Rookgedrag van medische studenten, arts-assistenten en specialisten in Groningen, 1989

Onderzoek
H.J. Waalkens
J. Cohen-Schotanus
H. Adriaanse
K. Knol
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:1499-502
Abstract

Samenvatting

Rookgewoonten en attitudes ten aanzien van roken van medische studenten, arts-assistenten en specialisten werkzaam in het Academisch Ziekenhuis in Groningen werden door middel van een WHO-enquête in 1989 onderzocht. De totale respons was 84. Van de medische studenten rookte 27, van de arts-assistenten 28 en van de specialisten 34. Het percentage medische studenten en arts-assistenten dat rookte was lager dan dat onder de bevolking in Nederland, terwijl specialisten in vergelijkbare mate rookten. Vergeleken met 1983, toen 56 van de Nederlandse huisartsen bleek te roken, daalde het percentage rokers onder artsen opmerkelijk. Onder artsen bestond een grote behoefte aan kennis en vaardigheden ten aanzien van het geven van hulp aan mensen die willen stoppen met roken.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Groningen, afd. Kindergeneeskunde, Oostersingel 59, 9713 EZ Groningen.

H.J.Waalkens, assistent-geneeskundige; prof.dr.K.Knol, kinderarts.

Bureau Onderwijs Ontwikkeling Geneeskunde, Groningen.

J.Cohen-Schotanus, psycholoog.

Rijksuniversiteit Limburg, vakgroep Gezondheidsvoorlichting en -opvoeding, Maastricht.

Dr.H.Adriaanse, onderwijskundige.

Contact prof.dr.K.Knol

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties