'No cure no pay' in de Nederlandse gezondheidszorg: vrees voor claimcultuur ongegrond

Opinie
J. Legemaate
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2003;147:740-2
Abstract

In Nederland is de discussie over de afspraak van resultaatafhankelijke beloning (‘no cure no pay’) tussen de advocaten en hun cliënten weer opgelaaid en wellicht komt er nu bij ons een einde aan het verbod daarop. Dit zou in de geneeskunde negatieve consequenties kunnen krijgen. Is de vrees voor Amerikaanse toestanden reëel of zal het allemaal wel meevallen?

Begin 2002 oordeelde de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) dat de gedragsregel die advocaten verbiedt alleen te declareren als een zaak gewonnen wordt, concurrentiebeperkend is en in strijd komt met de Mededingingswet. De Nederlandse Orde van Advocaten reageerde daarop in juni 2002 door het verbod op no-cure-no-pay over te hevelen naar een zogenaamde verordening. Dat is een in de Advocatenwet opgenomen reguleringsvorm, op grond waarvan een verbod van no-cure-no-pay gehandhaafd kon blijven. De orde bleef dus de resultaatafhankelijke beloning verbieden, ter bescherming van de onafhankelijkheid, de integriteit en de partijdigheid van de advocaat en…

Auteursinformatie

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG), Postbus 20.051, 3502 LB Utrecht.

Contact Mr.dr.J.Legemaate, juridisch adviseur en beleidscoördinator gezondheidsrecht (j.legemaate@fed.knmg.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties