Toediening van vitamine K aan pasgeborenen en zuigelingen

Onderzoek
J. Uitentuis
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:1642-6
Abstract

Samenvatting

Naar aanleiding van het uitbrengen van een gezamenlijk advies met betrekking tot de toediening van vitamine K aan zuigelingen door de studiegroep Zuigelingenvoeding van de Nationale Kruisvereniging en het Voorlichtingsbureau voor de Voeding, en de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde, wordt een overzicht gegeven van literatuurgegevens over de hemorragische ziekte van de pasgeborene, vitamine K-deficiëntie bij zuigelingen en vitamine K-profylaxe. De overwegingen die hebben geleid tot het advies, dat een herinvoering van een algemene vitamine K-profylaxe behelst bij de geboorte en voor bepaalde groepen zuigelingen een onderhoudsdosering vitamine K gedurende de eerste levensmaanden, worden besproken. Het advies zelf wordt in een tabel weergegeven.

Auteursinformatie

J.Uitentuis, kinderarts, it Roer 2, 9001 MB Grouw.

Verantwoording

Namens de studiegroep Zuigelingenvoeding van de Nationale Kruisvereniging en het Voorlichtingsbureau voor de Voeding, 's-Gravenhage, en de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde, Utrecht.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

A.L.J.M.
Pietersma-de Bruyn

Amsterdam, september 1990,

In het artikel van Uitentuis worden adviezen vermeld betreffende profylactische toediening van vitamine K1 aan pasgeborenen en zuigelingen (1990;1642-6). De uitvoering van deze adviezen zal voor het merendeel onder verantwoordelijkheid van verloskundigen, huisartsen en gynaecologen dienen te geschieden. Het is onzes inziens dan ook onjuist, dat een zo verstrekkend advies wordt gegeven zonder de betrokken beroepsgroepen vooraf te raadplegen. Dit klemt te meer, aangezien wij het advies voor een algemene vitamine K1-profylaxe om de navolgende redenen aanvechtbaar achten:

– De bewijsvoering, dat een te laag vitamine K1-gehalte in de voeding de oorzaak is voor het ontstaan van hemorragische ziekte van pasgeborenen (HDN) en de late vorm van hemorragische ziekte van pasgeborenen (LHDN) bij overigens gezonde kinderen die borstvoeding krijgen is tot op vandaag ontoereikend.1

– Dat algemene profylaxe met vitamine K1 effectief is voor de preventie van HDN en LHDN is evenmin ooit aangetoond. Uitentuis erkent dan ook, dat men zich slechts baseert op indrukken.

– Het staat geenszins vast, dat de vitamine K1-profylaxe, zoals door Uitentuis verdedigd, in het algemeen correct zal worden toegepast, gelet op de complexe structuur en het feit dat pasgeborenen nogal eens van de soort voeding veranderen.

De meest zwaarwegende bezwaren hebben wij echter tegen de veronderstelling dat van de geadviseerde vitamine K1-doseringen geen schadelijke bijwerkingen zijn te verwachten. De natuur heeft wellicht niet voor niets gekozen voor een lage dosering van vitamine K1 aan de pasgeborene door een hoge placentabarrière23 en een relatief lage concentratie in de moedermelk (gemiddeld 2,3 ng vitamine K1/ ml).14 Alleen al door het toepassen van de huidige gangbare (kunstmatig met vitamine K1 verrijkte) flesvoeding krijgt de pasgeborene een 25-50 maal zo hoge dosis vitamine K1 toegediend. Desalniettemin adviseert men, ook in geval van flesvoeding, een extra eenmalige dosis van 1 mg vitamine K1 (dit is 1000 maal de natuurlijke dagdosis). Bij gezonde kinderen die borstvoeding krijgen herhaalt men deze piekdoseringen wekelijks gedurende 3 maanden. Met name bij pasgeborenen met leverfunctiestoornissen kan dit leiden tot extreem hoge serumvitamine K1-concentraties. Naar onze mening zijn de nadelige effecten hiervan nimmer goed onderzocht. Bij dierproeven is reeds vastgesteld, dat bij hoge vitamine K1-concentraties mutagene effecten van benzopyreen in leverweefsel kunnen optreden.5

Alvorens een verstrekkend advies uit te brengen voor een algemene vitamine K1-profylaxe voor alle pasgeborenen, dient men zich gesteund te weten door de resultaten van meer gefundeerd wetenschappelijk onderzoek, zowel ten aanzien van de voordelen als de nadelen.

