De Labquiz bestaat uit 2 delen:
1. Casuïstiek en quizvragen:
- Per Labquiz kunnen 2 tot 4 klinisch relevante vragen worden uitgewerkt. Deze vragen hebben ten minste deels betrekking op relevante diagnostische testeigenschappen (zoals sensitiviteit, specificiteit, positief voorspellende waarde, negatief voorspellende waarde; allemaal in relatie tot klinische context), alsmede op klinisch relevante verschillen (t.o.v. eerdere uitslag of t.o.v. normaalwaarden) en tenslotte op kosten.
- Voorafgaand aan elke vraag wordt een (hypothetische) casus beschreven waar de vraag op aansluit. Hou deze casus beknopt (maximaal 180 woorden). Vermeld de context (eerste/tweede lijn), de klachten en de belangrijkste bevindingen van het lichamelijk onderzoek, indien van toepassing.
- Geef na elke vraag 3 of 4 antwoordmogelijkheden.
2. Antwoorden en onderbouwing:
- In dit tweede deel wordt voor elke vraag afzonderlijk het juiste antwoord en de onderbouwing van het antwoord met literatuurverwijzingen gegeven.