Cervixuitstrijkjes afgenomen door doktersassistentes van mindere kwaliteit dan uitstrijkjes afgenomen door huisartsen, maar bijna even goed als het landelijk gemiddelde

Onderzoek
M.H. Voordijk-van der Ben
F. Buntinx
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144:74-7
Abstract

Samenvatting

Doel

Vergelijken van de kwaliteit van cervixuitstrijkjes afgenomen door doktersassistentes met die van uitstrijkjes afgenomen door de huisartsen van dezelfde praktijken.

Opzet

Retrospectief.

Methoden

Gegevens werden verzameld over de 1672 uitstrijkjes die in het kader van het bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker waren afgenomen en waren geregistreerd in 13 huisartspraktijken in Limburg gedurende het jaar 1997. De uitslagen van uitstrijkjes gemaakt door doktersassistentes werden vergeleken met die gemaakt door huisartsen op de kwaliteitsindicatoren ‘aanwezigheid van endocervicale cellen’ en ‘afwezigheid van Pap-0’.

Resultaten

In 481 uitstrijkjes afgenomen door 17 doktersassistentes ontbraken endocervicale cellen bij 12,3. Dit is meer dan in 1191 uitstrijkjes afgenomen door 22 huisartsen (7,2); relatief risico: 1,70 (95-betrouwbaarheidsinterval: 1,23-2,70). Gelijkaardige, maar niet statistisch significante verschillen werden gevonden voor Pap-0-uitslagen en pathologische uitslagen. De doktersassistentes hadden veelal 1-2 jaar ervaring. Het percentage uitslagen zonder endocervicale cellen van de uitstrijkjes gemaakt door doktersassistentes was behoorlijk in vergelijking met het gemiddelde van 10 voor heel Nederland.

Conclusie

De cervixuitstrijkjes verricht door doktersassistentes waren van mindere kwaliteit dan de uitstrijkjes verricht door de huisartsen, maar de kwaliteit was bijna even goed als het landelijk gemiddelde.

Auteursinformatie

Universiteit Maastricht, vakgroep Huisartsgeneeskunde, Postbus 616, 6200 MD Maastricht.

Mw.M.H.Voordijk-van der Ben, huisarts in opleiding; dr.F.Buntinx, huisarts.

Contact dr.F.Buntinx

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

A.
van Rijswijk

Hoogvliet, januari 2000,

Gaarne wil ik reageren op met name de titel van het artikel van Voordijk-van der Ben en Buntinx (2000:74-7). Deze titel mag dan tevens de conclusie zijn van het onderzoek in Limburg, toch voel ik mij als, praktijkassistente werkzaam in Zuid-Holland enigszins aangesproken.

Na hiervoor een cursus gevolgd te hebben, verricht ik (sinds maart 1999 zelfstandig) de cervixuitstrijkjes in de praktijk waar ik werkzaam ben met goed beoordeelbare uitslagen.

Ik zou het betreuren als, door de conclusie van dit onderzoek, andere praktijkassistenten gedemotiveerd zouden raken om deze taak te gaan uitvoeren. Mijn ervaring is namelijk dat veel vrouwen het op prijs stellen als zij kunnen kiezen wie het uitstrijkje verricht.

A. van Rijswijk
M.H.
Voordijk-van der Ben

Weert, januari 2000,

Wij begrijpen uit uw reactie op ons artikel dat u verontrust bent dat andere praktijkassistenten gedemotiveerd zouden kunnen raken om uitstrijkjes te maken naar aanleiding van onze conclusie. Graag benadrukken wij dat wij door ons onderzoek juist aangenaam verrast waren over de kwaliteit van de uitstrijkjes, gemaakt door de doktersassistenten. Als men in aanmerking neemt dat de assistenten uit onze onderzoeksgroep maximaal 2 jaar ervaring hadden, is een percentage van 12,3 voor de endocervicaal negatieve uitstrijkjes een uitstekend resultaat. Alleen doen de huisartsen in ons onderzoek het, vergeleken met een landelijk gemiddelde van 10%, opvallend goed (endocervicaal negatieve uitstrijkjes 7,2%). Deze huisartsen hadden echter al een jarenlange ervaring met het maken van uitstrijkjes. Ook al zijn de resultaten in ons onderzoek voor de assistenten iets minder gunstig dan voor de huisartsen, toch blijft staan dat de kwaliteit van de uitstrijkjes gemaakt door de assistenten voldoende is. Wij hopen dan ook met u dat nog vele assistenten juist gemotiveerd zullen worden om deze taak te gaan uitvoeren.

M.H. Voordijk-van der Ben
F. Buntinx