Waargenomen effecten van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker in Nijmegen in de periode 1975-1986

Onderzoek
M.J.H. van Bon-Martens
P.H.M. Peeters
A.L.M. Verbeek
J.H.C.L. Hendriks
R. Holland
M. Mravunac
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:291-5
Abstract

Samenvatting

Sinds het begin van het proefbevolkingsonderzoek naar borstkanker in Nijmegen, januari 1975, zijn 14 jaren verstreken. De gegevens tot en met 1986 zijn inmiddels verwerkt en worden in deze bijdrage gepresenteerd.

Naarmate de geboortencohort jonger is, is de opkomst bij het bevolkingsonderzoek hoger. Na verloop van tijd nemen in alle geboortencohorten de opkomstcijfers af. De verwijscijfers zijn het hoogst in de eerste ronde en voor de oudste geboortencohort. De detectiecijfers geven, na een aanvankelijke daling, weer een stijging te zien in de laatste ronden. Zij zijn eveneens het hoogst voor de oudste geboortencohort. Bij jongere vrouwen komen relatief meer intervalcarcinomen voor (ten opzichte van het aantal bij screening gedetecteerde carcinomen).

Auteursinformatie

Katholieke Universiteit, Instituut voor Sociale Geneeskunde, Sectie Epidemiologie, Verlengde Groenestraat 75, 6525 EJ Nijmegen.

Mw.M.J.H.van Bon-Martens, med.drs.; mw.dr.P.H.M.Peeters en dr.A.L.M.Verbeek, artsen-epidemiologen.

Sint-Radboudziekenhuis, Nijmegen.

Afd. Radiologie: dr.J.H.C.L.Hendriks, radioloog.

Afd. Pathologische Anatomie: dr.R.Holland, patholoog-anatoom.

Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis, afd. Pathologische Anatomie, Nijmegen.

M.Mravunac, patholoog-anatoom.

Contact mw.drs.M.J.H.van Bon-Martens

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties