Gezondheidszorg voor asielzoekers en vluchtelingen: dit land kan beter

Opinie
J. van der Velden
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:1963-4
Abstract

Zie ook het artikel op bl. 1983.

Het artikel in dit nummer van Gerritsen et al. is door de actuele politieke ontwikkelingen rond voormalig Tweede Kamerlid Ayaan Hirsi Ali wel bijzonder relevant geworden.1 Van vluchteling werd zij even weer asielzoeker en vervolgens volwaardig Nederlandse. Wij slagen er met onze toelatingsprocedures maar niet in steeds even nauwkeurig en humaan met deze groepen mensen om te gaan, hetgeen moet doorwerken op hun geluk en gezondheid. Het artikel is alleen al daarom bijzonder welkom.

Gerritsen et al. beschrijven de gezondheid van en zorg voor specifieke groepen asielzoekers en vluchtelingen in Nederland.1 De ene groep heeft een nog steeds onzekere toekomst in Nederland, de andere is al wel gevestigd, maar heeft mogelijk een moeizame asielprocedure. Beide groepen hebben frequent last van een problematisch verleden. Zoals te verwachten viel, is de gezondheid van beide groepen slechter dan die van autochtonen, zowel de…

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum St Radboud, afd. Sociale Geneeskunde, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Hr.prof.dr.J.van der Velden MPH, arts.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

E.S.M.
Goosen

Utrecht, november 2006,

In het commentaar van collega Van der Velden (2006:1963-4) staan feitelijke onjuistheden, waardoor er een verkeerd beeld ontstaat over (de kwaliteit van) de Medische Opvang Asielzoekers (MOA). Die onjuistheden zijn:

- De zorg voor asielzoekers wordt niet vooral verleend vanuit de MOA. De MOA verleent preventieve zorg aan asielzoekers en coördineert de toegeleiding naar de curatieve zorg. Voor de curatieve zorg geldt dat asielzoekers gebruikmaken van dezelfde voorzieningen als Nederlanders.

- De preventieve zorg en de toegeleiding worden niet uitgevoerd door GGD Nederland, maar door 6 MOA-stichtingen.

- Het is onjuist dat de medische professie niet de verplichting op zich neemt om de gezondheid van en de zorg aan asielzoekers en vluchtelingen te verbeteren. Enerzijds doet dit geen recht aan de kwaliteitsontwikkelingen sinds de oprichting van de MOA-organisatie in 2000, bijvoorbeeld blijkend uit de ontwikkeling van een instrument voor toegeleiding van asielzoekers door MOA-praktijkverpleegkundigen naar de huisarts, de verloskundige en de tandarts, van het Basistakenpakket voor de Jeugdgezondheidszorg, van MOA-protocollen en -draaiboeken voor allerlei vormen van dienstverlening en van ingezette trajecten voor het behalen van certificaten op grond van de Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ). Anderzijds doet dit geen recht aan de oordelen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg.

- De praktijkverpleegkundige van de MOA vormt geen barrière voor de toegankelijkheid van de gezondheidszorg voor asielzoekers, want bij de toegeleiding van asielzoekers functioneert deze onder aansturing van een huisarts. Die toegeleidingsfunctie is ontwikkeld op verzoek van de huisartsen en dient om de kennis- dan wel cultuurkloof tussen asielzoeker en reguliere gezondheidszorg te overbruggen. De MOA informeert asielzoekers over de werking van de gezondheidszorg in Nederland, maar is ook in staat de zorgketen te informeren over de medische voorgeschiedenis van asielzoekers, over sociaal-culturele achtergronden en over de kennisachtergrond en verblijfsomstandigheden vanwaaruit asielzoekers gezondheidsproblemen aan de orde stellen. Door overplaatsingen en door de raakvlakken tussen zorgtrajecten en werkprocessen van de vreemdelingenketen wordt op de coördinerende taak van de praktijkverpleegkundige van de MOA een groot beroep gedaan. Dit geldt ook voor de coördinerende functie voor asielzoekers met complexe zorgplannen. De centra kennen al jaren vele bewoners die een intensief beroep doen op de zorg. Er is sprake van een toename van de gemiddelde zorgconsumptie door asielzoekers in de opvang en van relatief meer hulpbehoevende asielzoekers dan voorheen.

De Inspectie voor de Gezondheidszorg houdt intensief toezicht op de kwaliteit van zorg voor asielzoekers, omdat die dient te voldoen aan de algemene Nederlandse normen. Dit betekent onder andere dat zij incidenten onderzoekt en gerichte onderzoeken uitvoert. Uit haar onderzoeken blijkt dat de MOA een ontwikkeling heeft doorgemaakt die heeft geleid tot kwaliteitsverbetering en -borging.

E.S.M. Goosen
H. Nijsingh
C.C. Schouten,