CBO-richtlijn voor diagnostiek en behandeling van het acute enkelletsel

Klinische praktijk
C.N. van Dijk
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:2097-101
Abstract

Samenvatting

- Na een inversietrauma van de enkel is de diagnostiek gericht op het vaststellen of uitsluiten van een fractuur en een laterale enkelbandruptuur.

- Röntgenonderzoek voor fractuurdiagnostiek van de enkel is geïndiceerd, indien de patiënt niet in staat is de voet te belasten (minimaal 4 stappen) en/of indien de patiënt pijn aangeeft bij palpatie op de dorsale zijde van één of beide malleoli. Dit geldt zowel direct na het trauma als 4-5 dagen later.

- Het lichamelijk onderzoek van een enkelbandruptuur is in de eerste 48 h na een ongeval weinig betrouwbaar. Indien een fractuur is uitgesloten, geldt het volgende beleid: aanleggen van een drukverband, hoogleggen van het been en de patiënt adviseren de enkel actief te bewegen, vooral dorsale extensie. Zodra de pijn dit toestaat, mag de patiënt het been belasten. Na enkele dagen zijn de pijn en de zwelling afgenomen en vindt via een uitgesteld fysisch-diagnostisch onderzoek opnieuw onderzoek naar een enkelbandruptuur plaats.

- Het uitgestelde fysisch-diagnostisch onderzoek 4-5 dagen na een inversietrauma heeft een goede interwaarnemerovereenstemming. Aanvullend hulponderzoek als röntgendwangstandonderzoek, artrografie, echografie of MRI levert bij een beleid van uitgesteld fysisch-diagnostisch onderzoek geen extra informatie op en werkt kostenverhogend.

- Bij een distorsie kan worden volstaan met een steunende elastische zwachtel gedurende enkele dagen. De patiënt wordt geïnstrueerd zo snel mogelijk weer normaal te gaan lopen.

- Bij een geruptureerde enkelband is functionele behandeling de eerste keuze, door middel van een tapebandage of enkelbrace gedurende 5-6 weken. Doel van de behandeling is functieherstel binnen 2 weken en een restloze genezing.

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam, Amsterdam.

Dr.C.N.van Dijk, orthopedisch chirurg.

Contact dr.J.J.E.van Everdingen, dermatoloog, Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, Postbus 20.064, 3500 LB Utrecht

Verantwoording

Rapporteur namens de voorbereidingswerkgroep waarvan de leden aan het eind van dit artikel worden genoemd.

Verbeteringen
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Amsterdam, november 1999,

Juist om de reden van zwelling wordt in de consensus tapen in de eerste dagen niet aanbevolen. Bij zwelling dient na 4 tot 5 dagen het uitgesteld fysisch-diagnostisch onderzoek te worden gedaan. Daarna is tapen zinvol bij de vaststelling van een enkelbandruptuur.

De diagnose ‘enkelbandruptuur’ wordt gesteld op basis van het uitgesteld fysisch-diagnostisch onderzoek. Bij een ligamentruptuur trekken de ligamentuiteinden zich terug, waarbij zich tussen de ligamentuiteinden een hematoom vormt. Na enkele dagen prolifereert vasculair granulatieweefsel in dit hematoom. Dit wordt gevolgd door progressieve fibrose gedurende 2 à 3 weken. Na 4 weken begint de littekenformatie en door rijping van het weefsel nemen de stijfheid en de treksterkte toe. Na 6 weken is door contractie en rijping van het weefsel de weefselkwaliteit zodanig toegenomen dat verdere bescherming niet noodzakelijk wordt geacht.12 Een te korte bescherming (behandelduur) bij een bandruptuur geeft een verhoogd risico op insufficiënte heling.

C.N. van Dijk,
Literatuur
  1. Frank C, Schachar N, Dittrich D. Natural history of healing in the repaired medial collateral ligament. J Orthop Res 1983;1:179-88.

  2. Woo SL, Livesay GA, Runco TJ, Young EP. Structure of function of tendons and ligaments. In: Mow VC, Hayes WC, editors. Basic orthopaedic biomechanics. Philadelphia: Lippincott-Raven; 1997. p. 209-47.