Bij ileofemorale veneuze trombose toch voordeel van trombolyse?

Nieuws
Hester van Cruijssen
Herman Hofstee
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:A4815

Waarom dit onderzoek?

Diep veneuze trombose (DVT) van de onderste extremiteiten is een veelvoorkomend probleem. Anticoagulantia met compressietherapie vormen de hoeksteen van de behandeling, maar desondanks ontwikkelt 25% van de patiënten een posttrombotisch syndroom (PTS). Kathetergeleide trombolyse lost het stolsel sneller op, maar het effect hiervan op het voorkómen van…

Auteursinformatie

hma.hofstee@vumc.nl

Contact (hma.hofstee@vumc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

In het Nederlands tijdschrift voor Geneeskunde 16.06.2012 nr. 24 jaargang 156 is een belangrijke gerandomiseerde studie beschreven door collega Hester van Kruijssen en Herman Hofstee met betrekking tot de behandeling van diep veneuze trombose.

 

In de CaVent study onderzocht men de incidentie van het post-trombotisch syndroom (PTS) na behandeling van (ilio)femorale trombose. In de twee studie-armen werd de incidentie van PTS vergeleken na standaard behandeling (orale antistolling en compressie therapie) of standaard behandeling met additioneel katheter-geleide trombolyse.

 

Deze studie toont een absolute risicoreductie op het ontwikkelen van PTS van 14,4%.(1)Helaas zijn in deze studie ook patiënten geïncludeerd met een afsluiting van alleen de vena femoralis, waarbij de outflow van het been behouden bleef via de vena femoralis profunda. Als echter alleen patiënten met een gestoorde outflow van het gehele been (trombose in vena femoralis communis of in de iliacale venen) zouden zijn geselecteerd had een veel grotere PTS reductie kunnen worden geanticipeerd.(2)

 

In Nederland loopt een vergelijkbare studie, nl. de CAVA-trial, waarin “ultrasound accelerated thrombolysis” wordt toegevoegd aan de bestaande conservatieve behandeling bij patiënten met minimaal een gestoorde outflow van het gehele been. Deze studie zal naar verwachting een grotere absolute risicoreductie tonen en een kortere behandeltijd in verband met de toegevoegde mechanische component aan de trombolyse.(3)

 

Het is dan ook jammer dat in dit artikel de CAVA-trial niet naar voren is gekomen, daar patiënten in heel Nederland die zich presenteren met een iliofemorale trombose in aanmerking kunnen komen voor randomisatie binnen de CAVA-trial. Patiënten kunnen behandeld worden in het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam, het Sint Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein en het Academisch Ziekenhuis in Maastricht.

 

Het is de verwachting dat, naar aanleiding van de evaluatie van de resultaten van de in het artikel genoemde CaVenT-studie en de toekomstige resultaten van de CAVA-trial, alle patiënten met een iliofemorale trombose, naast de standaard behandeling ook een korte invasieve thrombus verwijderingsbehandeling zullen gaan krijgen.

 

Cees Wittens, Professor veneuze chirurgie, MUMC+ Maastricht

 

1.     Enden T, et al. Long-term outcome after additional catheter-directed thrombolysis versus standard treatment for acute iliofemoral deep vein thrombosis (the CaVenT study): a randomised controlled trial. Lancet. 2012 Jan. 7;379(9810):31–8.

2.     Kahn SR, et al. Determinants and time course of the postthrombotic syndrome after acute deep venous thrombosis. Ann. Intern. Med. 2008 Nov. 18;149(10):698–707.

3.     Grommes J, et al. Safety and feasibility of ultrasound-accelerated catheter-directed thrombolysis in deep vein thrombosis. European Journal of Vascular & Endovascular Surgery. 2011 Apr.;41(4):526–32.