Beleid bij acute urineretentie

Nieuws
Barbara M.A. Schout
Eric J.H. Meuleman
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:A4691
Download PDF

artikel

Waarom dit onderzoek?

Behandeling van acute urineretentie bij mannen bestaat uit drainage van de blaas met een katheter, die in een latere fase via een ‘trial without catheter’(TWOC)-procedure wordt verwijderd. Over het beleid rondom een dergelijke procedure bestaat geen consensus.

Onderzoeksvraag

Waaruit bestaat in de urologische praktijk de gebruikelijke behandeling na het plaatsen van een katheter bij mannelijke patiënten met acute urineretentie en wat zijn de voorspellers van succes van een TWOC-procedure?

Hoe werd dit onderzocht?

In een cross-sectionele studie werd door middel van een vragenlijst onder 953 urologen in diverse landen informatie verkregen over 6074 mannen die zich meldden met acute urineretentie op basis van benigne prostaathypertrofie. Geregistreerd werden onder andere het type acute urineretentie (spontaan of uitgelokt door een gebeurtenis), de hoeveelheid retentievocht, duur van katheterisatie, gebruik van een α-blokker, hospitalisatie en chirurgische behandeling.

Belangrijkste resultaten

Een TWOC-procedure was succesvol bij 61,4% van de patiënten. Hogere leeftijd, ernstige mictieklachten, hoeveelheid retentievocht en de spontane vorm van acute urineretentie hadden een grotere faalkans. Gebruik van een α-blokker voorafgaand aan een TWOC-procedure verdubbelde het succespercentage (oddsratio: 1,92; 95%-BI:1,52-2,42; p < 0,001). Bij multivariate analyse werd geen significant verschil gevonden in succespercentage tussen < 3 en > 3 dagen katheteriseren. Wel was langduriger katheteriseren gerelateerd met meer comorbiditeit en langere opnameduur. Wanneer de eerste TWOC-procedure faalde had een tweede TWOC-procedure een succespercentage van 29,5%.

Consequenties voor de praktijk

Op basis van deze resultaten is het aanbevelingswaardig om bij acute urineretentie niet langer dan 3 dagen te katheteriseren en voorafgaande aan een TWOC-procedure te starten met behandeling met een α-blokker. Als een eerste TWOC-procedure niet succesvol is, is bij bijna eenderde van de patiënten een tweede TWOC-procedure alsnog succesvol.

Literatuur
  1. Fitzpatrick JM, Desgrandchamps F, Kamel Adjali K, et al. for the Reten-World Study Group. Management of acute urinary retention: a worldwide survey of 6074 men with benign prostatic hyperplasia. BJU International. 2011;109:88-95. doi: 10.1111/j.1464-410X.2011.10430.x link

Auteursinformatie

Contact (e.meuleman@vumc.nl)

Terecht en onterecht gebruik van urinekatheters
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Joop
Noordzij

 

Het is belangrijk om de (huis)arts wat houvast te kunnen bieden omtrent de duur van de blaaskatheterisatie bij blaasretentie. In uw korte bijdrage blijven de oorzaak en grootte van de retentie echter buiten beeld, terwijl die grote invloed hebben op de succeskans van de TWOC en bepalend zijn voor het verdere beleid. De blaasretentie moet immers een reden hebben. Liefst moet het onderliggende probleem worden verholpen om recidief en/of gezondheidsschade te voorkomen. Het gebeurt helaas nog te vaak dat wordt volstaan met een tijdelijke oplossing, de katheter, om de patiënt daarna weer ‘het bos in te sturen’. Daarnaast is het bijvoorbeeld onwaarschijnlijk dat patiënten bij een blaasretentie van meer dan een liter na verwijdering van de katheter hun blaas weer volledig kunnen ledigen en is het daarentegen zeer waarschijnlijk dat de retentie weer snel zal recidiveren. Het advies om bij een acute urineretentie niet langer dan 3 dagen te katheteriseren is onjuist, enerzijds omdat daarbij de grootte van de retentie niet wordt meegewogen, anderzijds omdat daarbij wordt voorbijgegaan aan de oorzaak van het verschijnsel. Hierdoor worden aanzienlijke risico’s genomen, zoals infecties, urinewegstenen, blaasinsufficiëntie en nierfunctievermindering. Van ons artsen wordt verwacht dat wij niet alleen verlichting geven van de klachten van het moment, maar tevens oog hebben voor dieper liggende problemen en zo mogelijk preventief te werk gaan om deze tijdig op te lossen. Bij acute blaasretentie is meer aandacht gewenst dan het inbrengen en weer verwijderen van een katheter.

 

Joop Noordzij, uroloog 

Ziekenhuis Amstelland, Amstelveen

Uiteraard is het belangrijk dat wij als arts blijven nadenken, onder andere over de onderliggende oorzaak van de retentie, en dat we anticiperen op de mogelijke kans op succes van een TWOC. De studie van Fitzpatrick toonde bij univariate regressie analyse dat leeftijd >70 jaar, prostaatvolume >50 g, ernstige LUTS, >1000 cc retentie en spontane AUR geassocieerd waren met een significant hogere kans op falen van de TWOC procedure. Multivariate analyse volgens een stapsgewijze procedure bevestigde de voorspellende waarde van deze variabelen op TWOC succeskans. Echter deze multivariate analyse toonde dat catheterisatieduur langer dan 3 dagen geen significante voorspeller is voor succeskans van de TWOC, en wel een significant hogere kans geeft op comorbiditeit. Met andere woorden: er is geen bewijs dat langer dan drie dagen catheteriseren, onafhankelijk van de oorzaak van of hoeveelheid retentie, beter zou zijn. Er is wel bewijs dat langer catheteriseren, meer comorbiditeit geeft. 

Aanvullend advies op het in het kort artikel is inderdaad zeker dat een patient ook na een succesvolle TWOC niet zomaar het bos ingestuurd mag worden, maar ook op langere termijn gecontroleerd moet blijven worden, onder andere op residuvorming en daarmee geassocieerde risico’s op infecties, stenen en nierfunctieproblemen.

 

Barbara Schout