Bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker: eventuele winst niet bij voorbaat groter door diagnostiek op humaan papillomavirus

Opinie
R.W.M. Giard
J.W.W. Coebergh
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144:1664-8
Abstract

Zie ook de artikelen op bl. 1668, 1671, 1675 en 1684.

Wie zich bezighoudt met baarmoederhalskanker, buigt zich over een ziekte die zeldzaam is geworden en die bovendien het kostbare zorgenkindje van de preventieve geneeskunde is. De incidentie halveerde sinds de jaren zestig (met een verdere afname van 2 per jaar sinds 1989) en er was een nog grotere reductie van de sterfte. Het blijft onduidelijk in hoeverre dit te danken is aan de activiteiten gericht op vroege opsporing, die zijn uitgemond in het bevolkingsonderzoek dat vanaf 1996 wordt gecoördineerd door de toenmalige Ziekenfondsraad, tegenwoordig College voor zorgverzekeringen geheten. In dat jaar waren er 710 nieuwe gevallen van invasief carcinoom, ofwel 8 per 100.000 vrouwen, vooral bij vrouwen van 40-70 jaar; een huisarts met een gemiddelde praktijk ziet eens in de 10-12 jaar een nieuwe patiënt met cervixcarcinoom. De ‘lifetime’-incidentie was ongeveer 0,7. In 1996 bedroeg het…

Auteursinformatie

Medisch Centrum Rijnmond-Zuid, locatie Clara, afd. Klinische Pathologie, Olympiaweg 350, 3078 HT Rotterdam.

Dr.R.W.M.Giard, patholoog en klinisch epidemioloog.

Integraal Kankercentrum Zuid, Eindhoven.

Contact Dr.J.W.W.Coebergh, epidemioloog (giard@bart.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties