Het belang van een tijdige voorbereiding op dialyse

Relatie predialyseduur met mortaliteit en morbiditeit

Onderzoek
S.T. (Tom) Laurens
C.G.T. (Kitty) Bex
Loes Janssen
S.G.J. (Suzan) Jeuken-Mertens
A.J. (Ton) Luik
M.M.H. (Marc) Hermans
W.H.M. (Willi) van Kuijk
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2015;159:A8063
Abstract

Samenvatting

Doel

Onderzoeken of de duur van predialyse de mortaliteit en morbiditeit in het eerste jaar na aanvang van nierfunctievervangende therapie voorspelt.

Opzet

Toetsend cohortonderzoek.

Methode

We includeerden alle patiënten met chronische of acute-op-chronische nierinsufficiëntie, bij wie de geschatte glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR) <30 ml/min per 1,73 m2 was 6 maanden vóór aanvang van de behandeling en die in de periode 2005-2006 of de periode 2009-2010 waren begonnen met nierfunctievervangende therapie. Afhankelijk van de predialyseduur deelden we de patiënten in in de korte- (< 6 maanden) of lange-predialyseduurgroep (≥ 6 maanden). We registreerden gegevens over mortaliteit en morbiditeit bij aanvang van nierfunctievervangende therapie (T0), en na 3 (T3), 6 (T6) en 12 maanden (T12).

Resultaten

We includeerden 39 patiënten met een korte en 49 patiënten met een lange predialyseduur. Patiënten met een korte predialyseduur hadden een hogere mortaliteit (T6: 23,1 vs. 8,2%; p = 0,05), meer ziekenhuisopnames (2 vs. 1; p = 0,02) en meer opnamedagen (16 vs. 3; p < 0,01). Daarnaast begonnen ze vaker met een acute dialysetoegangsweg, wat tevens gerelateerd was aan een hogere mortaliteit (T6: acute toegangsweg 23,8% vs. permanente toegangsweg 6,5%; p = 0,02).

Conclusie

Een te korte predialyseduur is voorspellend voor een hogere mortaliteit en morbiditeit in het eerste jaar na aanvang van nierfunctievervangende therapie. De noodzaak van een acute dialysetoegangsweg lijkt hierbij de belangrijkste voorspeller.

Auteursinformatie

VieCuri, Medisch Centrum voor Noord-Limburg, Venlo.

Afd. Interne geneeskunde: S.T. Laurens, MSc, anios interne geneeskunde; C.G.T. Bex, nurse practitioner; S.G.J. Jeuken-Mertens, research nurse; dr. A.J. Luik, dr. M.M.H. Hermans en dr. W.H.M. van Kuijk, internisten-nefrologen.

Afd. Klinische epidemiologie: dr. L. Janssen, medisch-wetenschappelijk onderzoeker.

Contact S.T. Laurens, MSc (s.laurens@student.maastrichtuniversity.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
S.T. (Tom) Laurens ICMJE-formulier
C.G.T. (Kitty) Bex ICMJE-formulier
Loes Janssen ICMJE-formulier
S.G.J. (Suzan) Jeuken-Mertens ICMJE-formulier
A.J. (Ton) Luik ICMJE-formulier
M.M.H. (Marc) Hermans ICMJE-formulier
W.H.M. (Willi) van Kuijk ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties