artikel
Casus
Een 23-jarige man werd na een auto-ongeval op de afdeling Spoedeisende Hulp gebracht. Hij had beiderzijds femurfracturen waarvoor hij een operatieve pen- en schroeffixatie onderging (figuur a). Direct na de operatie was zijn bewustzijn niet afwijkend, maar binnen enkele uren trad er een bewustzijnsdaling op. Patiënt had toen een glasgow-comascore van E3M5V1 (openen van ogen op aanspreken, lokaliseren van pijnprikkel, niet spreken) en respiratoire insufficiëntie. Bij neurologisch onderzoek waren er geen focale neurologische afwijkingen. De bloedgasanalyse toonde een respiratoire acidose. Tijdens het maken van een CT-scan van de hersenen kreeg patiënt 2 maal een gegeneraliseerd tonisch-clonisch insult. De CT-scan toonde geen afwijkingen. Patiënt werd opgenomen op de IC. 3 dagen later toonde een T2-gewogen MRI-opname van de hersenen verspreid over de witte stof hyperintense laesies met een ‘sterrenhemelpatroon’ (‘starfield pattern’, figuur b). De diagnose ‘cerebraal vetemboliesyndroom’ werd gesteld. Een transoesofageale echo toonde een persisterend foramen ovale met een rechts-linksshunt tijdens het uitvoeren van de valsalvamanoeuvre. Dit heeft mogelijk bijgedragen aan de uitgebreide cerebrale infarcering. De patiënt herstelde voorspoedig.
Het cerebraal vetemboliesyndroom is een zeldzame complicatie van fracturen van de lange pijpbeenderen. In de pathogenese speelt het vrijkomen van vetdruppels uit het beenmerg in de circulatie een belangrijke rol. De verschijnselen ontstaan meestal 24-72 h na het trauma en bestaan uit oxygenatiestoornissen, neurologische afwijkingen en petechiën.

Diagnose
Cerebraal vetemboliesyndroom na femurfractuur.
Reacties