Hoe kunnen we het aantal slachtoffers beperken?

Complicaties van vervuilde drugs

Klinische praktijk
Philip G. Frankenmolen
Caroline L. Hoogerheide-Wiegerinck
Floor F. van Bakkum
Esther A. Croes
Jasper R. Rebel
Femke M.J. Gresnigt
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2021;165:D5869
Abstract

Dames en Heren,

In de Nederlandse acute zorgketen worden frequent patiënten behandeld voor medische complicaties van drugsgebruik. Deze zijn soms levensbedreigend. Wanneer het klinische beeld niet past bij het vermeende ingenomen middel, kan er sprake zijn van vervuilde drugs of andere drugs. Aan de hand van deze klinische les bepleiten wij het nut van een regionaal samenwerkingsverband en landelijke registratie, om verdere slachtoffers van vervuilde drugs te voorkómen.

Patiënt A en B zijn toeristen die eind oktober 2014 worden opgenomen in een Amsterdams ziekenhuis met een onverklaard beeld na vermeend cocaïnegebruik. Zij hebben echter niet de sympathische verschijnselen van een cocaïne-intoxicatie, maar een klinisch beeld dat meer past bij een opioïd-toxidroom, met onder andere ademdepressie en een gedaald bewustzijn (tabel). Een toxidroom is een combinatie van symptomen en klinische kenmerken die kunnen optreden bij het gebruik van bepaalde middelen.1

Tabel
Overzicht van toxidromen1
Een toxidroom is een combinatie van symptomen en klinische kenmerken die kunnen optreden bij gebruik van bepaalde middelen
Tabel | Overzicht van toxidromen1 | Een toxidroom is een combinatie van symptomen en klinische kenmerken die kunnen optreden bij gebruik van bepaalde middelen

Wanneer een van deze patiënten komt te overlijden, wordt de recherche erbij betrokken. Analyse door het Nederlands Forensisch Instituut van de drugs die de patiënten hadden gebruikt, wijst uit dat er sprake is van zuivere witte heroïne en niet van cocaïne. Opgeteld blijken er in de 2 maanden voorafgaand aan deze gebeurtenis al 13 toeristen tussen de 20 en 25 jaar met een soortgelijk beeld te zijn opgenomen in Amsterdamse ziekenhuizen. Doordat deze patiënten in verschillende ziekenhuizen en…

Auteursinformatie

OLVG, afd. Spoedeisende Geneeskunde, Amsterdam: P.G. Frankenmolen, MSc, aios spoedeisende geneeskunde; drs. J.R. Rebel en drs. F.M.J. Gresnigt, SEH-artsen KNMG. St. Antonius Ziekenhuis, afd. Spoedeisende Geneeskunde, Nieuwegein: dr. C.L. Hoogerheide-Wiegerinck, aios spoedeisende geneeskunde. Jellinek Preventie, Amsterdam: drs. F.F. van Bakkum, expert verslavingspreventie. Trimbos-instituut, Utrecht: dr. E.A. Croes, arts-epidemioloog.

Contact F.M.J. Gresnigt (f.m.j.gresnigt@olvg.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Verantwoording

Vivian Schipper (Jellinek Preventie) gaf waardevol commentaar op eerdere versies van dit artikel.

Auteur Belangenverstrengeling
Philip G. Frankenmolen ICMJE-formulier
Caroline L. Hoogerheide-Wiegerinck ICMJE-formulier
Floor F. van Bakkum ICMJE-formulier
Esther A. Croes ICMJE-formulier
Jasper R. Rebel ICMJE-formulier
Femke M.J. Gresnigt ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties