Variatie in diagnostiek en behandeling van benigne prostaathyperpiasie in de urologische praktijk

Onderzoek
H.J. Stoevelaar
C. van de Beek
A.F. Casparie
H.G.T. Nijs
J. Mcdonnell
R.A. Janknegt
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;140:837-42
Abstract

Samenvatting

Doel

Vaststellen en verklaren van praktijkvariatie in de diagnostiek en de behandeling van benigne prostaathyperplasie (BPH).

Opzet

Transversaal onderzoek.

Plaats

Gestratificeerde steekproef van 12 urologische praktijken verspreid over Nederland.

Methode

Van 670 opeenvolgende, nieuw verwezen BPH-patiënten ≥ 50 jaar werden gegevens vastgelegd over mictieklachten, ondervonden hinder en seksueel functioneren (vragenlijst patiënt), diagnostische bevindingen (status), initiële behandelingskeuze en motivatie daarvoor (vragenlijst uroloog). De praktijkvariatie werd aan de hand van kenmerken van patiënt en uroloog integraal geanalyseerd.

Resultaten

Voor de diagnostische verrichtingen werd de grootste variatie (interkwartielafstanden) gevonden voor echografie van de prostaat (19-86), van de nieren (19-68) en van de blaas (42-91) en de kleinste voor rectaal toucher (97-100) en bloed- en urineonderzoek (respectievelijk 88-100 en 86-99).

Voor de belangrijkste therapiekeuzen bedroegen de interkwartielafstanden respectievelijk 24-42 (chirurgie), 32-49 (afwachtend beleid), 5-29 (α-blokkers) en 0-17 (5-α-reductase-remmer). De variatie in diagnostiek hing zowel samen met kenmerken van de uroloog en de werksetting als met die van de patiënt. Met betrekking tot de variatie in de therapiekeuze bleken symptomenbeeld, hinder, seksuele activiteit, piekstroom, hoeveelheid urineresidu, prostaatvolume, comorbiditeit, ervaring van de uroloog en type ziekenhuis de belangrijkste verklarende variabelen.

Conclusie

Er bestaat een aanzienlijke variatie in diagnostiek en therapiekeuze bij BPH. Deze variatie hangt samen met kenmerken zowel van de patiënt als van de uroloog en de werksetting.

Auteursinformatie

Erasmus Universiteit, Instituut Beleid en Management Gezondheidszorg, Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam.

Drs.H.J.Stoevelaar, gezondheidswetenschapper; prof.dr.A.F.Casparie, hoogleraar sociaal-medische wetenschappen; dr.H.G.T.Nijs, arts-epidemioloog; drs.J.McDonnell, statisticus.

Academisch Ziekenhuis, afd. Urologie, Maastricht.

C.van de Beek en prof.dr.R.A.Janknegt, urologen.

Contact drs.H.J.Stoevelaar

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties