artikel
Ik ontving een e-mail van de huisartsenopleiding van het VUmc in Amsterdam die mijn dag weer goed maakte: zij willen aan opleiders een vierdaagse cursus aanbieden rondom het thema seksualiteit. Daarin moeten opleiders didactische competenties ontwikkelen om hun aiossen te leren zich een bepaald onderwerp eigen te maken. Ik mag de opleiders daarvoor trainen. Met veel kennis van seksuologie maar met beperkte kennis over opleiden ben ik gaan brainstormen met 2 huisartsenopleiders van onze seksHAG, een expertisegroep binnen het NHG die zich heeft toegelegd op seksuele gezondheid. We gingen terug naar de basis: wat zou een huisarts moeten kunnen en kennen als het gaat om seksualiteit? Ooit is dat jaren geleden weliswaar vastgelegd in de eindtermen voor de huisartsenopleiding, maar hoe ga je dat nu vertalen naar een praktische leeromgeving?
Het nieuwe concept ‘gezondheid’ hielp ons bij het denken over onze cursus. Volgens de WHO is gezondheid meer dan de afwezigheid van ziekte; het behelst ook het lichamelijke, mentale en sociale welbevinden van mensen. Deze definitie is echter te statisch en gaat uit van perfectie. Het nieuwe concept, ‘gezondheid is het vermogen van mensen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven’, is realistischer en minder normerend. Zeker waar het seksuele gezondheid betreft, doet dit veel meer recht aan het vermogen van de mens seksueel te functioneren in zijn of haar context, zonder dat er een uitspraak wordt gedaan over wat goed of normaal is. Vooral ten aanzien van seksuele disfuncties bestaat het gevaar dat de huisarts te veel orgaangeneeskunde bedrijft, terwijl er meestal niet zozeer sprake is van pathologische afwijkingen maar van onvermogen van mensen hun seksualiteit aan te passen aan nieuwe omstandigheden.
Wat heb ik veel geleerd in de periode dat ik consultatief seksuoloog was in een revalidatiecentrum. Ja, natuurlijk, allemaal fysieke beperkingen en disfuncties, maar daarom blijvend seksueel ongezond? We staan er niet bij stil, maar revalideren betekent eigenlijk herwaarderen. Nieuwe doelen stellen en nieuwe betekenis verlenen aan de veranderde omstandigheden. En dat geldt dus ook voor de chronische patiënten die de huisarts ziet, of het nu diabetes, hart-vaatproblemen, depressie of oncologie betreft. Als de huisarts met patiënten over seksualiteit wil spreken, is de eerste vraag dan ook: Leidt uw aandoening, behandeling of medicatie tot verandering van seksualiteit? Als het antwoord ‘ja’ is, dan volgt de vraag of iemand daar last van heeft. Is het antwoord opnieuw ‘ja’, dan mag de patiënt kiezen daar verder over te spreken met de huisarts of met een ander. Vragen stellen en luisteren – vooral naar wat niet wordt gezegd – zijn basiscompetenties van de huisarts, alle pillen ten spijt. Spreken over revalideren van seks kan leiden tot revalideren van huisartsgeneeskunde. Het was een mooie conclusie na een middagje brainstormen over seks in de opleiding.
Reacties