Het effect van koffie op het serumcholesterolgehalte

Opinie
M. van Dusseldorp
M.B. Katan
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:2325-7
Download PDF

artikel

Koffie is een van de meest geconsumeerde dranken in Nederland: er wordt gemiddeld 4,5 kopje koffie per persoon per dag gedronken. De Nederlanders zijn na de Finnen, Zweden, Denen en Noren de grootste koffiedrinkers ter wereld. Slechts 6 van de volwassenen drinkt geen koffie. Voor het effect van koffie op de gezondheid bestaat dan ook grote belangstelling. Veel mensen beschouwen cafeïne als ongezond; er is dan ook een toenemende consumptie van cafeïnevrije koffie. In de Verenigde Staten heeft cafeïnevrije koffie al een marktaandeel van 20; in Nederland is dit aandeel gestegen van 2 in 1984 naar 8 à 9 in 1989.

Een samenhang tussen de consumptie van koffie en de kans op coronaire hartziekten is voor het eerst gemeld in 1963.1 In daaropvolgende studies werd deze bevinding soms wel en soms niet bevestigd; het feit dat koffiedrinkers meer roken kon in elk geval een aantal van de gevonden verbanden verklaren. In sommige epidemiologische studies bleek het serumcholesterolgehalte significant samen te hangen met consumptie van gewone koffie, maar niet met consumptie van gedecafeïneerde koffie.2 Het aantal mensen dat gedecafeïneerde koffie dronk was echter te klein om betrouwbare uitspraken te kunnen doen. Van Dusseldorp et al. van de Universiteit van Nijmegen hebben in een cross-over-experiment met 45 proefpersonen laten zien dat bij mannen en vrouwen consumptie van 5 koppen gewone filterkoffie per dag gedurende 6 weken geen enkel effect had op het serumcholesterolgehalte in vergelijking met eenzelfde consumptie van gedecafeïneerde koffie.3 Superko et al. meldden zelfs dat gedecafeïneerde koffie hogere LDL-cholesterolniveaus veroorzaakte dan gewone koffie.4 Evaluatie van deze curieuze waarneming is echter pas mogelijk als er een vollediger verslag verschijnt. Overigens lijkt het chronisch effect van cafeïne op de bloeddruk ook zeer gering te zijn.5

Cafeïne lijkt dus niet de oorzaak te zijn van gevonden verbanden tussen koffie en serumcholesterolgehalte. Daarmee is echter de grote discrepantie tussen resultaten van verschillende epidemiologische studies niet verklaard. Zo bleek een aantal studies in de Verenigde Staten, Nederland en Duitsland geen enkel verband te laten zien tussen koffieconsumptie en serumcholesterolgehalte, terwijl bij bewoners van TromsØ in Noord-Noorwegen het serumcholesterolgehalte met 14 toenam van de laagste naar de hoogste koffieconsumptiecategorie.6 De verklaring bleek te liggen in de wijze van koffiezetten. In Scandinavië wordt veelal gekookte koffie gedronken. Deze wordt gemaakt door gemalen koffie met water in een pannetje op te koken en het brouwsel af te gieten zonder filtreren. Experimentele studies uit Noorwegen en Finland hebben nu laten zien dat verschillen in zetmethoden bepalend zijn voor het effect van koffie op het cholesterolgehalte: het drinken van 8 koppen gekookte koffie per dag verhoogde het serumcholesterolgehalte met 10 ten opzichte van filterkoffie.7 De stijging in het serumcholesterolgehalte werd veroorzaakt door een toename van het atherogene LDL-cholesterol, terwijl de hoeveelheid HDL-cholesterol gelijk bleef. Verder bleek uit sommige studies dat consumptie van gekookte koffie hogere gehalten aan serumtriglyceriden oplevert.

Niet alleen koffie die op de hiervoor beschreven manier gekookt is, verhoogt het cholesterolgehalte. Bak en Grobbee van de Erasmus Universiteit Rotterdam lieten proefpersonen koffie zetten door gekookt water te gieten op gemalen koffie in een thermoskan; na 10 minuten werd het koffiebrouwsel in een kopje uitgeschonken. Bij 33 vrijwilligers die gedurende 9 weken 4-6 kopjes ‘thermoskankoffie’ per dag consumeerden, steeg het serumcholesterolniveau met gemiddeld 0,48 mmoll (10) in vergelijking met een groep die dagelijks 4-6 kopjes gewone filterkoffie dronk.8 Zowel gekookte koffie als koffie gezet volgens de thermoskanmethode verhoogt dus het cholesterolgehalte in vergelijking met filterkoffie. Vervanging van filterkoffie door thee of vruchtesap heeft weinig of geen effect op het serumcholesterolgehalte.89 En, om misverstand te voorkomen: gewone filterkoffie die is opgewarmd door opkoken staat niet gelijk met ‘kookkoffie’ in de zin van dit commentaar.

De vraag is natuurlijk waarom koffie die op de ene manier is gezet het cholesterolgehalte doet stijgen, en koffie die op de andere manier is gezet, niet. De zetmethoden die leiden tot verhoging van het cholesterolgehalte worden o.a. gekenmerkt door afwezigheid van een papieren filter. Indien proefpersonen de koffie die volgens de thermoskanmethode was gezet, door een papieren filter goten alvorens de drank te consumeren, bleef de stijging van het cholesterolgehalte die bij de ‘gekookte’ koffie optrad, achterwege. De factor in koffie die het cholesterolgehalte verhoogt, wordt kennelijk tegengehouden door een papieren filter. Koffie die was gezet volgens de thermoskanmethode bevatte gemiddeld 1,0 g lipidenl, en na filtratie door een papieren filter nog slechts 0,02 gl.9 Het lijkt daarom aannemelijk dat het bestanddeel van koffie dat het cholesterolgehalte doet stijgen, een in vet oplosbare stof is. Inmiddels was deze conclusie ook al getrokken naar aanleiding van een ander experiment, waarbij de stof die de stijging van het cholesterolgehalte veroorzaakte, werd gezocht in de zwevende koffiedrab die in kookkoffie aanwezig zou kunnen zijn. Na centrifugeren bleek kookkoffie inderdaad een neerslag van drab te tonen, maar veel intrigerender was de dunne laag vetachtig materiaal die op de buis met kookkoffie dreef. Door centrifugeren van grote hoeveelheden gekookte koffie werd een vetrijke stof geïsoleerd, welke werd toegediend aan 10 vrijwilligers. Bij deze vrijwilligers bleek na 6 weken het totale serumcholesterolgehalte met gemiddeld 23 gestegen te zijn, het LDL-cholesterolgehalte met 29 en de hoeveelheid triglyceriden met 55. Er was geen effect op het HDLcholesterolgehalte. De vetrijke stof bevatte 1,3 g koffielipiden, waarvan ruim 1 g uit triglyceriden en andere ‘gewone’ (verzeepbare) vetten bestond.10 Aangezien ‘gewone’ voedingsvetten in hoeveelheden van 1 g per dag geen effect hebben op het serumcholesterolgehalte, zal het bestanddeel van koffie dat de stijging van het cholesterolgehalte veroorzaakte, zich waarschijnlijk hebben bevonden in de ca. 130 mg onverzeepbare lipiden die de proefpersonen kregen toegediend. Dit zou betekenen dat wij hier te maken hebben met een stof die het cholesterolniveau zeer krachtig doet stijgen.

Via welk mechanisme dit bestanddeel van koffie het cholesterolgehalte verhoogt, is niet bekend. De stijging van de hoeveelheid triglyceriden na consumptie van gekookte koffie of koffievet doet vermoeden dat er een verhoogde aanmaak of vertraagde klaring van VLDL-deeltjes plaatsvindt, met als gevolg daarvan een toename van het LDL-cholesterol. Het effect van koffie op het cholesterolniveau bereikte pas een plateau na 4 weken,9 hetgeen een uitzonderlijk lange periode is vergeleken met de duur van effecten van ‘gewone’ voedingsvetten op het cholesterolgehalte; die zijn al na 10-14 dagen gestabiliseerd. Deze waarneming moet implicaties hebben voor het begrip van het mechanisme.

Het gebruik van een papieren filter bij het koffiezetten voorkomt dus de stijging van het serumcholesterolgehalte die door koffieconsumptie kan optreden. De invloed van de temperatuur van het water dat gebruikt wordt bij het koffiezetten, en van de tijd gedurende welke de gemalen koffie in contact is met het hete water, is nog onduidelijk. We weten daarom niet of de factor die een stijging van het cholesterolgehalte veroorzaakt aanwezig is in koffie die gezet wordt zonder gebruik van een papieren filter maar bij een lagere temperatuur (bijvoorbeeld cafetière), of met een zeer korte tijd van contact tussen gemalen koffie en heet water (bijvoorbeeld espressokoffie). In elk geval werden in Italië, waar espresso van oudsher populair is, bij de bevolking geen hoge cholesterolniveaus gevonden; wèl bij bewoners van Noorwegen en Finland, waar vanouds gekookte koffie wordt gedronken. Naar effecten van oploskoffie is niet veel onderzoek gedaan, maar de gegevens die er zijn, laten geen effecten zien op het serumcholesterolgehalte.

