C. Gyssens
B.J. Kullberg