Acute diverticulitis

Klinische praktijk
H.H.M. de Boer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1989;133:1733-6

Inleiding

Acute ontsteking van één of meer divertikels is de letterlijke vertaling van acute diverticulitis. De wijze van ontstaan is niet bekend. Het is nog steeds onduidelijk of er primair sprake is van ontsteking of van perforatie van de dunne divertikelwand door een mechanische oorzaak. Het is echter zeker dat pas gesproken wordt van acute diverticulitis als de ontsteking door de wand van het divertikel heen is. Niet elke aanval van pijn links onder in de buik ten gevolge van divertikelziekte is een acute diverticulitis. Het vóórkomen van divertikelziekte van het colon neemt aanzienlijk toe met het stijgen der jaren. Onder de leeftijd van 30 jaar komt de ziekte vrijwel niet voor; boven de 75 jaar komt ze voor bij 60 van de bevolking van West-Europa of Noord-Amerika.

Divertikels worden ofwel bij toeval vastgesteld, tijdens het maken van een coloninloopfoto, ofwel gediagnostiseerd indien zich symptomen voordoen. Aangenomen wordt dat divertikels…

Auteursinformatie

Sint Radboudziekenhuis, afd. Algemene Heelkunde, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Prof.dr.H.H.M.de Boer, chirurg.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Amsterdam, september 1989,

Vanwege de grillige recidiverende presentaties vraagt het fenomeen diverticulitis nog geregeld onze aandacht. Therapeutisch draait het altijd weer om het rapporteren over allerlei operaties tegen de gevaarlijke ontstekingen (1989;1733-6) en bloedingen.1 Een behandeling van complicaties, maar niet van de ziekte. De clinicus spreekt van diverticulitis en zonder ontsteking van, onschuldig te boek staande, diverticulose, vaak vanzelfsprekend van het colon. Ongenuanceerde begrippen in pathofysiologisch opzicht. De divertikelziekte heeft een systemisch karakter en is nauw verbonden met bindweefselziekten. De tweevormigheid en de samenhang met ziekten en syndromen met dezelfde achtergrond getuigen daarvan. Vele daarmede verband houdende structuren en gedragingen hebben daarmede te maken. Ontstekingen komen alleen voor bij het hypertrofische type dat gekenmerkt wordt door een verdikte spierlaag in de wand en uitsluitend gelokaliseerd is in het sigmoïd en het distale gedeelte van het colon descendens. Laumonnier en Martin beschreven de verdikking in 1957 en wij met klinische implicaties in 1963.23 Iedere ontsteking, in welke fase ook, betekent een door deze irreversibele muscular abnormality geblokkeerd chronisch gevaar. Iedere progressie, die daardoor altijd perifeerwaarts verloopt, maakt het gevaar urgenter en het overwegen van een electieve operatieve indicatie noodzakelijker. Sigmoïdresectie met het laagste descendensdeel is ideaal. Daar dreigen ontstekingen. Per geval beoordeeld, blijken ook kortere resecties recidieven te voorkomen. Het divertikelvrije rectum biedt een gave aansluiting voor een end to end-anastomose die het lengteverlies het beste overbrugt en een natuurlijke herstelfunctie garandeert. Schoemakers éénlagige gesloten techniek en variaties daarop (haaks gebogen colonklemmen) blijken hiertoe even betrouwbaar als uitvoerbaar. De fysiologisch aangepaste reconstructie waarmede Schoemaker zich gemotiveerd vanaf zijn proefschrift bij dunne darm, dikke darm en maag technisch creatief heeft beziggehouden.4-8

Tussen 1952 en 1963 werd uit het totale aanbod (n = 82) voor subacute en acute ontstekingsopleving, naast 4 palliatieve colostomieën, bij alle verdere 23 patiënten deze resectie toegepast (17 in één zitting, 10 éénlagig, 3 met vooraf colostomie, 3 met dunne-darmresectie, 1 met blaasfistel), zonder recidief, dysfuncties (follow-up 3½ jaar) of onnatuurlijke anus. De 3 doden hielden geen verband met de methode, maar met foute indicatie (bloedingen) en conditiebeoordelingen daartoe.1

Tussen 1977 en 1985 werden wegens dezelfde ‘acute diverticulitis’ 53 patiënten (gehele aanbod?) in het St. Radboudziekenhuis geopereerd met een vergelijkbare sterfte, maar met een onnatuurlijke anus in 94% (evt. recidieven? functiecorrecties?). Resultaten waarbij het betrokken chirurgisch milieu of de verwijzende milieus de cruciale betekenis van de irreversibele structurele consequenties van de ziekte en de daarop gebaseerde electieve operatieve indicatie hebben miskend en de mogelijkheden van de Schoemaker School met de primaire end to end-anastomose na resectie daarbij onvoldoende hebben onderkend.

P. de Graaff
Literatuur
  1. Graaff P de, Ploeg E van der. De divertikelziekte van het colon. T Gastroenterology 1964; nr 3, 270-89.

  2. Graaf P de, Ploeg E van der, Levy IS. Enkele waarnemingen over de pathofysiologie van de divertikelziekte van het colon. Een klinisch-pathologisch-anatomische analyse van 22 resectiepreparaten en 2 obducties. [LITREF JAARGANG="1964" PAGINA="1297-302"]Ned Tijdschr Geneeskd 1964; 108: 1297.[/LITREF]

  3. Graaf P de, Holwerda PJ. Het hypertrofische en het atrofische type divertikelziekte van het colon. [LITREF JAARGANG="1980" PAGINA="1959-65"]Ned Tijdschr Geneeskd 1980; 124: 1959-65.[/LITREF]

  4. Schoemaker J. Experimentele bijdrage tot de kennis van de darmnaad. Leiden, 1896. Proefschrift.

  5. Schoemaker J. Zur Technik der Darmnaht. Zentralbl Chir 1907; nr. 18.

  6. Schoemaker J. Kasuistisches und Technisches aus der Dickdarmchirurgie. Arch Klin Chir 1915: 195.

  7. Schoemaker J. La chirurgie comme un art. Voorzittersrede over de gesloten éénlagige end to end anastomose van het colon. Congrès Sociéte internationale de Chirurgie, Caïro 1936.

  8. Schoemaker J. Ueber die Technik ausgedehnter Magenresektionen. Arch klin Chir 1911; 94: 541.

H.H.M.
de Boer

Nijmegen, september 1989,

Collega De Graaff wijst nogmaals op de grote verdienste van Schoemaker. Ik ben hem hiervoor zeer erkentelijk.

In het artikel ‘Acute diverticulitis’ heb ik mij niet begeven in de nog steeds gevoerde discussie over de éénrijige of tweerijige naad. Bezwaar heb ik tegen de vergelijking van een groep patiënten met een subacute en een acute ontsteking zonder nadere classificatie met de door mij gepubliceerde reeks patiënten met gecompliceerde diverticulitiden. Uiteraard wordt bij een patiënt die geopereerd wordt wegens subacute of acute ontsteking waarbij geen complicatie is opgetreden na resectie een primaire naad gelegd. Daarover bestaat tussen ons geen verschil van mening.

H.H.M. de Boer