Aan patiënten met hypercholesterolemie dient het gebruik van ‘boerenkoffie’, zoals gekookte koffie in Nederland wel wordt genoemd, te worden ontraden, maar er bestaat op dit moment geen aanleiding tot het geven van andere voorschriften met betrekking tot de wijze van koffiezetten. Ook cafeïnevrije koffie is niet beter of slechter wat de invloed op het serumcholesterolgehalte aangaat dan gewone koffie. Kortom, er zijn wat betreft het effect op het serumcholesterolgehalte geen redenen waarom we patiënten of onszelf een (gefilterd) bakje troost zouden onthouden.

Literatuur
  1. Paul O, Lepper MH, Phelan WH, et al. A longitudinal studyof coronary heart disease. Circulation 1963; 28: 20-31.

  2. Haffner SM, Knapp JA, Stern MP, Hazuda HP, Rosenthal M,Franco LJ. Coffee consumption, diet, and lipids. Am J Epidemiol 1985; 122:1-12.

  3. Dusseldorp M van, Katan MB, Demacker PNM. Effect ofdecaffeinated versus regular coffee on serum lipoproteins. A 12-weekdouble-blind trial. Am J Epidemiol 1990; 132: 33-40.

  4. Superko HR, Bortz WM, Albers JJ, et al. Lipoprotein andapolipoprotein changes during a controlled trial of caffeinated anddecaffeinated coffee drinking in men. Circulation 1989; 80: 1186.

  5. Dusseldorp M van, Smits P, Thien Th, Katan MB. Effect ofdecaffeinated versus regular coffee on blood pressure. A 12-week,double-blind trial. Hypertension 1989; 14: 563-9.

  6. Thelle DS, Arnesen E, FØrde OH. The TromsØheart study. Does coffee raise serum cholesterol? N Engl J Med 1983; 308:1454-7.

  7. Aro A, Tuomilehto J, Kostiainen E, Uusitalo U, Pietinen P.Boiled coffee increases serum low density lipoprotein concentration.Metabolism 1987; 36: 1027-30.

  8. Bak AAA, Grobbee DE. The effect on serum cholesterollevels of coffee brewed by filtering or boiling. N Engl J Med 1989; 321:1432-7.

  9. Dusseldorp M van, Katan MB, Demacker PNM, Stalenhoef AFH.The cholesterol-raising factor from boiled coffee does not pass a paperfilter. Arteriosclerosis 1990; 10: 875A.

  10. Zock PL, Katan MB, Merkus MP, Dusseldorp M van, HarryvanJL. Effect of a lipid-rich fraction from boiled coffee on serum cholesterol.Lancet 1990; 335: 1235-7.

Auteursinformatie

Sint-Radboudziekenhuis, Kliniek voor Inwendige Ziekten, afd. Voedingsleer van de Mens, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Contact Mw.ir.M.van Dusseldorp, voedingskundige; prof.dr.M.B.Katan, biochemicus

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Utrecht, januari 1991,

Ongeveer gelijktijdig met het verschijnen van het artikel van Van Dusseldorp en Katan (1990;2325-7) ontving ik Dayton Medicine. Dit tijdschrift behoort niet tot de gebruikelijke leesstof in Nederland, en dat is jammer, want vaak bevat het artikelen die onze zin voor realiteit en relativiteit wellicht zouden kunnen bevorderen. Ik wijs in dit verband op de ‘Editor's note’ van dr.Sylvan Lee Weinberg.1 Deze refereert aan de donderdagochtendkranten in de V.S., waarin wekelijks de laatst gepubliceerde studie over een de gezondheid bedreigende stof of gewoonte in de New England Journal of Medicine wordt besproken. Zoals ‘Latex paint may cause mercury poisoning’ of ‘Coffee harmless, study finds – as long as it's not decaf’. Dit laatste slaat dan op coronaire hartziekten. Weinberg legt ons uit hoe triviaal de vraagstellingen van deze studies vaak zijn, hoe weinig relevant deze vorm van research is voor de gezondheid van de individuele burger, hoe weinig representatief voor de gezondheidstoestand van de bevolking als geheel en in feite hoe weinig dit soort studies met wetenschap in het algemeen en met geneeskunde in het bijzonder heeft te maken. Van Dusseldorp en Katan, maar ook anderen die menen met dergelijke studies een bijdrage tot de preventie van coronaria-aandoeningen te leveren, zouden er goed aan doen het artikel van Weinberg nauwkeurig te lezen. Desgevraagd stuur ik het belangstellenden graag toe.

De conclusie van dit artikel luidt: ‘The problem lies not entirely with the inherent limitations of epidemiological research. It lies with premature and uncritical reporting to a public obsessed with the idea that life should be risk free and that modern medicine can define and protect against every possible hazard’.

Ten slotte: hoe moet het nu verder met onze landbouwers? Naast de problemen van het mestoverschot (zou dat cholesterolverhogend werken?) mag er nu bovendien geen boerenkoffie meer gedronken worden. Zo is een mens nooit zonder zorgen.

F.L. Meijler
Literatuur
  1. Weinberg SL. At risk at breakfast on Thursday morning. Dayton Medicine 1990; 46: 237-9.

M.
van Dusseldorp

Nijmegen, januari 1991,

Jammer genoeg is het inderdaad zo dat het publiek via de media wordt overspoeld met vaak onjuiste, en onnodig verontrustende of verwarrende berichtgeving omtrent voeding. De consument kan hierdoor het gevoel krijgen dat alles wat men eet slecht is, en het er dus toch niet toe doet wat men eet. Met Meijler achten wij dit een betreurenswaardige ontwikkeling. In tegenstelling tot Meijler zijn wij echter van mening dat zorgvuldig gecontroleerde onderzoeken naar het effect van voeding op cholesterolgehalte en bloeddruk 1-4 wel degelijk een bijdrage kunnen leveren tot de preventie van het coronarialijden. De gerapporteerde studies over koffie geven aan dat dergelijk onderzoek ook kan leiden tot zeer geruststellende conclusies voor de consument, en lang niet altijd iets aan het rijtje van ‘verboden’ voedings- en genotmiddelen toevoegt.

Voorts achten wij studies zoals die van Grobbee et al. over koffie en coronaire hartziekten – want dat is de koffiestudie waar briefschrijver op duidde – bepaald niet triviaal, en wel degelijk relevant voor de gezondheid van de individuele burger.5 Zonder dit soort epidemiologische studies hadden we bijvoorbeeld nooit geweten dat roken longkanker en coronaire hartziekten veroorzaakt.

Wijzelf proberen onderzoeksresultaten op een serieuze en goede manier openbaar te maken, o.a. door te wachten met berichtgeving totdat de resultaten officieel zijn gepubliceerd, en door zorgvuldigheid te betrachten bij het redigeren van persberichten, populaire artikelen en interviews. Op het meeste van wat over onze en andere voedingsstudies de pers bereikt hebben de onderzoekers echter geen enkele invloed, en ook de berichtgeving over voeding en gezondheid door de consumentenorganisaties is vaak weinig genuanceerd. Maar is dat een reden het onderzoek te veroordelen?

Tenslotte: in Nederland wordt geen boerenkoffie meer gedronken, ook niet door de boeren zelf.

M. van Dusseldorp
M.B. Katan
Literatuur
  1. Dusseldorp M van, Smits P, Thien Th, Katan MB. Effects of decaffeinated versus regular coffee on blood pressure: a 12-week double blind trial. Hypertension 1989; 14: 563-9.

  2. Dusseldorp M van, Katan MB, Demacker PNM. Effect of decaffeinated versus regular coffee on serum lipoproteins: a 12-week double blind trial. Am J Epidemiol 1990; 132: 33-40.

  3. Dusseldorp M van, Katan MB. Headache caused by caffeine withdrawal among moderate coffee drinkers switched from ordinary to decaffeinated coffee: a 12 week double blind trial. Br Med J 1990; 300: 1558-9.

  4. Dusseldorp M van, Katan MB, Vliet T van, Demacker PNM, Stalenhoef AFH. The cholesterol-raising factor from boiled coffee does not pass a paper filter. Arteriosclerosis 1991 (ter perse).

  5. Grobbee DE, Rimm EB, Giovannucci E, Colditz G, Stampfer M, Willett W. Coffee, caffeine, and cardiovascular disease in men. N Engl J Med 1990; 323: 1026-32.