Liesbreukchirurgie: orde in verscheidenheid

Klinische praktijk
Coen V. van Hessen
J.P.J. (Ine) Burgmans
Egbert Jan M.M. Verleisdonk
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2018;162:D2216
Abstract

Samenvatting

  • Met circa 30.000 ingrepen per jaar is de correctie van een liesbreuk een van de meest uitgevoerde operaties in Nederland. Je zou dus denken dat inmiddels wereldwijd dezelfde techniek wordt gebruikt. Toch zijn er verschillende procedures, afhankelijk van de leeftijd en voorgeschiedenis van de patiënt, het type liesbreuk en de expertise van de chirurg.
  • Toen eind 19e eeuw de pathofysiologie van een liesbreuk duidelijk werd, legde Bassini de basis voor de moderne liesbreukchirurgie: het verstevigen van de achterwand van het lieskanaal na het reponeren van de breukzak met inhoud.
  • Hoewel de huidige operatieve behandeling nog steeds volgens dit principe werkt, bestaan hiervoor inmiddels veel verschillende technieken. Sommige zijn genoemd naar de ‘uitvinder’ van een dergelijke operatie (Shouldice, Lichtenstein en Stoppa) en andere worden aangegeven met een afkorting (TEP, TAPP, TIPP en TREPP).
  • In dit overzichtsartikel beschrijven wij de chirurgische technieken die nu het gangbaarst zijn in Nederland en scheppen wij orde in het woud aan eigennamen en afkortingen.
Auteursinformatie

Diakonessenhuis, afd. Heelkunde, Utrecht.

C.V. van Hessen, MSc, arts-onderzoeker; dr. J.P.J. Burgmans en dr. E.J.M.M. Verleisdonk, chirurgen.

Contact C.V. van Hessen, MSc (cvhessen@diakhuis.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Coen V. van Hessen ICMJE-formulier
J.P.J. (Ine) Burgmans ICMJE-formulier
Egbert Jan M.M. Verleisdonk ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Jammer dat de auteurs niet meteen aan het begin van hun artikel hebben vermeld dat dit alleen zou gaan over liesbreuken bij vollwassen, dan hadden zij de fout kunnen vermijden die nu verderop wordt gemaakt over de toepassing bij kinderen van de door hen eerder in het artikel beschreven operatietechnieken. Een liesbreuk bij een kind is een aangeboren afwijking, namelijk een open processus vaginalis. Dat wordt nog wel correct vermeld. Maar de therapie is het afsluiten hiervan, niet de resectie van de breukzak, want er is immers geen sprake van een breuk.

Jan C. Molenaar, emeritus hoogleraar Kinderheelkunde

Als uroloog zie ik sinds de introductie van matjes bij liesbreuk correcties in toenemende mate pijnklachten in het verzorgingsgebied van de n. genitofemoralis. Deze complicatie treedt doorgaans pas laat op en wordt door huisartsen vaak toegeschreven aan scrotale problematiek. Hierdoor zal deze complicatie waarschijnlijk niet bekend zijn bij de auteurs. Ook is er door de TEP en vergelijkbare laparoscopische technieken een nieuwe complicatie geintroduceerd: blaasletsel. Al met al voor mij als uroloog een reden om patienten met een liesbreuk - die ik nogal eens zie - een matloze operatietechniek te adviseren.

Joop Noordzij, uroloog, Ziekenhuis Amstelland