Elders in dit tijdschrift bespreken Ottenhoff et al. hun onderzoek naar pijn en onwelbevinden (‘discomfort’) bij pasgeborenen met een spina bifida. De auteurs presenteren de resultaten in de context van de discussie over actieve levensbeëindiging bij pasgeborenen en het daarvoor opgestelde ‘Groningen-protocol’. Omdat er bij de onderzochte groep kinderen weinig sprake leek van pijn of discomfort, zo suggereren de auteurs, vervalt het bestaansrecht van dit protocol. Maar is dat echt zo? Na een korte toelichting op het Groningen-protocol bespreken wij waarom de nieuwe gegevens weinig betekenis hebben voor het bestaansrecht hiervan. Dat laat niet onverlet dat er een aantal interessante vragen ligt.
Het Groningen-protocol
In 2001 werd het Groningen-protocol opgesteld, omdat de behandelend artsen van een patiëntje met epidermolysis bullosa vonden dat zij onnodig lang had geleden door het gebrek aan duidelijke regels voor actieve levensbeëindiging bij pasgeborenen. Dat nooit meer, vonden zij. Het protocol is bedoeld om te helpen…
Reacties