Angina pectoris en myocardinfarct bij zuigelingen

Klinische praktijk
M.J. Jager
R.B. Tanke
G.L. Kaan
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:2537-40

Dames en Heren,

Bij zuigelingen die veel huilen, gaat het meestal om koliekachtige aanvallen zonder verdere pathologische afwijkingen.1 Pijn op de borst en myocardinfarcering zijn zeer ongewoon op de kinderleeftijd. Mogelijke oorzaken ervan zijn: congenitale hartafwijkingen, verworven aandoeningen van myocard, pericard of coronairvaten en aritmieën. Onder de congenitale hartafwijkingen die kunnen leiden tot angina pectoris en zelfs tot myocardinfarcering vallen belemmeringen van de linker-ventrikeluitstroom (hypertrofische cardiomyopathie, (sub)valvulaire aortastenose), mitralisklepprolaps (pijn ten gevolge van papillairspier- of endocardischemie door linker-ventrikelfalen) en aberrant ontspringende of verlopende coronaria. Laatstgenoemde aandoening kan zich vroeg op de zuigelingenleeftijd presenteren met een dramatisch beeld van hartfalen en shock, maar ook pas op latere leeftijd.

Dat symptomen aspecifiek zijn en diagnostiek lastig is, waardoor men zich gemakkelijk op het verkeerde been laat zetten, willen wij u demonstreren aan de hand van drie zuigelingen die wij zagen op onze polikliniek met ontroostbaar huilen gebonden aan inspanning.

Patiënt A…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Kinderhartcentrum, Nijmegen.

Mw.M.J.Jager, assistent-geneeskundige (thans: kinderarts, Carolus-Liduina Ziekenhuis, afd. Kindergeneeskunde, Postbus 1101, 5200 BD 's-Hertogenbosch); R.B.Tanke, kindercardioloog; G.L.Kaan, cardiopulmonaal chirurg.

Contact mw.M.J.Jager

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Rotterdam, januari 1996,

Graag maken wij van de gelegenheid gebruik om een aanvulling te geven op de recente klinische les van Jager et al. (1995;2537-40). De auteurs spreken steeds van coronairarteriën die uit de aorta of de A. pulmonalis ontspringen. Hoewel zij de diverse beelden op verschillende leeftijden van de linker coronairarterie in relatie tot de A. pulmonalis ter sprake brengen, hebben zij geen gebruikgemaakt van de beschrijving van dezelfde problematiek bij een jonge vrouw in dit Tijdschrift door Provenier en Jordaens,1 noch van onze reactie daarop.2 Hierin wijzen wij erop dat inmiddels is aangetoond dat de coronairarteriën ingroeien in de grote vaten,34 normaal gesproken de aorta, bij uitzondering de A. pulmonalis. De relatie van de abnormale coronairarterie met de A. pulmonalis wordt dan ook beter beschreven door ‘naar’ dan door ‘uit’. Deze informatie is inmiddels ook in tekstboeken doorgedrongen.5

A.J.J.C. Bogers
R.E. Poelmann
A.C. Gittenberger-de Groot
Literatuur
  1. Provenier F, Jordaens L. Aberrante oorsprong van de linker coronairarterie uit de A. pulmonalis als oorzaak van ventrikelfibrillatie bij een jonge vrouw. [LITREF JAARGANG="1993" PAGINA="138-41"]Ned Tijdschr Geneeskd 1993;137:138-41.[/LITREF]

  2. Bogers AJJC, Poelmann RE, Gittenberger-de Groot AC. Aberrante oorsprong van de linker coronairarterie uit de A. pulmonalis als oorzaak van ventrikelfibrillatie bij een jonge vrouw [ingezonden]. [LITREF JAARGANG="1993" PAGINA="783"]Ned Tijdschr Geneeskd 1993;137:783.[/LITREF]

  3. Bogers AJJC, Gittenberger-de Groot AC, Poelmann RE, Péault BM, Huysmans HA. Development of the origin of the coronary arteries, a matter of ingrowth or outgrowth? Anat Embryol (Berl) 1989;180:437-41.

  4. Poelmann RE, Gittenberger-de Groot AC, Mentink MMT, Bökenkamp R, Hogers B. Development of the cardiac coronary vascular endothelium, studied with antiendothelial antibodies, in chickenquail chimeras. Circ Res 1993;73:559-68.

  5. Kirklin JW, Barratt-Boyes BG. Cardiac surgery. 2nd ed. New York: Churchill Livingstone, 1993:1177-88.

s-Hertogenbosch, februari 1996,

Wij danken collegae Bogers et al. voor hun waardevolle aanvulling op ons artikel. Het lijkt ons juist in het vervolg te spreken van abnormale ingroei van de linker coronairarterie in de A. pulmonalis, waarbij het angiografisch echter lijkt alsof de linker coronairarterie ontspringt vanuit de A. pulmonalis.

M.J. Jager
R.B. Tanke
G.L. Kaan