Rookgedrag van Nederlandse huisartsen in de periode 1983-1988

Onderzoek
H. Adriaanse
J. van Reek
J-R. Rabier
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:1502-5
Abstract

Samenvatting

Het rookgedrag van huisartsen in Nederland wordt beschreven aan de hand van gegevens uit rapporten en overzichten, verzameld in de periode 1983-1988. Tot 1983 rookte een ruime meerderheid van de Nederlandse huisartsen (1957: 82; 1983: 56) en was het percentage rokers onder de huisartsen hoger dan onder de mannelijke bevolking. Sindsdien is een trendbreuk opgetreden.

Uit 3 enquêtes blijkt dat in 1988 onder de mannelijke huisartsen minder rokers voorkwamen dan onder de mannelijke bevolking, respectievelijk 29 en 37. Meer dan in de overige EG-landen bleken in Nederland huisartsen met roken gestopt te zijn (43). Steeds meer jonge artsen zijn nooit-rokers.

Auteursinformatie

Rijksuniversiteit Limburg, Faculteit der Gezondheidswetenschappen, Vakgroep Gezondheidsvoorlichting en -opvoeding, Postbus 616, 6200 MD Maastricht.

Dr.H.Adriaanse, onderwijskundige; J.van Reek, medisch socioloog. J-R.Rabier, adviseur EEG, Brussel.

Contact dr.H.Adriaanse

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties