Bedenkingen tegen de richtlijn 'Influenzapreventie in verpleeghuizen en verzorgingshuizen' van de Nederlandse Vereniging van Verpleeghuisartsen

Opinie
J.C. de Jong
W.E.P. Beyer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:116-8
Abstract

Zie ook het artikel op bl. 119.

Kortgeleden verscheen de richtlijn ‘Influenzapreventie in verpleeghuizen en verzorgingshuizen’, die werd samengesteld door een werkgroep van de Nederlandse Vereniging van Verpleeghuisartsen (NVVA) (www.artsenapotheker.nl/files/rl_influenza_2004.pdf). Dit is een goed initiatief dat verpleeghuisartsen en andere bij verpleeg- en verzorgingshuizen betrokken personen een stevig handvat biedt bij de moeilijke situatie van een influenza-uitbraak. Elders in dit nummer geven Cools en Van Essen, beiden lid van genoemde werkgroep, een toelichting.1

Tegen twee onderdelen van de NVVA-richtlijn voeren wij hier bezwaren aan.

influenzavaccinatie met dubbele dosis

Over de influenzavaccinatie zegt de richtlijn (bladzijde 10):

‘a. Ter beperking van de kans op een influenza-uitbraak wordt een zo hoog mogelijke vaccinatiegraad onder vooral de zorgverleners, maar ook onder de patiënten bereikt.

b. Het vaccineren van de zorgverleners beperkt hun rol als verspreiders van ziekte en vermindert de kans op ziekte tijdens en door het werk.

c. Ter beperking van het…

Auteursinformatie

Erasmus Medisch Centrum, afd. Virologie, Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam.

Hr.dr.J.C.de Jong en hr.dr.W.E.P.Beyer, virologen.

Contact Correspondentieadres: hr.dr.J.C.de Jong (jc.de.jong@wxs.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Leiden, december 2004,

De Jong en Beyer (2005:116-8) hebben bedenkingen tegen twee maatregelen in de richtlijn: de aanbeveling een dubbele vaccindosis te overwegen en het voorbehoud om tijdens een influenza-uitbraak alleen profylaxe met oseltamivir in te stellen in het kader van gecontroleerd observationeel onderzoek.

De richtlijn stelt dat de aanbeveling met betrekking tot een dubbele vaccindosis zich beperkt tot intramurale verpleeghuispatiënten en dus geldt voor alle ouderen. De bedenkingen worden ondersteund met referenties. De eerste, een literatuuroverzicht over 1978-1991, betreft hoofdzakelijk gezonde, meestal jongere mensen en één niet-geblindeerde studie van Arden et al. uit 1984 bij chronisch zieke ouderen in een Amerikaans ‘nursing home’.1 2 De uitkomsten van dit overzicht zijn weinig relevant voor de specifieke doelgroep. De tweede referentie betreft een dosis-responsexperiment in Nederland, Frankrijk en Israël uit 1988, waarin dementerende verpleeghuispatiënten zijn geëxcludeerd en relatief gezonde verpleeghuisbewoners zijn geïncludeerd.3 Hierin onderschrijven de auteurs de bevinding van Arden et al. dat intramurale zieke ouderen een verbeterde immuunrespons tonen op een hogere dan de gebruikelijke vaccindosis. Deze twee gedateerde referenties bevatten helaas geen gecontroleerde gegevens over ernstig zieke intramurale verpleeghuispatiënten in Nederland, van wie tevens vaststaat dat hun multipele morbiditeit de afgelopen 10 jaar gemiddeld sterk is verhevigd. Wel bestaat er consensus over de nadelige gevolgen van dergelijke morbiditeit op de immuunrespons.

De aanbeveling in de richtlijn om een dubbele vaccindosis te overwegen bij intramurale verpleeghuispatiënten is gebaseerd op het experiment dat in 1998 in meerdere centra bij uitsluitend Nederlandse verpleeghuispatiënten is gedaan.4 De bedenkingen tegen de gebruikte laboratoriummethode in deze studie gaan voorbij aan de bevestiging van De Jong en Beyer dat de hemagglutinatieremmingstest en de ELISA-test goed correleren. Het doet er niet toe of in elk concreet geval dat verband anders kan liggen, omdat dergelijke tests nooit een rol spelen bij het klinische besluit om in concrete gevallen wel of niet met een dubbele dosis te vaccineren.

Het voorbehoud van de richtlijn om profylaxe met oseltamivir tijdens een influenza-uitbraak in een zorginstelling alleen toe te passen in het kader van observationeel gecontroleerd onderzoek moet niet worden uitgelegd als een advies om individuele verpleeghuisartsen een eigen afweging te laten maken bij alle individuele medisch geïndiceerde patiënten in de zorginstelling. Het voorbehoud geeft slechts aan dat de vereiste zekerheid over het profylactisch effect in een zorginstelling alleen op deze manier te verkrijgen is.

Tenslotte benadrukt de richtlijn dat alle genoemde maatregelen met de juiste urgentie en in de juiste volgorde tezamen een influenza-uitbraak kunnen voorkomen of althans de ernst en omvang aanzienlijk kunnen beperken. In dat beleid past niet dat minder stevig onderbouwde onderdelen kunnen worden weggelaten.

H.J.M. Cools
Literatuur
  1. Palache AM, Beyer WEP, Lüchters G, Völker R, Sprenger MJW, Masurel N. Influenza vaccines: the effect of vaccine dose on antibody response in primed populations during the ongoing interpandemic period. A review of the literature. Vaccine 1993;11:892-908.

  2. Arden NH, Patriarca PA, Lui KJ, Harmon MW, Brandon F, Kendal AP. Safety and immunogenicity of a 45-microgram supplemental dose of inactivated split-virus influenza B vaccine in the elderly. J Infect Dis 1986;153:805-6.

  3. Palache AM, Beyer WEP, Sprenger MJW, Masurel N, Jonge S de, Vardy A, et al. Antibody response after influenza immunization with various vaccine doses: a double-blind, placebo-controlled, multi-centre, dose-response study in elderly nursing-home residents and young volunteers. Vaccine 1993;11:3-9.

  4. Roos-van Eijndhoven DG, Cools HJM, Westendorp RGJ, Cate-Hoek AJ ten, Knook DL, Remarque EJ. Randomized controlled trial of seroresponses to double dose and booster influenza vaccination in frail elderly subjects. J Med Virol 2001;63:293-8.