Monotherapie met geneesmiddelen tegen hypertensie: kan er een keuze worden gemaakt?

P.A. van Zwieten
M.A.D.H. Schalekamp
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1992;136:403-7

Inleiding

De therapie van essentiële hypertensie heeft vooral tot doel om dankzij verlaging van de verhoogde bloeddruk de kans op cardiovasculaire ziekten, zoals cerebrovasculair accident (CVA), myocardinfarct en decompensatio cordis, en nieraandoeningen te verminderen of het ontstaan van deze aandoeningen uit te stellen. Naast de gebruikelijke adviezen wat betreft de levenswijze (vermindering van het gebruik van zout en alcohol; vermindering van overgewicht; regelmatige lichaamsbeweging; stoppen met roken) bestaat de therapie bij hypertensie vooral uit de toediening van antihypertensieve geneesmiddelen. Deze therapie is langdurig, meestal levenslang. Het is daarom een niet geringe beslissing om iemand met hypertensie, die zich meestal gezond…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, afd. Farmacotherapie en Cardiologie, Meibergdreef 15, 1105 AZ Amsterdam.

Prof. dr.P.A.van Zwieten, farmacoloog.

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt, afd. Inwendige Geneeskunde, Rotterdam.

Prof.dr.M.A.D.H.Schalekamp, internist.

Contact prof. dr.P.A.van Zwieten

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Amstelveen, april 1992,

Van Zwieten en Schalekamp geven in hun artikel een voortreffelijk overzicht van de huidige opvattingen betreffende de behandeling van essentiële hypertensie (1992;403-7). De conclusie is echter zodanig geformuleerd dat men er de consensus diagnostiek en behandeling hypertensie, de standaard van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en de aanbevelingen van het Farmacotherapeutisch Kompas betreffende de behandeling van essentiële hypertensie in kan herkennen, terwijl deze opvattingen in feite fundamenteel verschillen.1-3 Zowel de NHG-standaard als het Kompas geeft in eerste instantie de voorkeur aan diuretica en β-blokkers gezien hun aangetoond effect op morbiditeit en sterfte. Zij kiezen zekerheid boven waarschijnlijkheid.

Onlangs zijn weer twee onderzoeken verschenen die dit effect op morbiditeit en sterfte bevestigen, het ‘systolic hypertension in the elderly program’ (SHEP)-onderzoek,4 door De Leeuw voortreffelijk geanalyseerd in dit tijdschrift,5 en het ‘Swedish trial in old patients with hypertension’ (STOP)-onderzoek.6 Beide onderzoeken doen de balans nog meer in het voordeel van diuretica en β-blokkers doorslaan.

Behalve de grote zekerheid betreffende de effectiviteit van de langdurig ingestelde therapie, is het verschil in kosten ook niet te onderschatten. De gemiddelde kosten voor drie maanden therapie zijn globaal: voor diuretica ƒ 12,-; voor selectieve β-blokkers ƒ 50,-; voor calciumantagonisten ƒ 150,- en voor ‘angiotensin converting enzyme’ (ACE)-remmers ƒ 170,-. Uit deze gegevens blijkt dat bij een totale behandelingsduur van 15 jaar de voorschrijvende medicus beslist over een kostenverhoging van ongeveer ƒ 7.000,- tot ƒ 10.000,- per patiënt, zonder dat hier aangetoonde voordelen tegenover staan.

A. van der Kuy
J.W.A. van Loenhout
N.Th. Mes
Literatuur
  1. Consensus diagnostiek en behandeling hypertensie. Hartbulletin 1990; 21: 143-55.

  2. NHG-Standaard Hypertensie. Huisarts Wet 1991; 34: 389-95.

  3. Kuy A van der, red. Farmacotherapeutisch Kompas. Amstelveen: Centrale Medisch Pharmaceutische Commissie van de Ziekenfondsraad, 1992: 253-4.

  4. SHEP Cooperative Research Group. Prevention of stroke by antihypertensive drug treatment in older persons with isolated systolic hypertension. Final results of the Systolic Hypertension in the Elderly Program (SHEP). JAMA 1991; 265: 3255-64.

  5. Leeuw PW de. Het nut van behandeling van oudere patiënten met systolische hypertensie. [LITREF JAARGANG="1992" PAGINA="408-9"]Ned Tijdschr Geneeskd 1992; 136: 408-9.[/LITREF]

  6. Dahlof B, Lindholm LH, Hansson L, et al. Morbidity and mortality in the Swedish Trial in Old Patients with Hypertension. (STOP Hypertension). Lancet 1991; 338: 1281-5.

M.A.D.H.
Schalekamp

Rotterdam, juni 1992,

Wij danken de collegae Van der Kuy, Van Loenhout en Mes voor hun commentaar op ons artikel. Het was geenszins onze bedoeling om een stringent therapieadvies te geven zoals dit geformuleerd wordt in de schema's van consensus, NHG-standaard en Farmacotherapeutisch Kompas.

Wij willen vooral wijzen op de zeer genuanceerde farmacologische mogelijkheden om essentiële hypertensie te behandelen, waarbij het gelijktijdig vóórkomen van diverse andere ziekten, zoals decompensatio cordis, angina pectoris, diabetes mellitus, asthma bronchiale, speciale problemen schept, die dankzij het rijkere palet van farmaca rationeler kunnen worden benaderd. Uiteraard zijn wij overtuigd van de waarde van de SHEP, STOP- en MRC (Elderly)-trials; deze onderzoeken zijn echter bewust bij bejaarde hypertensiepatiënten verricht, zodat de conclusies niet zonder meer naar patiënten van middelbare leeftijd (of jonger) mogen worden geëxtrapoleerd.

M.A.D.H. Schalekamp
P.A. van Zwieten