A.L.J.M. Pietersma-de Bruyn
J.C. Kuijpers
M. Peters
Literatuur
  1. Pietersma-de Bruyn ALJM. Vitamin K[SUB]1[/SUB] in the newborn. Leiden, 1990. Proefschrift.

  2. Shearer MJ, Barkhan P, Rahim S, Stimmler L. Plasma vitamin K[SUB]1[/SUB] in mothers and their newborn babies. Lancet 1982; ii: 460-3.

  3. Hamulyák K, Boer-van de Berg MAG, Thijssen HHW, Hemker HC, Vermeer C. The placental transport of [3H] vitamin K[SUB]1[/SUB] in rats. Br J Haematol 1987; 65: 335-8.

  4. Lammi-Keefe CJ, Jansen RG. Fat-soluble vitamins in human milk. Nutr Rev 1984; 42: 365-71.

  5. Israëls LG, Ollmann DJ, Israëls ED. Vitamin K[SUB]1[/SUB] as a modulator of benzo(a)pyrene metabolism as measured by in vitro metabolite formation and in vivo DNA-adduct formation. Int J Biochem 1985; 17: 1263-6.

Grouw, oktober 1990,

Pietersma-de Bruyn, Kuijpers en Peters vinden het onjuist dat de adviezen betreffende de profylactische toediening van vitamine K1 aan pasgeborenen en zuigelingen zijn uitgebracht zonder dat vooraf beroepsgroepen, verantwoordelijk voor de uitvoering, geraadpleegd werden. Zij voeren verder enkele argumenten aan op grond waarvan zij de adviezen aanvechtbaar achten.

De studiegroep Zuigelingenvoeding van de Nationale Kruisvereniging en het Voorlichtingsbureau voor de Voeding en de ad hoc werkgroep Vitamine K-toediening van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde hebben zich niet ten doel gesteld een consensus te bereiken onder alle beroepsgroepen, betrokken bij de uitvoering van de adviezen. Wel hebben de opstellers van de adviezen oog gehad voor de meningsverschillen over de vitamine K-profylaxe binnen de verschillende beroepsgroepen en is de uitvoerbaarheid van de adviezen een punt van overweging geweest.

De opstellers van het advies hebben zich niet gewaagd aan speculaties over wat de bedoeling van de natuur kan zijn geweest met de lage dosering van vitamine K aan de pasgeborene. Een soortgelijke discussie met betrekking tot de profylaxe van rachitis en cariës is tot nu toe weinig vruchtbaar gebleken.

Vitamine K is decennia lang gegeven in doseringen ver boven de fysiologische behoefte zonder dat daarvan schadelijke neveneffecten beschreven zijn anders dan sporadische gevallen van hyperbilirubinemie en hemolyse bij parenterale toediening van hoge doses. De suggestie dat de geadviseerde vitamine K-profylaxe per os schadelijk zou kunnen zijn, is op grond van alleen een beperkt dierexperimenteel onderzoek niet gewettigd. Ook bij pasgeborenen met leverfunctiestoornissen zijn schadelijke bijwerkingen bij toediening per os zeer onwaarschijnlijk, omdat een verminderde galuitscheiding in de darm de vitamine K-absorptie beperkt.1 Zoals ook door Pietersma-de Bruyn in haar proefschrift aangegeven, blijkt uit de literatuur dat de meeste gevallen van de hemorragische ziekte van de pasgeborene zich voordoen bij zuigelingen die borstvoeding dan wel geen profylaxe kregen, maar dat daarnaast in een deel van de gevallen ook andere factoren een rol kunnen spelen.2

Het is juist dat nader onderzoek naar de rol van de verschillende risicofactoren bij het ontstaan van de hemorragische ziekte van de pasgeborene en de effecten van de vitamine K-profylaxe gewenst is. Dit feit op zichzelf is met de huidige inzichten onvoldoende reden om af te zien van het geven van vitamine K.

J. Uitentuis
Literatuur
  1. Birkbeck JA. Vitamin K prophylaxis in the newborn; a position statement of the Nutrition Committee of the Paediatric Society of New Zealand. NZ Med J 1988; 101: 421-2.

  2. Pietersma-de Bruyn ALJM. Vitamin K[SUB]1[/SUB] in the newborn. Leiden, 1990. Proefschrift.