Ruptuur van de intra-aortale ballon tijdens mechanische circulatieondersteuning

Onderzoek
P.M.M.J. Rutten
N.G. Meijne
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:1036-40
Abstract

Samenvatting

Ter mechanische ondersteuning van een insufficiënte hartwerking kan een intra-aortale ballonpompcatheter worden gebruikt. Als complicatie hierbij kan ruptuur van de intra-aortale ballon optreden. In de laatste jaren is een aanzienlijke toename van ballonrupturen geconstateerd.

In de periode van 1 januari 1989 tot en met 30 september 1990 werden in het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam 14 ballonrupturen waargenomen bij 10 patiënten. In dezelfde periode bedroeg het totale aantal patiënten dat behandeld werd met een intra-aortale ballon 101. In de meeste gevallen werd de ballonruptuur duidelijk door het verschijnen van bloed in de verbindingsslang van de balloncatheter. De frequentie van rupturen bij vrouwen was 2 maal zo hoog als bij mannen. Bij geen van de patiënten werd de ruptuur gevolgd door klinische verschijnselen van gasembolie. De meeste rupturen waren gelokaliseerd in het distale gedeelte van de ballon, dat gelegen was nabij of in de aorta abdominalis.

Uit onderzoek van de ballonnen bleek dat alle perforaties zich bevonden in een gebied dat geschuurd was, waarschijnlijk door een kalkplaque. Het frequenter dan vroeger optreden van ballonrupturen is vermoedelijk het gevolg van het feit dat meer patiënten op hoge leeftijd, met een langdurige ziektegeschiedenis en meer sclerose van de aorta, geopereerd worden.

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, afd. Cardiopulmonale Chirurgie, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

P.M.M.J.Rutten, klinisch perfusionist; prof.dr.N.G.Meijne, cardiopulmonaal chirurg.

Contact P.M.M.J.Rutten

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties