artikel
Een belangrijk, zij het niet het enige communicatiemiddel tussen huisarts en specialist is de ontslagbrief; tot dusver meer onderwerp van gesprek dan van onderzoek en veelal voor verbetering vatbaar. De discussies rondom dit document hebben ons ertoe gebracht onze gedachten over dit onderwerp aan het papier toe te vertrouwen, met de verwachting een gedachtenwisseling op gang te brengen.
Onder de ontslagbrief verstaan wij een bericht van een specialist aan een huisarts of andere specialist over een patiënt, die uit de klinische behandeling ontslagen wordt, dan wel naar een andere afdeling of ander ziekenhuis wordt overgeplaatst. Het bericht na overlijden of poliklinisch onderzoek blijft hier buiten beschouwing.
Functies
Formeel dient de ontslagbrief beschouwd te worden als een formulier, waarmee de medische verantwoordelijkheid voor de patiënt wordt overgedragen, hetgeen betekent dat de inhoud de daarvoor noodzakelijke gegevens dient te bevatten. In de praktijk vervult de ontslagbrief meer functies, en is hij ook een gedachtensamenvatting en nabeschouwing ten dienste van het vaak nog niet afgeronde denkproces van de specialist, voorts een samenvatting ten behoeve van poliklinische specialistische controle, overplaatsing, heropneming of nieuwe opneming in een ander ziekenhuis en tenslotte een nuttig document, zij het vaak met restricties, bij beoordeling van arbeidsgeschiktheid en rijvaardigheid, en voor verzekeringsdoeleinden. Deze uiteenlopende oogmerken zijn er de oorzaak van dat de ontslagbrief doorgaans niet voor al deze functies voldoende bruikbaar is. De oorspronkelijke functie – een medisch verslag met een uiteenzetting over probleemstelling, diagnostiek, behandeling en ziektebeloop, met inbegrip van adviezen: ‘hoe nu verder’ voor de huisarts – wordt verontreinigd door de overige neven-oogmerken.
Vereisten
Voor de gegevens die minimaal in een ontslagbrief aan de orde moeten komen, verwijzen wij naar de tabel, die ten dele ontleend is aan een artikel van Meyboom en Casparie.1 Wij stellen ons voor dat de optimale ontslagbrief als kern een goed lopend, leesbaar en vooral een kort klinisch stuk is zonder technisch jargon en ongebruikelijke afkortingen. Alle laboratoriumgegevens en uitslagen van ander onderzoek (radiodiagnostiek, echografie, isotopenonderzoek, etc.) kunnen apart bijgevoegd worden. Hierbij kan waar mogelijk gebruik worden gemaakt van een afdruk van de in de computer opgeslagen gegevens. Bij het schrijven van de brief geve men zich er rekenschap van, dat hetgeen men wil meedelen, door de ontvanger ook begrepen moet kunnen worden.
Er is een sterke neiging tot standaardisering en normering van de ontslagbrief, waarbij in sommige gevallen de schrijver binnen de beperkte mogelijkheden van het puntsgewijs invullen van een formulier gekooid wordt. Wij menen dat de daarmee opgedrongen starheid het vermogen tot denken, formuleren en schrijven (bij de jonge generatie al ernstig beschadigd door het keurslijf van de multiple choice) ernstig aantast.
Het voorlopige ontslagbericht
Het voorlopige ontslagbericht is het kind van plicht en tijdnood. Het bestaansrecht wordt voorts verdedigd met het argument dat de eigenlijke ontslagbrief moet wachten op nog niet ontvangen uitslagen. In de praktijk is het voorlopige bericht dikwijls een excuus voor een niet zelden weken te laat komende ontslagbrief. Aangezien wij de ontslagbrief beschouwen als een overdracht van medische verantwoordelijkheid en deze functie nooit vervuld kan worden door het beknopte voorlopige bericht, zouden wij dit laatste in beginsel willen afschaffen en het gebruik ervan willen beperken tot uitzonderingsgevallen. Idealiter wordt de ontslagbrief dus verzonden op de dag van het ontslag van de patiënt.
Een tussenweg om de continuïteit van de zorg na ontslag uit het ziekenhuis te waarborgen is aangegeven door Veldhuis en Boorsma.2 De huisarts stuurt de patiënt die in het ziekenhuis is opgenomen, een door de patiënt in te vullen vragenlijst, die ten tijde van het ontslag aan de huisarts wordt teruggezonden (figuur). Op deze manier krijgt de huisarts snel gegevens binnen over ontslagdatum, behoefte aan verzorging, medicijngebruik, dieet, etc. Zo'n vragenlijst zou ook benut kunnen worden door wijkverpleegkundige, fysiotherapeut of diëtiste, al hebben wij de indruk dat zodanige informatie als regel door de verpleegkundigen en paramedici in het ziekenhuis aan hun extramuraal werkende collegae snel wordt verzonden.
Wij zijn ons ervan bewust dat de inhoud van de ontslagbrief varieert naar gelang van het specialisme. Ofschoon voor iedere specialist de bovenstaande beginselen gelden, zullen ze naar de aard van de specialist en het specialisme ingevuld moeten worden.
(Geen onderwerp)
Purmerend, januari 1989,
Gaarne wil ik reageren op het artikel ‘De ontslagbrief’ van de collegae J.A.H.van Beusekom en J.Geerling (1988;2315-6). In desbetreffend artikel wordt een advies ten aanzien van werkhervatting wenselijk geacht. Hierbij zou ik enige kanttekeningen willen maken.
De beoordeling van arbeidsongeschiktheid is in Nederland toebedeeld aan verzekeringsgeneeskundigen. Zij zijn in staat om na weging van alle factoren een zo goed mogelijk gefundeerde uitspraak over de arbeidsgeschiktheid te doen. Dit betekent geenszins dat ik hier nu wil bepleiten dat de specialist in zijn ontslagbrief niets zou moeten zeggen over de implicaties van een aandoening op het arbeidsvermogen van een patiënt. Door de verzekeringsgeneeskunde zal een systematische, actieve betrokkenheid en het meedenken van de specialisten over de consequenties van aandoeningen voor het prestatievermogen van een patiënt in de vorm van een routinematige mededeling hierover in de ontslagbrief toegejuicht worden. Van belang is echter wel dat de specialist zich daarbij beperkt tot het aangeven van de beperkingen die er op het terrein van diens specialisme bestaan ten aanzien van het prestatievermogen van de patiënt. De verzekeringsgeneeskundige is vervolgens de aangewezen persoon om de aangegeven beperkingen in te passen in het totale beoordelingsproces. Op deze wijze kan een soms onnodige fixering van een patiënt op de uitspraak van een specialist over werkhervatting worden voorkomen.
Meedenken van de specialisten over de belastbaarheid van patiënten graag, maar dan wel binnen de bovenvermelde kaders.
(Geen onderwerp)
Amsterdam, januari 1989,
Wij danken collega Gerritsen voor zijn commentaar op ons artikel. Hij meent dat wij een advies over werkhervatting in de ontslagbrief bepleiten. Dit is onjuist. Wij hebben gesteld dat de ontslagbrief als nevenfunctie mede een samenvatting ter beoordeling van onder andere de arbeidsgeschiktheid kan zijn. Wie uiteindelijk de arbeidsgeschiktheid bepaalt was geen onderwerp van ons betoog. Zelfs een routinematige mededeling over het prestatievermogen hebben wij niet aanbevolen. Dat bij de vaststelling van de arbeidsgeschiktheid de huisarts en ook andere specialisten met inbegrip van de verzekeringsgeneeskundige een stem hebben, onderschrijven wij geheel.