De weigerdokter

Opinie
Yolanda van der Graaf
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:B944

artikel

De dokter heeft het in de publieke opinie zwaar te verduren. De ene keer is hij de grote graaier, dan weer de wetenschappelijke fraudeur of ruziemaker. In het euthanasiedebat bij gevorderde dementie speelt hij opeens, in de ogen van opinieleiders, journalisten en politici, de weigerambtenaar. ‘Eigenlijk kan het niet dat een beroepsgroep een eigen interpretatie van de wet kiest, die strijdig is met wat de wetgever bedoeld heeft’, ventileert bijvoorbeeld oud-minister Borst in vele media. Er zijn 25.000 praktiserende dokters en natuurlijk zitten daar wel eens rare snuiters tussen maar om van een hele beroepsgroep te zeggen dat ze iets niet goed ziet, moet je sterke argumenten hebben.

Kennelijk zien sommigen de dokter als uitvoerder van de wet. Dat is een vreemd uitgangspunt en op voorhand kun je al zeggen dat een arts daar ongeschikt voor is. De dokter is geen ambtenaar die regels toepast maar een zelfdenkende zorgverlener die bij de keuze van diagnostiek en behandeling vele zaken afweegt. Daarbij spelen kennis, ervaring, wetenschappelijk bewijs en allerlei patiëntfactoren een rol. Bovendien moet beleid dat op groepsniveau succesvol lijkt, worden toegepast op de individuele patiënt. En de voorkeur van die patiënt speelt hierin een grote rol. Die moet de dokter altijd respecteren, zelfs als hij denkt dat de patiënt een foute keuze maakt. Waarom zou dat bij gevorderde dementie anders zijn? Omdat de patiënt er vroeger anders over dacht? Omdat familieleden en verzorgers lijden en de maatschappij er een last bij heeft? Maar juist lijden van de omgeving telt voor de wetgever helemaal niet, zelfs niet in het aansprakelijkheidsrecht. De wetgever kan uitgangspunten formuleren waardoor patiënten en artsen beschermd worden, maar handelen afdwingen in moeilijke situaties die iedere keer verschillend zijn, is toch wel wat weerbarstiger dan door wetgevers en bestuurders in ivoren torens gepercipieerd.

Deze week kunt u in dit tijdschrift lezen hoe 4 deskundigen naar dit debat kijken (A6372, A6472, A6407 en A6440). De patiënt van Keizer (A6407) wil helemaal niet dood, dus hoe stelt de wetgever zich die euthanasie dan voor? Een dokter die roept ‘sorry, maar afspraak is afspraak’? De minister denkt de impasse op te lossen met een commissie waarin artsen en overheid gaan kijken hoe het nu verder moet met euthanasie bij dementerenden. Kan iemand zich een commissie herinneren die effectief geholpen heeft bij het oplossen van een medische beslissing in de zorg?

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Door het opiniegedeelte en redactioneel commentaar van het nummer van afgelopen weekend giert het spook van onverdraagzaamheid jegens andersdenkenden. Bovendien bevat het enkele pijnlijke onvolkomenheden.

Het redactioneel commentaar begint met de suggestie dat minister van staat Els Borst zich via vele media keert tegen de in de titel van het redactioneel commentaar opgevoerde zogenaamde ‘weigerdokter’. Dat is de dokter die weigert te voldoen aan een verzoek tot euthanasie. Zij zou het hiermee de dokter, die het in de publieke opinie toch al zo zwaar heeft te verduren, nog moeilijker maken. Collega Borst is echter van mening dat iedere individuele arts vrij is om een verzoek tot euthanasie te weigeren. Wat haar echter bevreemdt is dat de KNMG, de vertegenwoordiger van de artsen als beroepsgroep, een eigen interpretatie van de wet kiest, die strijdig is met wat de wetgever bedoeld heeft. En desgevraagd legt zij keer op keer de inhoud en bedoeling van de door haar op uiterst zorgvuldige wijze voobereide en met succes in het parlement verdedigde euthanasiewetgeving geduldig uit, zonder ooit een andersdenkende publiekelijk uit te maken voor bijvoorbeeld 'engerd', wat Bert Keizer is toegestaan te doen in dit nummer van het Tijdschrift.

Van de vier in het commentaar besproken artikelen krijgt slechts Keizer expliciet aandacht, een schrijver die zijn extreme standpunt al lange tijd op alle mogelijke manieren in de media heeft geventileerd en nu opnieuw de kans krijgt dit in het Tijdschrift te doen. De hoofdredactie heeft in het opiniedebat haar mening al gevormd, zo lijkt het.

In zijn reactie op het standpunt van Keizer klinkt het evenwichtige betoog van filosoof Wijsbek de oproep om niet alleen op het eigen feilbare “ethisch gevoel van afkeer” te varen, maar ook begrip op te brengen voor iemand die ten aanzien van euthanasie bij gevorderde dementie “de grens niet precies zo trekt als jezelf”.

Een oproep die, zo lijkt het, helaas de hoofdredactie heeft gemist.  

Jan Molenaar, em, hoogleraar kinderchirurgie

Geachte collega, beste redactie

 

Voor zover ik weet is Keizers standpunt niet extreem en gedragen door de hele beroepsgroep. Hij beschrijft het dillemma erg mooi. Molenaar ergert zich aan het woord engerd - mijns inziens terecht. Bert Keizer had beter een meer gepaste medisch-wetenschappelijke beschrijving gegeven: psychopaat. Dat is iemand met te weinig invoelingsvermogen. Je wil die niet als arts. Ik verontschuldig mijn collega Molenaar, die ik oprecht zeer hoog acht. Maar een kinderarts heeft misschien wat weinig ervaring met demente bejaarden.

 

Ik was voor ik weer zorger werd voorstander van euthanasie bij dementie. Nu weiger ik ieder verzoek en wijs patienten en familie er op dat het einde van de wilsbekwaamheid ook het einde van de vrije geest betreft. Wie begint te dementeren en dat niet wil, mag niet aarzelen. Als de val dichtklapt, zit je vast aan je lot.

 

Vergeet de ie in dementie, onthou mens. Wij verzorgen geen lege poppen, maar mensen. Zeer beperkte mensen, kindse mensen met door seniliteit afgetakelde breinen. Maar wel mensen. Hen doden is een mens doden die niet weet wat of waarom het gebeurt. Wie dat wil doen, kan ik enkel het voorrecht van de twijfel gunnen en vermoeden dat hij niet weet waarover hij het heeft.

 

Ieder die hierover een sterke mening heeft, nodig ik graag uit om zich als vrijwilliger aan te bieden op een psychogeriatrie. Ik strek die uitnodiging graag uit tot alle commissarissen die hier nijver over gaan vergaderen. Filosofen: meer dan welkom! Bewoners van faculteiten allerhande die nog nooit voor een mens hebben gezorgd, laat staan een demente: grijp je kans! Met genoeg zorgzame vrijwilligers, maken we een einde aan dit vreselijke haldol en risperdaltijdperk. Na een jaartje mogen ze mij komen zeggen wie van hun mensen ze liefdevol willen vastbinden om een katheter in de vene te kunnen steken en haar executeren.

 

Doen!

 

Luc Bonneux

arts niet-specialist ouderengeneeskunde, epidemioloog n.p.