Samenvatting van de standaard 'Diabetes mellitus type 2' (eerste herziening) van het Nederlands Huisartsen Genootschap

Klinische praktijk
Tj. Wiersma
R.J. Heine
G.E.H.M. Rutten
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:1688-91
Abstract

Samenvatting

De belangrijkste veranderingen van de eerste herziening van de standaard ‘Diabetes mellitus type 2’ van het Nederlands Huisartsen Genootschap ten opzichte van de eerste uitgave zijn de volgende:

- er is meer nadruk gelegd op de noodzaak tot structurering van de diabeteszorg;

- de afkapwaarden voor het stellen van de diagnose zijn gewijzigd;

- er zijn richtlijnen geformuleerd voor de opsporing van personen met diabetes in hoogrisicogroepen;

- het onderscheid tussen eerste en tweede generatie sulfonylureumderivaten is vervallen;

- in geval van overgewicht (Quetelet-index > 27) is metformine nu de behandeling van eerste keus;

- er zijn facultatieve richtlijnen opgenomen voor de behandeling met insuline;

- er zijn richtlijnen opgenomen voor de behandeling van hypertensie en vetstofwisselingsstoornissen.

Auteursinformatie

Nederlands Huisartsen Genootschap, afd. Standaardenontwikkeling, Postbus 3231, 3502 GE Utrecht.

Dr.Tj.Wiersma, huisarts-filosoof.

Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit, afd. Inwendige Geneeskunde, Amsterdam.

Prof.dr.R.J.Heine, internist.

Rijksuniversiteit Utrecht, Huisartsinstituut, Utrecht.

Prof.dr.G.E.H.M.Rutten, huisarts.

Contact dr.Tj.Wiersma

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Maastricht, september 1999,

Onlangs werd in dit tijdschrift aandacht besteed aan de eerste herziening van de standaard ‘Diabetes mellitus type 2’ van het Nederlands Huisartsen Genootschap: Wiersma et al. gaven een samenvatting (1999:1688-91) en vanuit respectievelijk de interne geneeskunde en vanuit de huisartsgeneeskunde reageerden Erkelens (1999:1686-8) en Van den Bosch (1999:1685-6). Ofschoon beiden enkele kanttekeningen bij de richtlijnen maakten, ondersteunden zij deze in grote lijnen.

Een facet van de behandeling van type-2-diabetes dat in het geheel niet in de richtlijnen genoemd wordt, is lichamelijke activiteit. Een uitgebreid epidemiologisch onderzoek toonde een omgekeerd evenredige verhouding aan tussen de mate van fysieke activiteit en het vóórkomen van type-2-diabetes.1 Uit verschillende andere publicaties van de laatste jaren is eveneens duidelijk gebleken dat lichamelijke activiteit een gunstige invloed heeft op de insulinegevoeligheid, op welbevinden en op risicofactoren voor hart- en vaatziekten.2-5 Daarom is het naar onze mening een omissie dat deze goedkope, maar effectieve maatregel, die wel geadviseerd wordt in bijvoorbeeld de richtlijnen van de American Diabetes Association, niet in de adviezen over de behandeling van type-2-diabetes mellitus is opgenomen.6

H. Kuipers
H.A. Keizer
Literatuur
  1. Helmrich SP, Ragland DR, Leung RW, Paffenbarger jr RS. Physical activity and reduced occurence of non-insulin-dependant diabetes mellitus. N Engl J Med 1991;325:147-52.

  2. Eriksson KF, Lindgärde F. Prevention of type 2 (non-insulin-dependent) diabetes mellitus by diet and physical exercise. The 6-year Malmö feasibility study. Diabetologia 1991;34:891-8.

  3. Ivy JL. Role of exercise training in the prevention and treatment of insulin resistance and non-insulin-dependent diabetes mellitus. Sports Med 1997;24:321-36.

  4. King H, Kriska AM. Prevention of type II diabetes by physical training. Epidemiological considerations and study methods. Diabetes Care 1992;15:1794-9.

  5. Mayer-Davis EJ, D'Agostino jr R, Karter AJ, Haffner SM, Rewers MJ, Saad M, et al. Intensity and amount of physical activity in relation to insulin sensitivity: the Insulin Resistance Atherosclerosis Study. JAMA 1998;279:669-74.

  6. Weir GC, Nathan DM, Singer DE. Standards of care for diabetes. Diabetes Care 1994;17:1514-22.

Utrecht, september 1999,

Uiteraard hebben Kuipers en Keizer gelijk: patiënten met diabetes mellitus type 2 dienen voorgelicht te worden over de vermoedelijk gunstige invloed van lichamelijke activiteit op hun ziekte. In dit tijdschrift is slechts een samenvatting van de standaard gepubliceerd. In de integrale weergave in Huisarts en Wetenschap komt dit aspect wel aan de orde.1 Daar wordt expliciet vermeld dat men pas moet starten met orale medicatie als dieetmaatregelen en stimulering van lichamelijke activiteiten tot onvoldoende daling van de bloedglucosespiegels leiden. Een en ander verklaart tevens waarom onze critici Erkelens en Van den Bosch niet over dit punt zijn gevallen.

Tj. Wiersma
R.J. Heine
G.E.H.M. Rutten
Literatuur
  1. Rutten GEHM, Verhoeven S, Heine RJ, Grauw WJC de, Cromme PVM, Reenders K, et al. NHG-standaard Diabetes mellitus type 2 (eerste herziening). Huisarts Wet 1999;42:67-84.

D.W.
Erkelens

Utrecht, september 1999,

Kuipers en Keizer geven een zeer waardevolle aanvulling op het commentaar betreffende de NHG-standaard. Regelmatige lichamelijke activiteit is voor iedereen aan te raden, zeker voor patiënten met type 2 diabetes mellitus.

Een probleem is dat veel onderzoek over inspanning bij diabetes retrospectief is en gedeeltelijk beïnvloed door de ‘healthy cohort bias’. In een Nederlands onderzoek bleek dat wanneer men een groep patiënten met diabetes mellitus type 2 prospectief een inspanningsprogramma aanbiedt, dit niet leidt tot verbetering van de glucoseregulatie of de insulinegevoeligheid,1 maar wel tot een verbetering van de kwaliteit van leven op korte termijn.2

D.W. Erkelens
Literatuur
  1. Ligtenberg PC, Hoekstra JBL, Bol E, Zonderland ML, Erkelens DW. Effects of physical training on metabolic control in elderly type 2 diabetes mellitus patients. Clin Sci (Colch) 1997;93:127-35.

  2. Ligtenberg PC, Godaert GLR, Hillenaar EF, Hoekstra JBL. Influence of a physical training program on psychological well-being in elderly type 2 diabetes patients. Psychological well-being, physical training, and type 2 diabetes [letter]. Diabetes Care 1998;21:2196-7.