Borstklachten ten tijde van bevolkingsonderzoek naar borstkanker: grotere kans op verwijzing en op borstkanker

Onderzoek
M.J.H. van Bon-Martens
H. Klingenberg
H.A.J. Dijkstra
P.H.M. Peeters
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2001;145:1067-71
Abstract

Samenvatting

Doel

Vaststellen hoe vaak deelneemsters aan de eerste ronde van het bevolkingsonderzoek borstkanker op een meegestuurde vragenlijst aangaven klachten van de borsten te hebben ten tijde van het bevolkingsonderzoek, en wat het verband is met doorverwijzen en het vinden van borstkanker.

Opzet

Retrospectief en gecontroleerd.

Methode

Bij de uitnodiging voor deelname aan het landelijk bevolkingsonderzoek naar borstkanker bij vrouwen van 50-69 jaar ontvingen de vrouwen in de screeningsregio van de Stichting Bevolkingsonderzoek Borstkanker Zuid (BoBZ) een medische vragenlijst. Deze vragenlijst werd door de radioloog alleen geraadpleegd bij twijfel over doorverwijzing. Nagegaan werd of de vrouwen met borstklachten vaker waren doorverwezen voor nader onderzoek dan vrouwen zonder klachten en of daarbij bij hen vaker borstkanker was vastgesteld. Hiervoor werden 2 aselecte onafhankelijke steekproeven getrokken uit het bevolkingsonderzoekbestand: 1116 vrouwen die in de eerste ronde waren onderzocht en 1113 vrouwen die in de eerste ronde waren verwezen voor vervolgonderzoek.

Resultaten

De prevalentie van klachten was 5,1 (95-BI: 3,9-6,6). Bij ruim de helft van deze vrouwen ging het om pijn, niet samenhangend met de menstruatie; vochtverlies uit de tepel; huidverandering (intrekking of verkleuring) of knobbels. Deze vrouwen met klachten hadden, vergeleken met vrouwen zonder klachten, een ruim 2 twee maal zo grote kans op verwijzing (gecorrigeerde oddsratio (OR) = 2,3; 95-BI: 1,4-3,8) en een ruim 3 maal zo hoge kans op borstkanker (gecorrigeerde OR = 3,3; 95-BI: 1,4-3,8). Maximaal 5,8 van de bij screening gevonden borstkankers kon worden toegeschreven aan de borstklachten.

Conclusie

Bij klachten ten tijde van de screening was de kans vergroot op het vinden van borstkanker, maar het is vooralsnog onduidelijk of het expliciet opnemen van vragen naar klachten bij de screeningsprocedure het rendement van de screening vergroot.

Auteursinformatie

Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Hart voor Brabant, Postbus 3166, 5203 DD 's-Hertogenbosch.

Mw.M.J.H.van Bon-Martens, epidemioloog.

GGD West-Brabant, Breda.

Mw.ir.H.Klingenberg, epidemioloog.

Centrale Eenheid Breda.

H.A.J.Dijkstra, radioloog.

Universitair Medisch Centrum, Julius Centrum voor Patiëntgebonden Onderzoek, Utrecht.

Mw.dr.P.H.M.Peeters, arts-epidemioloog.

Contact mw.M.J.H.van Bon-Martens (mvbon@worldonline.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties