Een hockeyer met een standsafwijking van de pols

Wat is de diagnose?
Aletta Pfaff
Sietske D. de Klerk
Hein P. Stallmann
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:A7433
Abstract

Casus

Een 17-jarige jongen bezocht de Spoedeisende Hulp in verband met een pijnlijke linker pols na een val bij hockey. Bij de val hoorde hij een krakend geluid en hij bemerkte gelijk een standsafwijking van zijn linker pols. Bij lichamelijk onderzoek was geen uitwendige verwonding of zwelling zichtbaar, maar wel een geringe standsafwijking van het distale deel van de ulna naar volair; daarbij was de prominentia van de processus styloideus ulnae niet meer te zien of te voelen. Ook had patiënt drukpijn over het distale deel van de ulna. Actieve en passieve beweging van het polsgewricht waren antalgisch beperkt. Er…

Auteursinformatie

Canisius-Wilhelminaziekenhuis, Nijmegen

Afd. Spoedeisende Hulp: drs. A. Pfaff, aios spoedeisende geneeskunde; drs. S.D. de Klerk, SEH-arts.

Afd. Radiologie: dr. H.P. Stallmann, radioloog.

Contact drs. A. Pfaff (a.pfaff@cwz.nl)

Verantwoording

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 17 april 2014

Auteur Belangenverstrengeling
Aletta Pfaff ICMJE-formulier
Sietske D. de Klerk ICMJE-formulier
Hein P. Stallmann ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

De beschreven casus is inderdaad zeldzaam en daardoor redelijk onbekend. Er zijn een paar aanvullende opmerkingen te maken op het artikel. Allereerst is opname a geen zuiver laterale foto. Het os pisiforme ligt ventraal van de distale pool van het scaphoid, wat betekent dat de opname in lichte supinatie is gemaakt, waardoor de luxatie groter lijkt dan in werkelijkheid. De ulna staat echter wel volledig uit de sigmoid notch. Hierdoor is er een mechanische onmogelijkheid tot normale rotatie en is dus niet alleen de pijn de beperkende factor. De malunionstand van de radius naar dorsaal predisponeert voor een volaire luxatie. Bij verdergaande supinatie zal de ulna gemakkelijker de sigmoid notch aan de volaire zijde kunnen verlaten, zeker als bij het voorgaande letsel de intrinsieke en/of extrinsieke stabilisatoren zijn beschadigd. De vraag is of een K-draad fixatie met gipsimmobilisatie na gesloten repositie dan ook zinvol is. De weke delen letsels zijn waarschijnlijk deels preexistent, een TFCC ruptuur geneest niet met een rotatie blokkerende behandeling en de malunion blijft bestaan. Behoudens vanwege patiëntvriendelijkheid is een snelle repositie dan ook niet noodzakelijk. Een ct om de sigmoid notch te beoordelen, deze mogelijk volair te verdiepen en de dorsale malunion op te heffen lijkt meer voor de hand te liggen, zeker om een recidief te voorkomen. Het is zinvol om de huidige stabiliteit in het DRU gewricht nog eens te controleren. Ik ben bang dat het niet bij één luxatie zal blijven.

Peter Brink, traumatoloog, MUMC