bewerking van een eerder gepubliceerde prospectieve cohortstudie*

Onwelbevinden en pijn bij neonaten met spina bifida

Onderzoek
Myrthe J. Ottenhoff
Ruben Dammers
Erwin J.O. Kompanje
Dick Tibboel
T.H. Rob de Jong
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:A4908
Abstract

Rectificatie

 

1. Het uitlegkader in dit artikel is niet correct weergegeven. Hieronder vindt u de correcte weergave.

 

Lorbercriteria

  • thoracolumbaal defect of hoger
  • ernstige verlamming: graad 4 (hoogstens nog functie van de heupflexoren, heupadductoren en M. quadriceps) of graad 5 (hoogstens nog functie van de heupflexoren)
  • vergrote hoofdomtrek van > 2 cm boven P90
  • kyfose
  • bijkomende ernstige congenitale aandoening of ernstige perinatale morbiditeit

 

2. Figuur a en b zijn in dit artikel niet volledig weergegeven. De volledige weergave vindt u hieronder.

 

Samenvatting

Doel

In de discussie rondom actieve levensbeëindiging van neonaten wijzen voorstanders op neonaten met een ernstige vorm van spina bifida en hun verondersteld lijden. Hierbij wordt ook gesteld dat er geen effectieve behandeling is om dit lijden te verlichten. De mate van onwelbevinden ( discomfort ) en pijn bij deze neonaten is echter niet eerder op een gevalideerde wijze vastgelegd.

Opzet

Prospectieve cohortstudie.

Methode

Neonaten met een spina bifida die waren opgenomen in het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam in de periode 1 januari 2005-1 januari 2010, werden gedurende hun opname vóór en na de initiële behandeling vervolgd. Op basis van de ernst van de spina bifida, gemeten met de lorbercriteria, vormden we 2 groepen. De primaire uitkomstmaat was een combinatie van de scores voor discomfort, volgens de Comfort behavioral (Comfort-b)-schaal, en pijn, gemeten met een visueel-analoge schaal. Deze gecombineerde scores werden gekoppeld aan een gevalideerd en evidencebased pijnbestrijdingsalgoritme.

Resultaten

In totaal werden 28 neonaten geïncludeerd. Bij 3,3% van de scores was discomfort gerelateerd aan pijn. Dit percentage verschilde weinig tussen de pre- en postoperatieve periode en er was geen significant verschil tussen neonaten met een ernstige vorm van spina bifida en een minder ernstige vorm (3,9 vs. 2,8%; p = 0,3). De gemiddelde dosering van paracetamol was 35 mg/kg per dag (95%-BI: 32-39) en van morfine 0,9 μg/kg per h (95%-BI: 0,6-1,2).

Conclusie

Gedurende de gehele ziekenhuisopname hadden alle neonaten met een spina bifida een geringe mate van discomfort en pijn, onafhankelijk van de ernst van de aandoening of het al dan gesloten zijn van het defect.

Auteursinformatie

*Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Pediatrics (2012;129:e741-7) met als titel Discomfort and pain in newborns with myelomeningocele: a prospective evaluation. Afgedrukt met toestemming.

Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis, afd. Neurochirurgie, Rotterdam.

M.J. Ottenhoff, MSc, student-onderzoeker; dr. R. Dammers, neurochirurg; dr. E.J.O. Kompanje, klinisch ethicus; prof.dr. D. Tibboel, kinderarts-intensivist; drs. T.H.R. de Jong, kinderneurochirurg.

Contact drs. T.H.R. de Jong (t.h.r.dejong@erasmusmc.nl)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 4 mei 2012

Auteur Belangenverstrengeling
Myrthe J. Ottenhoff ICMJE-formulier
Ruben Dammers ICMJE-formulier
Erwin J.O. Kompanje ICMJE-formulier
Dick Tibboel ICMJE-formulier
T.H. Rob de Jong ICMJE-formulier
Weinig pijn bij neonaten met spina bifida
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties