Rectificatie
Erratum
Ned Tijdschr Geneeskd. 2016;160:D329
Op dit artikel is de volgende verbetering gekomen:
In het onderschrift bij tabel 1 staat: ‘Daarbij zijn de zoektermen in de 3 kolommen gecombineerd met de Booleaanse operator AND, de zoektermen in de rijen met OR.’ Dit is niet juist. Deze zin moet worden vervangen door: ‘Daarbij zijn de zoektermen in de 3 kolommen gecombineerd met de Booleaanse operator OR, de zoektermen in de rijen met AND.’

Samenvatting
Doel
Overzicht geven van de literatuur over het effect van smartphone-apps en activiteitsmeters op een gezonde leefstijl.
Opzet
Systematische review.
Methode
In PubMed, de Cochrane Library, Embase en CINAHL zochten we naar relevante artikelen. Inclusiecriteria waren: (a) de interventie was een mobiele app of activiteitsmeter; (b) die bewegen en gezonde voeding stimuleerde; (c) bij volwassen mensen met een ongezonde leefstijl die nog geen aandoening hadden; (d) gericht op preventieve gezondheidszorg, gezondheidsbevordering of gezond gedrag; en (e) waarin het effect op fysieke activiteit, voeding of gewicht werd gemeten.
Resultaten
We includeerden 17 onderzoeken, waarvan 13 met apps en 4 met activiteitsmeters. Het effect van de apps op fysieke activiteit bij mensen met overgewicht of obesitas was in 6 onderzoeken positief en in 3 afwezig. Er was een positief effect op voeding dat in 3 onderzoeken significant en in 2 niet-significant was. Het effect op gewicht was in 6 onderzoeken positief en in 5 afwezig. De bewijskracht van de onderzoeken met apps was matig tot laag. Activiteitsmeters leken fysieke activiteit te kunnen verhogen, maar de kwaliteit van deze onderzoeken was laag. De effecten op gewicht waren tegenstrijdig en de effecten op voeding zijn niet onderzocht.
Conclusie
Apps hebben een globaal positief effect op de fysieke activiteit. Het effect op voeding en gewicht is onduidelijk, maar de trend is dat ze het voedingspatroon verbeteren. Ook activiteitsmeters kunnen de fysieke activiteit verhogen. Om gebruik van apps en activiteitsmeters te kunnen aanbevelen is echter grootschaliger onderzoek nodig, met beter uitgebalanceerde controlegroepen en een langere follow-upduur.
Leerdoelen
- Er zijn veel apps beschikbaar op het gebied van gezondheid en fitness, maar het effect van apps en activiteitsmeters op een gezonde leefstijl is weinig onderzocht.
- Apps en activiteitsmeters hebben een globaal positief effect op de fysieke activiteit maar hun effect op gewicht is onduidelijk
- Er is een voorzichtige trend dat apps het voedingspatroon kunnen verbeteren.
- De bewijskracht van onderzoeken naar leefstijleffecten van apps en activiteitsmeters is matig tot laag.
- Om de bruikbaarheid van apps en activiteitsmeters te bevestigen is grootschaliger onderzoek nodig, met beter uitgebalanceerde controlegroepen en follow-up op langere termijn.
artikel
Inleiding
In de recente ‘call to action’ riep de American Heart Association gezondheidsprofessionals op gezond gedrag bij hun cliënten aan te moedigen.1 Een ongezonde leefstijl verhoogt het risico op hart- en vaatziekten, diabetes mellitus type 2, obesitas, kanker en depressie.2 Weliswaar is gebleken dat leefstijlcounseling gezondheidswinst oplevert voor mensen met overgewicht en kosteneffectief is,3 maar in de praktijk komt er, door gebrek aan tijd of geschikte tools, nog onvoldoende van terecht.1 Zo rapporteerde de Inspectie voor de Gezondheidszorg in 2012 dat de richtlijnen voor leefstijlbegeleiding bij hartrevalidatie in Nederlandse zorginstellingen niet of niet optimaal worden toegepast.4
Leefstijlcounseling kan op verschillende manieren worden aangeboden. Men kan innovatieve technologieën inzetten zoals smartphone-apps, dat zijn op zichzelf staande programma’s voor smartphones, en activiteitsmeters (‘activity trackers’), dat zijn armbanden of clips die beweeggedrag meten en die gekoppeld kunnen worden aan een app of een website. Apps als aanvulling op standaard leefstijlinterventies lijken een gunstig effect te hebben op de fysieke activiteit.5 Ze zijn goedkoop en gemakkelijk bereikbaar voor een groot publiek van smartphonegebruikers en ze zijn ontzettend populair: in 2014 waren er al 32.700 apps te vinden in de categorie ‘gezondheid en fitheid’.6 Een voordeel van apps is dat je er aanvullende functies in kunt opnemen, zoals contact zoeken met vrienden. In combinatie met activiteitsmeters bieden apps bovendien de mogelijkheid tot zelfmonitoring en kunnen ze feedback geven, bijvoorbeeld over de bereikte doelen. Gezondheidsprofessionals kunnen apps en activiteitsmeters inzetten om cliënten te stimuleren tot een actievere leefstijl. Ook is geopperd dat artsen zulke apps kunnen aanbevelen aan patiënten om ze aan te zetten tot bewegen.1
Maar hoe werkzaam zijn deze apps en welke zijn het aanbevelen waard? Op dit moment is de effectiviteit van beweeg- en voedingsapps en activiteitsmeters niet duidelijk. Er is wel een aantal reviews verschenen waarin het effect is onderzocht van interventies met smartphones, sms-berichten gecombineerd met telefoongesprekken, websites en externe stappentellers op fysieke activiteit en gewichtafname.5,7 Deze reviews bevatten echter maar weinig onderzoeken waarin apps of activiteitsmeters werden gebruikt.
Het doel van deze systematische review is een overzicht te geven van de literatuur over de effectiviteit van beweeg- en voedingsapps en activiteitsmeters bij mensen met een ongezonde leefstijl.
Methode
We voerden deze systematische review uit aan de hand van de ‘Preferred reporting items for systematic reviews and meta-analyses’ (PRISMA)-richtlijn.8 In mei 2016 zochten we naar literatuur in de databases van PubMed, de Cochrane Library, Embase en CINAHL (tabel 1). Nadat we dubbele artikelen hadden verwijderd, controleerden we de literatuurlijsten en de gevonden reviews op mogelijk relevante artikelen.

Geïncludeerde artikelen moesten voldoen aan de volgende criteria: (a) de interventie was een mobiele app of activiteitsmeter; (b) die bewegen en gezonde voeding stimuleerde; (c) bij volwassen mensen met een ongezonde leefstijl die geen aandoening hadden; (d) gericht op preventieve gezondheidszorg, gezondheidsbevordering of gezond gedrag; en (e) waarin het effect op de fysieke activiteit, de voeding of het gewicht gemeten werd. Ten slotte moest het gaan om oorspronkelijk onderzoek waarvan de volledige tekst beschikbaar was in het Engels of Nederlands.
We excludeerden kwalitatieve onderzoeken, gebruikersonderzoeken, onderzoeksprotocollen en editorials. Ook excludeerden we apps die gebruikt werden door gezondheidsprofessionals, voor diagnostische doeleinden of voor onderwijsdoeleinden, interventies waarbij tekstberichten verstuurd werden en websites zonder link naar een app.
3 auteurs (JD, SZ en VD) selecteerden de artikelen. Zij controleerden achtereenvolgens de titels, de abstracts en de volledige artikelen. Per artikel werd een samenvatting gemaakt van de kenmerken van de deelnemers, het type app, de functies in de app, de onderzoeksopzet en de interventie- en controlegroep, en werden de uitkomsten voor fysieke activiteit, voeding en gewicht beschreven. De bewijsvoering werd beoordeeld aan de hand van de richtlijnen van het Centre for Evidence Based Medicine van de Universiteit van Oxford (www.cebm.net/ocebm-levels-of-evidence). Daarna werd de bewijskracht per uitkomst beoordeeld volgens de benadering van de Grading of Recommendations Assessment, Development and Evaluation Working Group (GRADE).9
Resultaten
De zoekstrategie leverde 1141 artikelen op. Op basis van titel en abstract selecteerden we 51 artikelen waarvan de volledige tekst werd gescreend. Uiteindelijk voldeden 17 onderzoeken aan de inclusiecriteria (figuur). Tabel 2 beschrijft de aanvangskenmerken van de deelnemers aan deze 17 onderzoeken. De duur van de interventies varieerde van 4 weken tot 24 maanden.


In 13 onderzoeken werd bij de interventie een app ingezet,10-22 en in 4 onderzoeken een activiteitsmeter.23-26 Tabel 3 geeft een overzicht van de onderzoeksopzet, de gebruikte apps met hun functies en de interventie- en controlearmen. In 6 onderzoeken werd een commerciële app gebruikt die verkrijgbaar was in een ‘app-store’. In 7 onderzoeken werd een speciaal ontwikkelde app onderzocht die alleen voor onderzoeksdoeleinden was gebruikt. Alle 4 de onderzochte activiteitsmeters zijn verkrijgbaar in Nederland.

Functionaliteit van de apps
In alle apps (n = 17) werd de fysieke activiteit gemonitord. De functies die daarna het vaakst voorkwamen, waren feedback geven (n = 9), doelen stellen (n = 7), tekstberichten, herinneringen of attenderingen versturen (n = 5), benodigde calorie-inname of energiebalans berekenen (n = 5), sociaal netwerk of support faciliteren (n = 4), geschiedenis of vooruitgang in kaart brengen (n = 4) en spelelementen (n=4).
Functies die het minst vaak voorkwamen, waren tips voor gedragsverandering (n = 2), beloningen (n = 1), een barcodescanner (n=1), zelfmanagement bevorderen (n = 1), empowerment vergroten (n = 1), foto’s van eten en recepten bewaren (n = 1).
Effectiviteit
Tabel 4 geeft een overzicht van de effecten van de interventies op fysieke activiteit, voeding en gewicht.

Fysieke activiteit Het effect op de fysieke activiteit werd op verschillende manieren gemeten en de uitkomsten wisselden. In 6 van de 9 onderzoeken werd een significant positief effect van de app op fysieke activiteit gevonden (zie tabel 4).13-17,21 De bewijskracht voor dit effect was matig door de wisselende resultaten. De meeste onderzoeken waren RCT’s met redelijke aantallen, maar er was ook een pilotonderzoek en een patiënt-controleonderzoek bij.
Voor een aantal apps werd een positief effect op het beweeggedrag gevonden.13-17,21 Bij volwassenen met overgewicht leidden 2 interventies tot toename van het aantal gezette stappen in de interventiegroep en tot afname daarvan in de controlegroep. Bij de pedometer Accupedo-Pro was de toename in de interventiegroep 1631 stappen (SD: 3842) en de afname in de controlegroep -386 stappen (SD: 3281; p = 0,009); bij de app mDPP was de toename 2551 (SD: 4712) en de afname -734 stappen (SD: 3308; p < 0,001).13,16 Toevoeging van de app iStepLog aan het 10.000-stappenprogramma maakte de kans dat de deelnemer meer dan 10.000 stappen per dag liep bijna 21 keer zo groot (oddsratio: 20,6; 95%-BI: 9,2-46,4).17
Volwassenen met overgewicht rapporteerden na een interventie met de app Fat Secret een hogere intentionele fysieke activiteit dan deelnemers die de app niet gebruikten: zij namen zich voor 196,4 kcal/dag (SD: 45,9) te verbruiken versus 100,9 kcal/dag in de controlegroep (SD: 45,1; p = 0,02).21 Het programma mHealth, met 4 apps gericht op fysieke activiteit, sedentair gedrag, inname van groente en fruit en inname van suikerhoudende dranken, verhoogde de duur van licht intensieve activiteit met 34,2 min/dag (SD: 35,1).14 Een programma waarin 3 apps met een analytisch, sociaal of affectief karakter werden gebruikt, verhoogde de duur van de gemiddeld tot intensieve activiteit met 188,6 min/week (SD: 289,3), zonder dat er significante verschillen waren tussen de 3 apps.15 Daartegenover werd in 3 onderzoeken geen enkele toename van de fysieke activiteit gevonden.10,12,18
Activiteitsmeters leken de fysieke activiteit van volwassenen met overgewicht te vergroten.23-25 Maar de bewijskracht was laag door de onderzoeksopzet (1 RCT, 1 experimenteel onderzoek en 1 cross-overonderzoek) en de lage aantallen geïncludeerde personen. De armband SenseWear in combinatie met de app B-mobile, die oproepen stuurde om een te wandelpauze te houden na een vooraf bepaald aantal sedentaire minuten, leidde tot een grotere toename van activiteit dan de activiteitsmeter Fitbit.23,24 In conditie 1, met een beweegpauze van 3 min na 30 min sedentair gedrag, werd een toename geconstateerd van lichte activiteit met 31,0 min/dag (p < 0,05) en van gemiddeld intensieve activiteit met 16,3 min/dag (p < 0,01).23
De interventie met Fitbit leidde tot een toename van de totale gemiddelde tot intensieve activiteit met 62 min/week (p < 0,01) en van het aantal stappen met 789 per dag (p = 0,01), maar de verschillen met een groep die alleen een stappenteller gebruikte waren niet significant (p = 0,15-0,99).24 In een cross-overonderzoek was de inactiviteit in de interventiegroep die Fitbit eerst gebruikte met en daarna zonder inactiviteitsherinneringen significant lager in de periode waarin de herinneringen aan stonden (24,6 vs. 30,4%; p < 0,02).25
Voeding Apps leken wel enig positief effect op het voedingspatroon te hebben bij volwassenen met overgewicht, maar niet in alle onderzoeken was de verbetering significant. In 3 van de 5 onderzoeken namen gebruikers van de app minder calorieën en suikerhoudende dranken in en meer groente.14,16,21 De kwaliteit van deze 5 onderzoeken was matig tot laag door beperkingen van het onderzoek of doordat de resultaten wisselend waren; in enkele onderzoeken ontbrak een goede controlegroep. Door verschillen in de gebruikte uitkomstmaten en eenheden was lastig te bepalen welke app het effectiefst was.
In 1 onderzoek bleken Fat Secret en andere dieet-apps bij volwassenen met overgewicht te leiden tot een lagere energie-inname (1437 kcal/dag) dan een papieren dagboek (2049 kcal/dag; p = 0,01).21
De interventie mHealth met 4 apps vergrootte de groente-inname met 1 portie per dag (p = 0,033) en verlaagde de inname van suikerhoudende dranken met 429 ml/week (p = 0,04), maar ook in de controlegroep, die de apps niet gebruikte, steeg de groente-inname met 1 portie per dag (p = 0,047) en daalde de inname van suikerhoudende dranken (-354,8 ml/week; p = 0,02); de verschillen tussen de groepen waren niet significant (respectievelijk p = 0,66 en p = 0,93).14
Na een interventie met de app mDPP nam de dagelijkse inname van verzadigde vetten af met 8,2 g en die van energie uit suikerhoudende dranken met 24,5 kcal; in de controlegroep was de verbetering minder sterk, met een afname van respectievelijk 4,3 g (p = 0,007) en 8,4 kcal (p = 0,02).16
In 2 andere onderzoeken, waarin de app Lose it! werd gebruikt in verschillende interventies, leidde gebruik van de app tot een positieve verandering in het voedingspatroon, zonder significante verschillen tussen de interventiegroepen (p = 0,37-0,88).10,22
Gewicht De invloed van beweeg- en voedingsapps op het gewicht van mensen met overgewicht is wisselend. Van de 11 apps leidden er 6 tot een significant lager gewicht.11,14,16,19,21,22 Ook van deze onderzoeken was de gezamenlijke kwaliteit matig, door kleine beperkingen en door variatie in de resultaten en de aantallen proefpersonen. Het grootste gewichtsverlies (-6,2 vs. +0,3 kg; p < 0,001) werd gevonden bij proefpersonen die de app mDPP 5 maanden gebruikten.16 Proefpersonen die de app My Meal Mate 6 maanden hadden gebruikt, hadden meer gewicht verloren dan proefpersonen die hun dieet op een website hadden bijgehouden (-4,6 vs. -1,3 kg, p < 0,05).11
De volwassenen met overgewicht die de app Lose it gebruikten, waren na 8 weken 1,6 kg kwijt (p < 0,001).22 Jongvolwassenen met overgewicht verloren door de mHealth-interventie na 12 weken 1,6 kg, (p = 0,002).14 En bij obese volwassenen zorgde de app SmartDiet na 6 weken voor een gewichtsverlies van 1,2 kg (p < 0,05).19 In geen van deze onderzoeken vond men echter significante verschillen met een andere interventie- of controlegroep.
In 1 onderzoek leidde een app die de fysieke activiteit bijhield bij volwassenen met overgewicht na 6 maanden tot een gewichtsverlies van 3,7% (SD: 1,5) bij de gebruikers, vergeleken met 0,5% (SD: 1,5) bij niet-gebruikers (p = 0,01).21 In 5 andere onderzoeken daarentegen werd geen significante gewichtsafname gevonden na appgebruik.10,12,13,18,20
Van de onderzoeken naar activiteitsmeters keken er 2 naar het effect op gewicht; de resultaten waren tegenstrijdig.24,26 De bewijskracht was echter laag, gezien de tegenstrijdige resultaten, de kleine aantallen proefpersonen en het ontbreken van een goede controlegroep.
De grootste gewichtsafname werd gevonden bij deelnemers die de armband SenseWear in combinatie met een website 9 maanden hadden gebruikt. In combinatie met educatieve groepssessies over afvallen was het gewichtsverlies 6,6 kg (p < 0,001), bij mensen die alleen de armband en de website gebruikten was dat 3,6 kg (p < 0,001) en in de controlegroep werd geen verschil gevonden (p = 0,39).26 Uit een vergelijking tussen de groepen die geen armband gebruikten en de groepen die hem wel gebruikten bleek dat de deelnemers met armband meer afvielen dan die zonder armband (p < 0,05).26
De activiteitsmeter Fitbit leidde bij vrouwen met overgewicht niet tot gewichtsafname (p = 0,61).24
Beschouwing
Deze systematische review laat zien dat de leefstijleffecten van smartphone-apps wisselend zijn. De meeste onderzochte interventies resulteerden in een toename van fysieke activiteit, maar een aantal ook niet. Opvallend is dat die laatste onderzoeken 3 commerciële apps betroffen, namelijk Lose it!, Zombies, Run! en MyFitnessPal, terwijl zich onder de effectieve apps maar 1 commerciële app bevond, Accupedo-Pro. We vonden wel enkele apps die een statistisch significant effect hadden op het voedingspatroon, maar in 2 onderzoeken werd dit effect niet gevonden en in 8 onderzoeken werd het niet gemeten. En voor wat betreft het effect op het gewicht waren er ongeveer evenveel onderzoeken die een positief effect vonden als onderzoeken die geen effect zagen.
De geïncludeerde onderzoeken waren voornamelijk kleinschalige RCT’s met beperkingen, waaronder relatief kleine aantallen proefpersonen, het ontbreken van een uitgebalanceerde controlegroep en per uitkomst wisselende resultaten. De bewijskracht was daardoor matig tot laag. Toch vonden we positieve effecten van smartphone-apps in onderzoeken met een gemiddeld niveau van bewijsvoering (niveau 2b).11,13,14,16
Over de effectiviteit van activiteitsmeters in combinatie met een app of website is weinig bekend, maar onze resultaten laten zien dat ook activiteitsmeters in potentie beweeggedrag kunnen stimuleren. Hun invloed op het gewicht was wisselend en hun invloed op de voeding werd niet gemeten. Ook hier moet men er rekening mee houden dat het materiaal een lage bewijskracht had, aangezien er weinig kwalitatief sterke onderzoeken uitgevoerd zijn op dit gebied.
Voor fysieke activiteit houdt de WHO de richtlijn aan van 10.000 stappen per dag of dagelijks 30 min matig intensief bewegen.27,28 Aan deze norm droegen de onderzochte apps en activiteitsmeters 16-26% bij qua aantal stappen13,16 en 29-89% qua aantal minuten beweging.15,23,24 Bovendien konden ze bij mensen met overgewicht leiden tot een gewichtsafname van 1,9-7,2%.1,16,19,22,26 Uit eerder onderzoek is gebleken dat een gewichtsverlies van 5-10% de kans op aandoeningen die gerelateerd zijn aan overgewicht al verlaagt,29 en daarbij is het afzien van suikerhoudende dranken en verzadigde vetten en het vergroten van de groente-inname goed voor de gezondheid.28
Dit alles lijkt erop te wijzen dat apps en activiteitsmeters bijdragen aan een gezonde leefstijl. Maar niet in alle onderzoeken werden deze effecten gevonden. Dat kan een aantal redenen hebben: geen uitgebalanceerde controlegroep, het includeren van gezonde proefpersonen met een gezond gewicht of het ontbreken van een individuele aanpak.10,12,18,20 Meerdere geïncludeerde onderzoeken benadrukken het belang van een app die op het individu is toegesneden.
Voor veel mensen is het lastig een gedragsverandering vol te houden, daarom is het van belang ook de langetermijneffecten van de interventies te onderzoeken.30 In een aantal onderzoeken zijn de follow-upmetingen uitgevoerd direct na afloop van de interventie, die 6 tot 9 maanden had geduurd.10,11,18,21,26 Slechts in 1 onderzoek was het effect op langere termijn onderzocht, na 2 jaar.20
Voor toekomstig onderzoek is het van belang te focussen op de werkzame elementen van apps. Eerder onderzoek laat zien dat bestaande apps slechts weinig gebruik maken van gedragsveranderingstechnieken.31 In dit literatuuroverzicht was het niet mogelijk de effecten van afzonderlijke functies geïsoleerd te meten. Verder onderzoek naar het soort functies en gedragsveranderingstechnieken in apps en naar effecten daarvan is daarom belangrijk.
Sterke en zwakke punten
Een sterk punt van deze systematische review is dat hij specifiek gericht was op leefstijlcounseling, wat hem relevant maakt voor de praktijk. Ons onderzoek kent echter ook een paar beperkingen.
Een eerste beperking is dat de interventie niet in alle geïncludeerde onderzoeken alleen uit een app of activiteitsmeter bestond, maar soms ook uit een mHealth-programma waarvan de app slechts een onderdeel was. Daardoor was het specifieke aandeel van de app in de leefstijluitkomsten onduidelijk. De focus van deze review lag zoveel mogelijk op onderzoeken die interventies met alleen een app vergeleken met andere interventies of met een controlegroep. Het zou interessant zijn om te onderzoeken wat de interactie is tussen apps en verschillende andere componenten, zoals een-op-eengesprekken en online-interventies.
Een tweede beperking is dat in de meeste onderzoeken meer vrouwen dan mannen waren geïncludeerd, die vaak overgewicht hadden, wat de generaliseerbaarheid van de resultaten verkleint. Aansluitend hierop kan er sprake zijn van selectiebias, aangezien mensen die zich aanmelden voor deelname aan een onderzoek naar leefstijlverbetering vaak al geïnteresseerd zijn in bewegen.
Een derde beperking is dat alle geïncludeerde onderzoeken in het buitenland zijn uitgevoerd, met doorgaans Engelstalige apps. Dat verkleint de generaliseerbaarheid naar de Nederlandse situatie.
Aanbevelingen voor de praktijk
Welk advies kunnen we zorgprofessionals geven voor het inzetten van apps en activiteitsmeters bij leefstijlcounseling? Omdat de bewijskracht van de onderzoeken matig tot laag was, kunnen we op dit moment geen concrete apps of activiteitsmeters aanbevelen; daarvoor is verder grootschalig onderzoek nodig. Dat soort onderzoek is belangrijk omdat apps in potentie grote groepen kunnen bereiken en toegevoegde waarde kunnen hebben voor de gebruikers. Ze zouden ook de druk op de zorgprofessional kunnen verminderen en voor besparingen kunnen zorgen doordat de patiënt vaker zelfstandig aan de slag kan.
Ongeveer de helft van de gebruikte apps is verkrijgbaar in ‘app-stores’, maar de meeste zijn Engelstalig. De GGD AppStore beschrijft en toetst Nederlandstalige apps die ingezet zouden kunnen worden voor leefstijlverandering (www.ggdappstore.nl). Mogelijk interessante beweegapps zijn Ring-Ring, 7 minute workout challenge, Looptijden.nl, Human, Endomondo en MyFitnessPal; mogelijk interessante voedingsapps zijn Foodzy en Mijn Eetmeter. Het kan in de toekomst interessant zijn de effectiviteit van deze apps uit de GGD AppStore te onderzoeken.
Conclusie
Apps hebben een grotendeels positief effect op de fysieke activiteit. Het effect op voeding is onduidelijk, maar de trend is dat ze het voedingspatroon verbeteren. Het effect op gewicht is onduidelijk. De eerste resultaten voor activiteitsmeters laten zien dat ze de fysieke activiteit verhogen, maar hun effect op voeding is niet onderzocht en voor het effect op gewicht zijn de resultaten tegenstrijdig. Om de bruikbaarheid van apps en activiteitsmeters te bevestigen is grootschaliger onderzoek nodig, met beter uitgebalanceerde controlegroepen en follow-up op langere termijn.
Literatuur
Berra K, Rippe J, Manson JE. Making physical activity counseling a priority in clinical practice: The time for action is now. JAMA. 2015;314:2617-8. doi: 10.1001/jama.2015.16244Medline
Global health risks: Mortality and burden of disease attributable to selected major risks. Genève: World Health Organization; 2009.
Kievits F. Minder diabetes door leefstijlbegeleiding. Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:2819.
Reulings PG, van der Lans SM. Hartrevalidatie met leefstijlbegeleiding. Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:A5758.
Stephens J, Allen J. Mobile phone interventions to increase physical activity and reduce weight: A systematic review. J Cardiovasc Nurs. 2013;28:320-9. doi:10.1097/JCN.0b013e318250a3e7 Medline
Yuan S, Ma W, Kanthawala S, Peng W. Keep using my health apps: Discover users’ perception of health and fitness apps with the UTAUT2 model. Telemed J E Health. 2015;21:735-41. doi:10.1089/tmj.2014.0148 Medline
Bort-Roig J, Gilson ND, Puig-Ribera A, Contreras RS, Trost SG. Measuring and influencing physical activity with smartphone technology: A systematic review. Sports Med. 2014;44:671-86. doi:10.1007/s40279-014-0142-5 Medline
Moher D, Hopewell S, Schulz KF, et al. CONSORT 2010 explanation and elaboration: Updated guidelines for reporting parallel group randomised trials. J Clin Epidemiol. 2010;63:e1-37. doi:10.1016/j.jclinepi.2010.03.004 Medline
Guyatt GH, Oxman AD, Kunz R, et al. Going from evidence to recommendations. BMJ. 2008;336:1049-51. doi:10.1136/bmj.39493.646875.AE Medline
Allen JK, Stephens J, Dennison Himmelfarb CR, Stewart KJ, Hauck S. Randomized controlled pilot study testing use of smartphone technology for obesity treatment. J Obes. 2013;2013:151597. doi: 10.1155/2013/151597Medline
Carter MC, Burley VJ, Nykjaer C, Cade JE. Adherence to a smartphone application for weight loss compared to website and paper diary: Pilot randomized controlled trial. J Med Internet Res. 2013;15:e32. doi:10.2196/jmir.2283 Medline
Cowdery J, Majeske P, Frank R, Brown D. Exergame apps and physical activity: The results of the ZOMBIE trial. Am J Health Educ. 2015;46:216-22. doi:10.1080/19325037.2015.1043063
Glynn LG, Hayes PS, Casey M, et al. Effectiveness of a smartphone application to promote physical activity in primary care: The SMART MOVE randomised controlled trial. Br J Gen Pract. 2014;64:e384-91. doi:10.3399/bjgp14X680461 Medline
Hebden L, Cook A, Ploeg H, King L, Bauman A, Allman‐Farinelli M. A mobile health intervention for weight management among young adults: A pilot randomised controlled trial. J Hum Nutr Diet. 2014;27:322-32. doi:10.1111/jhn.12155 Medline
King AC, Hekler EB, Grieco LA, et al. Harnessing different motivational frames via mobile phones to promote daily physical activity and reduce sedentary behavior in aging adults. PLOS ONE. 2013;8:e62613. doi:10.1371/journal.pone.0062613 Medline
Fukuoka Y, Gay CL, Joiner KL, Vittinghoff E. A novel diabetes prevention intervention using a mobile app: A randomized controlled trial with overweight adults at risk. Am J Prev Med. 2015;49:223-37. doi:10.1016/j.amepre.2015.01.003 Medline
Kirwan M, Duncan MJ, Vandelanotte C, Mummery WK. Using smartphone technology to monitor physical activity in the 10,000 steps program: A matched case-control trial. J Med Internet Res. 2012;14:e55. doi:10.2196/jmir.1950 Medline
Laing BY, Mangione CM, Tseng C, et al. Effectiveness of a smartphone application for weight loss compared with usual care in overweight primary care patients: A randomized, controlled trial. Ann Intern Med. 2014;161:S5-12. doi:10.7326/M13-3005 Medline
Lee W, Chae YM, Kim S, Ho SH, Choi I. Evaluation of a mobile phone-based diet game for weight control. J Telemed Telecare. 2010;16:270-5. doi:10.1258/jtt.2010.090913 Medline
Svetkey LP, Batch BC, Lin P, et al. Cell phone intervention for you (CITY): A randomized, controlled trial of behavioral weight loss intervention for young adults using mobile technology. Obesity. 2015;23:2133-41. doi:10.1002/oby.21226 Medline
Turner-McGrievy GM, Beets MW, Moore JB, Kaczynski AT, Barr-Anderson DJ, Tate DF. Comparison of traditional versus mobile app self-monitoring of physical activity and dietary intake among overweight adults participating in an mHealth weight loss program. J Am Med Inform Assoc. 2013;20:513-8. doi:10.1136/amiajnl-2012-001510 Medline
Wharton CM, Johnston CS, Cunningham BK, Sterner D. Dietary self-monitoring, but not dietary quality, improves with use of smartphone app technology in an 8-week weight loss trial. J Nutr Educ Behav. 2014;46:440-4. doi:10.1016/j.jneb.2014.04.291 Medline
Bond DS, Thomas JG, Raynor HA, et al. B-mobile-a smartphone-based intervention to reduce sedentary time in overweight/obese individuals: A within-subjects experimental trial. PLOS ONE. 2014;9:e100821. doi:10.1371/journal.pone.0100821 Medline
Cadmus-Bertram LA, Marcus BH, Patterson RE, Parker BA, Morey BL. Randomized trial of a Fitbit-based physical activity intervention for women. Am J Prev Med. 2015;49:414-8. doi:10.1016/j.amepre.2015.01.020 Medline
Finkelstein J, Bedra M, Li X, Wood J, Ouyang P. Mobile app to reduce inactivity in sedentary overweight women. Stud Health Technol Inform. 2015;216:89-92. Medline
Shuger SL, Barry VW, Sui X, et al. Electronic feedback in a diet-and physical activity-based lifestyle intervention for weight loss: A randomized controlled trial. Int J Behav Nutr Phys Act. 2011;8:1-8. doi:10.1186/1479-5868-8-41 Medline
Tudor-Locke C, Bassett Jr DR. How many steps/day are enough? Sports Med. 2004;34:1-8. doi:10.2165/00007256-200434010-00001 Medline
Physical activity and adults: Global strategy on diet, physical activity & health. World Health Organization. http://www.who.int/dietphysicalactivity/factsheet_adults/en, geraadpleegd op 18 augustus 2016.
National Institutes of Health. Clinical guidelines on the identification, evaluation, and treatment of overweight and obesity in adults: The evidence report. Bethesda (MD): National Heart, Lung, and Blood Institute; 1998.
Marcus BH, Forsyth LH, Stone EJ, et al. Physical activity behavior change: Issues in adoption and maintenance. Health Psychol. 2000;19:32. doi:10.1037/0278-6133.19.Suppl1.32 Medline
Middelweerd A, Mollee JS, van der Wal C, Brug J, Te Velde SJ. Apps to promote physical activity among adults: A review and content analysis. Int J Behav Nutr Phys Act. 2014;11:97. doi:10.1186/s12966-014-0097-9 Medline
Reacties