Onderzoek in de huisartsenpraktijk: daar wordt iedereen beter van

Opinie
Wim Opstelten
Patrick J.E. Bindels
Jako S. Burgers
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2017;161:D1996
Abstract

Eind vorig jaar publiceerde de Gezondheidsraad een advies over het universitaire gezondheidsonderzoek.1 Onder de aansprekende titel ‘Onderzoek waarvan je beter wordt’ schetst dit rapport de gewenste richting: meer aandacht voor veelvoorkomende aandoeningen, preventie en langdurige zorg. Het lijdt geen twijfel dat het huidige onderzoek aan universitaire medische centra (umc’s) van groot belang is en tot doorbraken heeft geleid in de klinische praktijk. Maar mede doordat ‘gewone’ patiënten steeds meer buiten academische ziekenhuizen worden behandeld, is het universitaire onderzoek vooral gericht op complexe problematiek en minder op aandoeningen met een hoge prevalentie of hoge ziektelast, het langer gezond houden van de bevolking en het omgaan met beperkingen.

Meer aandacht is dan ook nodig voor extramuraal onderzoek. Daarvoor, zo stelde de adviescommissie, is niet alleen brede samenwerking nodig – zoals met niet-academische ziekenhuizen, de sector public health en huisartsen – maar ook adequate financiering. Inmiddels wordt terecht aandacht gevraagd voor meer…

Auteursinformatie

Nederlands Huisartsen Genootschap, afd. Richtlijnontwikkeling en Wetenschap, Utrecht.

Contact dr. W. Opstelten (w.opstelten@nhg.org)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Wim Opstelten ICMJE-formulier
Patrick J.E. Bindels ICMJE-formulier
Jako S. Burgers ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties