artikel
Casus
Een 61-jarige vrouw werd wegens een hepatocellulair carcinoom opgenomen voor levertransplantatie. In verband met een echinococcuscyste in de lever, werd patiënte 58 dagen voor transplantatie gedurende 3 weken behandeld met albendazol. Bij opname had zij een milde pancytopenie, die bij beenmergpunctie bleek te berusten op aplastisch beenmerg, mogelijk een gevolg van het albendazolgebruik. Na transplantatie ontwikkelde patiënte koorts en ging zij respiratoir achteruit. Hierop werd een thoraxfoto gemaakt, waarop hilaire consolidaties en pulmonale cavernen werden gezien; een CT-scan toonde onder andere een ‘air crescent sign’ (zie verder) (figuur). Een sputumkweek toonde groei van Aspergillus fumigatus, een schimmel die ook bij bronchoalveolaire lavage werd aangetroffen. Aspergillus-sporen in de lucht, kunnen bij inhalatie in de tractus respiratorius neerslaan. Immuuncompetente personen ruimen deze sporen door fagocytose op. Bij immunogecompromitteerde patiënten kunnen de sporen uitgroeien tot invasieve hyfen (schimmeldraden), die transbronchiaal de pulmonale vascularisatie kunnen doordringen, met trombosering en infarcering van het longweefsel tot gevolg. Het avitale centrum dat ontstaat na absorptie van necrose, vult zich met gas waardoor het beeld van een halve maan (‘air crescent sign’) kan ontstaan. Hoewel dit beeld ook bij een aantal andere aandoeningen is beschreven, is het karakteristiek voor een invasieve pulmonale aspergillose. Ondanks antimycotische therapie nam bij patiënte het aantal aspergillushaarden toe, waarin 2 longbloedingen ontstonden. Aanvankelijk verkleinden de aspergillushaarden bij behandeling met voriconazol. Patiënte ontwikkelde echter bij multiorgaanfalen een sepsis, waarna zij overleed.

Diagnose
Aspergillus-pneumonie.
Reacties