Neurologische presentatie van het non-Hodgkin-lymfoom: een diagnostisch probleem

Klinische praktijk
M.J.B. Taphoorn
J.E.C. Bromberg
A.W. Dekker
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1997;141:1593-7
Abstract

Zie ook de artikelen op bl. 1601, 1614 en 1621.

Dames en Heren,

Wanneer de neuroloog geconsulteerd wordt in verband met neurologische klachten en (of) verschijnselen bij een patiënt die bekend is wegens een non-Hodgkin-lymfoom (NHL), ligt een verband met het lymfoom of met de behandeling daarvan voor de hand. De omgekeerde situatie – een patiënt met een neurologisch ziektebeeld als eerste teken van een NHL – komt minder vaak voor. De problemen bij de diagnostiek bij dergelijke patiënten willen wij met u bespreken, aan de hand van de ziektegeschiedenis van drie van hen. Zij meldden zich met een neurologisch ziektebeeld en uiteindelijk werd bij hen de diagnose ‘NHL’ gesteld.

Patiënt A, een man van 69 jaar, bezocht de oogarts en later de neuroloog in verband met een hangend linker bovenooglid en pijn in de linker schouder met uitstraling tot in de wijs- en middelvinger van de linker…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Postbus 85.500, 3508 GA Utrecht.

Afd. Neurologie: dr.M.J.B.Taphoorn en mw.dr.J.E.C.Bromberg, neurologen.

Afd. Hematologie: dr.A.W.Dekker, internist-hematoloog.

Contact dr.M.J.B.Taphoorn

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

R.J.W.
de Keizer

Leiden, september 1997,

In de klinische les van Taphoorn et al.(1997:1593-7) betreffende de neurologische presentatie van het non-Hodgkinlymfoom (NHL) wordt een belangrijk diagnostisch probleem in heldere taal, vergezeld door fraaie figuren, weergegeven. Desondanks worden onzes inziens enkele diagnostische aspecten met betrekking tot de uitbreiding van het celebrale NHL onderbelicht, met name van het primaire cerebrale NHL. Hieraan zou wel aandacht moeten worden geschonken, omdat de diagnose in de neuro-oftalmologie en de oogheelkunde bekend staat als het vitreoretinale cerebrale NHL.1 Hoewel door de auteurs het oogheelkundig onderzoek met de spleetlamp op pagina 1596 van het artikel even wordt aangestipt, achten wij het van belang om aan te geven dat het noodzakelijk is bij elke patiënt met een cerebraal NHL uitvoerig oogheelkundig onderzoek te verrichten, dat wil zeggen niet alleen spleetlamponderzoek, maar ook visusbepaling, beoordeling van het glasvocht, fundoscopie en motiliteitsonderzoek. Bij een eventuele ‘uveïtis’ – een mogelijk vitreoretinaal cerebraal NHL – kan een cytologische punctie van voorste oogkamer en glasvocht en (of) een glasvochtbiopsie door middel van vitrectomie van groot belang zijn voor het stellen van de diagnose of voor het bepalen van de uitbreiding van de afwijking;2 bovendien zijn deze onderzoeksmethoden veel minder ingrijpend dan een cerebrale biopsie. Onzes inziens is teamoverleg over toe te passen radiotherapie en behandeling met cytarabine of methotrexaat belangrijk teneinde het leven van patiënt én zijn visuele functies te behouden (een van onze patiënten heeft met deze behandeling een overleving gekend van meer dan 11 jaar,1 en is door een andere oorzaak overleden).3

R.J.W. de Keizer
W. Swart
Literatuur
  1. Keizer RJW de, Swart W, Kluin-Nelemans JC. Uveitis as a sign of vitreoretinal cerebral nervous system lymphoma. A report of three cases. Neuro-ophthalmology 1993;13:349-57.

  2. Rouwen AJP, Wijermans PW, Boen-Tan TN, Stilma JS. Intraocular non-Hodgkin's lymphoma treated with systemic and intrathecal chemotherapy and radiotherapy. A case report and review of the literature. Graefes Arch Clin Exp Ophthalmol 1989;227:355-9.

  3. Holland GM. Retinal manifestations of ocular lymphoma (reticulum cell sarcoma) [letter]. Ophthalmology 1992;99:1160-1.

M.J.B.
Taphoorn

Utrecht, oktober 1997,

Wij danken de collegae De Keizer en Swart voor hun waardevolle aanvulling. In het kader van een klinische les hebben wij op diverse punten in de discussie moeten afwegen in hoeverre een gedetailleerde bespreking gewenst was. Om die reden zijn de opmerkingen over het onderzoek en de behandeling van een oculaire lokalisatie van het primaire cerebrale NHL beperkt gebleven. Dit neemt niet weg dat de opmerkingen van de oogartsen zinvol zijn.

M.J.B. Taphoorn
J.E.C. Bromberg