Anti-decubitusmatrassen

Opinie
J.R.E. Haalboom
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:1309-10

In een artikel in The Lancet is een onderzoek beschreven van Hofman et al. waarin een gunstig preventief effect wordt beschreven van een zogenaamde anti-decubitusmatras (Comfortex DeCube-matras, ComforMed Europe BV, Halsteren).1 De fabrikant claimt een gunstig effect van deze matras door de mogelijkheid enkele kubusvormige delen onder bedreigde lichaamsdelen te verwijderen en door een gunstige verdeling van het lichaamsgewicht over een groter oppervlak.

Bij 44 oude patiënten met een heupfractuur die een operatie vereiste, werd prospectief en gerandomiseerd de DeCube-matras met een standaard-ziekenhuismatras vergeleken. De patiënten werden verder volgens de consensus behandeld.2 Na 1 week was bij 25 van de DeCube-groep een vorm van decubitus opgetreden en bij 64 van de controlegroep, na 2 weken waren deze cijfers respectievelijk 24 en 68. Geconcludeerd werd dat het gebruik van de DeCube-matras een significante verbetering betekende ten opzichte van dat van de standaard-ziekenhuismatras, maar dat verder onderzoek nodig was om…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Interne Geneeskunde, Postbus 85.500, 3508 GA Utrecht.

Dr.J.R.E.Haalboom, internist.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

R.H.
Geelkerken

Leiden, juli 1994,

Collega Haalboom schreef een commentaar (1994;1309-10) op ons in The Lancet gepubliceerde onderzoek betreffende decubituspreventie met behulp van een eenvoudige anti-decubitusmatras.1 Wij zijn het geheel eens met zijn opmerking dat verder onderzoek naar anti-decubitushulpmiddelen moet worden uitgevoerd. Gelukkig ondersteunt recent onderzoek onze bevinding dat de DeCube-matras een zeer goed anti-decubitushulpmiddel is.2

Het overige commentaar van Haalboom behoeft onzes inziens enige nuancering. De opmerkingen over de ethische aspecten van ons onderzoek en over het al dan niet volgen van de consensus vinden wij ongefundeerd. Zoals beschreven in ons artikel,1 en later door ons toegelicht,3 is in beide onderzoeksarmen de Nederlandse consensus gevolgd.4 Deze consensustekst en de literatuur laten geen duidelijke uitspraak toe over de toepassing van eenvoudige anti-decubitusmatrassen als primaire preventie bij een patiënt met een hoog risico. Alleen de arbeidsintensieve en kostbare hulpmiddelen zoals de ‘low-air-los’-bedden zijn zeer effectief gebleken. De overwegingen betreffende onze onderzoeksopzet staan uitgebreid bediscussieerd in ons artikel,1 en in een ‘editorial’.5 Aanvullend kan worden gemeld dat bij navraag bij 7 heelkundige opleidingsklinieken, waaronder de afdeling Heelkunde van het Academisch Ziekenhuis Utrecht, bleek dat geen van deze klinieken speciale matrassen gebruikt bij opname van patiënten met een collumfractuur. Onze onderzoeksopzet vergelijkt dus de huidige klinische praktijk in heelkundig Nederland met het gebruik van een nieuwe veelbelovende anti-decubitusmatras waarbij de overige factoren volledig zijn gestandaardiseerd conform de consensus.4 Ondanks het feit dat onze patiëntencohort met een collumfractuur en een hoge decubitusrisicoscore geheel volgens deze consensus werd behandeld, kreeg 60 tot 70% van de patiënten op de standaardmatras decubitus graad 2 of meer. Dit hoge percentage is in overeenstemming met percentages in andere onderzoekingen.67 Ook de door Haalboom gerapporteerde getallen van decubitusincidentie in het Academisch Ziekenhuis Utrecht,8 ongeveer overeenkomend met de incidentie in onze ziekenhuizen, illustreren fraai dat decubitus geen groot probleem is bij het merendeel van de opgenomen patiënten, maar een groot probleem kan zijn voor een kleine subgroep van patiënten. Onderzoek naar adequate decubituspreventie moet dus vooral gericht zijn op een klein deel van de ziekenhuispopulatie met hoog risico van decubitus.

Betreffende de opmerkingen van collega Haalboom over het ‘windring-effect’ verwijzen wij naar ons commentaar in The Lancet.3 Kort samengevat: het theoretische windring-effect was in ons onderzoek met de DeCube-matras praktisch geen probleem.

R.H. Geelkerken
P.J. Breslau
J. Hermans
J. Wille
A. Hofman
J.J. Hamming
Literatuur
  1. Hofman A, Geelkerken RH, Wille J, Hamming JJ, Hermans J, Breslau PJ. Pressure sores and pressure-decreasing mattresses: controlled clinical trial. Lancet 1994;343:568-71.

  2. Bell JC, Matthews SD. Results of a clinical investigation of four pressure-reduction replacement mattresses. J ET Nurs 1993;20:204-10.

  3. Geelkerken RH, Hermans J, Hofman A, Wille J, Hamming JJ, Breslau PJ. Pressure sores and pressure-decreasing mattresses. Lancet 1994;343:980-1.

  4. Bakker H. Consensus-bijeenkomst preventie van decubitus. [LITREF JAARGANG="1985" PAGINA="1280-4"]Ned Tijdschr Geneeskd 1985;129:1280-4.[/LITREF]

  5. Blinded by sience [editorial]. Lancet 1994;343:553-4.

  6. Versluysen M. How elderly patients with femoral fracture develop pressure sores in hospital. BMJ 1986;292:1311-3.

  7. Coughlin L, Templeton J. Hip fractures in patients with Parkinson's disease. Clin Orthop 1980;148:192-5.

  8. Haalboom JRE. Decubitus in het ziekenhuis, 4 jaar later. [LITREF JAARGANG="1988" PAGINA="1544-5"]Ned Tijdschr Geneeskd 1988;132:1544-5.[/LITREF]

H.
van der Wekken

Halsteren, juli 1994,

Haalboom vermeldt in zijn commentaar (1994;1309-10) als fabrikant ComforMed Europe BV. Dit is onjuist, de fabrikant en patenthouder wereldwijd is Comfortex Inc., Winona, USA.1 Verder refereert de auteur aan een artikel in De Volkskrant,2 en suggereert dat dit door de fabrikant is geplaatst. Dit is eveneens niet juist. Het betreft hier een interview met de onderzoekers, dit naar aanleiding van een persbericht in The Lancet.3

H. van der Wekken
Literatuur
  1. Hofman A, Geelkerken RH, Wille J, Hamming JJ, Hermans J, Breslau PJ. Pressure sores and pressure-decreasing mattresses: controlled clinical trial. Lancet 1994;343:568-71.

  2. Feenstra G. Ziekenhuizen kunnen miljoenen besparen met antidoorligmatras. De Volkskrant 1994 4 maart: I.

  3. Blinded by science [editorial]. Lancet 1994;343:553-4.

J.R.E.
Haalboom

Utrecht, augustus 1994,

Met belangstelling heb ik kennis genomen van de reactie van de collegae Geelkerken et al. De bedoeling van mijn commentaar was duidelijk te maken dat er slechts één matras was vergeleken met een standaard-ziekenhuismatras en dat verder onderzoek met meer typen noodzakelijk is alvorens uitspraken gedaan kunnen worden over de effectiviteit van een dergelijke matras in vergelijking met andere matrassen. Uit hun reactie maak ik op dat Geelkerken et al. het daarmee eens zijn. Ik heb geen redenen om dit standpunt te wijzigen. De uitspraak dat de DeCube-matras veelbelovend is, laat ik dan ook voor hun rekening.

Wat betreft de reactie van de heer Van der Wekken: het adres van de fabrikant is overgenomen uit de ‘advertorial’ van zijn eigen firma in het blad van de Woundcare Consultant Society (WCS) van maart 1994 jl. In deze advertentie staat onder andere letterlijk dat ‘de Comfortex DeCube matras de meest effectieve maatregel is bij het voorkomen van decubitus’. Naar mijn mening is dat dus nog niet aangetoond.

J.R.E. Haalboom