Lachgas niet onveilig, maar wel steeds minder nodig

Opinie
J.T.A. Knape
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:1053-4
Abstract

Zie ook het artikel op bl. 1055.

Regelmatig wordt de vraag gesteld of er een bedreiging is voor de gezondheid van de medewerkers op werkplekken in Nederlandse ziekenhuizen waar vluchtige anesthetica, waaronder lachgas, worden toegepast. Onlangs is weer onrust veroorzaakt na de berichtgeving in de landelijke pers dat een aantal verpleegkundigen van de afdeling Verloskunde in een Haags ziekenhuis waar lachgas werd toegepast kinderen met congenitale afwijkingen had gekregen (www.vroeggeboorte.nl/nieuwspagina.htm#06062005). De constatering hiervan heeft zelfs geleid tot een aansprakelijkstelling. Eind 2004 heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg in een circulaire aangedrongen op terugdringing en zelfs beëindiging van het gebruik van lachgas.1 De vraag doet zich voor of werken op plaatsen waar lachgas wordt toegepast de kans op aangeboren afwijkingen van kinderen van medewerkers en de kans op spontane abortus vergroot en of dit werk de vruchtbaarheidskansen van medewerkers vermindert.

toxicologie van lachgas en invloed op de vruchtbaarheid

Dampvormige…

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum Utrecht, afd. Anesthesiologie, Postbus 85.500, 3508 GA Utrecht.

Contact Hr.prof.dr.J.T.A.Knape, anesthesioloog (j.t.a.knape@umcutrecht.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Amsterdam, september 2006,

In ons ingezonden over lachgassedatie (2006:1859) konden wij ons vinden in het advies van Makkes et al. (2006:1055-8) die ervoor pleiten maatregelen te treffen ter voorkoming van lachgasblootstelling in de ademzone van werkers in de gezondheidszorg. Terecht wijst Schuyt erop, dat piekbelasting met de huidige technieken vaak niet is te voorkomen. Wij vragen ons nu dan ook met hem af of het aanvaardbaar is dat er hierdoor voor het medisch personeel een potentieel risico als gevolg van de schadelijke (piek)blootstelling ontstaat. Vandaar dat wij zijn conclusie onderschrijven dat er gezocht moet worden naar een niet of minder schadelijke techniek dan wel een adequate afzuiging en aanvullende maatregelen, waardoor blootstelling aan lachgas wordt voorkomen.

T. Brand
T.M. Pal