Ernstige hyponatriëmie, mogelijk door inadequate antidiuretisch-hormoonsecretie, bij gebruik van het antidepressivum fluoxetine

W.L. ten Holt
C.H.L. Klaassen
G. Schrijver
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:1181-3
Abstract

Samenvatting

Bij een 78-jarige patiënte werd ernstige hyponatriëmie, mogelijk door het syndroom van inadequate antidiuretisch-hormoon-secretie (SIADH) als bijwerking van het betrekkelijk nieuwe antidepressivum fluoxetine gevonden. In de literatuur zijn 14 andere gevallen beschreven. Bij het voorschrijven van fluoxetine aan oudere patiënten moet men voorzichtigheid betrachten, met name wanneer ook diuretica worden voorgeschreven.

Auteursinformatie

Rode Kruis Ziekenhuis, afd. Interne Geneeskunde, Vondellaan 13, 1942 LE Beverwijk.

W.L.ten Holt, assistent-geneeskundige; C.H.L.Klaassen en dr.G.Schrijver, internisten.

Contact dr.G.Schrijver

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

C.E.
van Iperen

Amersfoort, juli 1994,

Met veel interesse lazen wij het artikel van Ten Holt et al. (1994;1181-3). De auteurs beschrijven een oudere vrouw met een ernstige hyponatriëmie bij gebruik van het antidepressivum fluoxetine (Prozac) en een diureticum. De stoornis in de water- en zouthuishouding wordt toegeschreven aan inadequate secretie van antidiuretisch hormoon. In de afgelopen maanden deden wij een overeenkomstige waarneming.

Een 73-jarige vrouw werd opgenomen wegens algehele malaise en dyspnoe. Zij was reeds lang bekend wegens hypertensie, neurotische stoornissen en nicotine-abusus. Al jaren gebruikte patiënte labetalol 1000 mg per dag, hydrochloorthiazide-amiloride 50 mg-5 mg per dag en temazepam 20 mg per dag. Bij periodiek laboratoriumonderzoek was de natriumconcentratie in het serum telkens > 130 mmol/l. Wegens depressieve klachten was 5 dagen voor opname gestart met fluoxetine 20 mg per dag.

Bij opname zagen wij een dyspnoïsche vrouw die een suffe indruk maakte. De bloeddruk was 160/75 mmHg. Over beide longen werden piepende rhonchi gehoord en het expirium was verlengd. Er was geen perifeer oedeem. Bij het laboratoriumonderzoek werd een ernstige hyponatriëmie vastgesteld: 110 mmol/l (normaal: 135-149). De kaliumconcentratie in het serum was 4,4 mmol/l (normaal: 3,8-5,0) en de osmolaliteit 230 mosmol/kg (normaal: 275-300). De concentraties glucose, creatinine, ureum, cortisol en thyreoïdstimulerend hormoon waren alle binnen de norm. In het arteriële bloed was de pH 7,39, P 7,2 kPa, O2-verzadiging 87%, P 8,9 kPa, bicarbonaat 39 mmol/l en base-overschot 13 mmol/l. In de urine bedroeg de natriumwaarde 61 mmol/l; de osmolaliteit was 247 mosmol/kg.

De toediening van fluoxetine, labetalol en het diureticum werd gestaakt. Wegens toenemende respiratoire insufficiëntie was mechanische ventilatie noodzakelijk. Tevens werd therapie met bronchusverwijders toegepast. Door infusie van een zoutoplossing en toediening van furosemide werd de hyponatriëmie langzaam verminderd. Na een langdurige herstelperiode maakt patiënte het nu thuis redelijk.

Ook deze bevindingen kunnen passen bij verhoogde secretie van antidiuretisch hormoon onder invloed van fluoxetine. Het advies van Ten Holt et al. willen wij als volgt aanscherpen: Bij ouderen die thiazidediuretica gebruiken, dient men zeer terughoudend te zijn met het voorschrijven van fluoxetine. Alleen bij nauwgezette laboratoriumcontrole lijkt toepassing verantwoord.

C.E. van Iperen
I. Grootjans-Geerts
A.K.M. Bartelink