Colon-obstructie door volvulus van sigmoïd of caecum

Klinische praktijk
Pieter Joosse
Bart C. Vrouenraets
Pieter Scholten
Willem F. van Tets
E. Philip Steller
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A863
Abstract

Dames en Heren,

Volvulus is na coloncarcinoom of stenose door diverticulitis de meest voorkomende oorzaak van een obstructie van het colon. 1,2 Toch heeft slechts 1 tot 7% van de patiënten met een ileus een volvulus van het colon.1,2 Een volvulus ontstaat door een steeldraai van een deel van het colon, in aanwezigheid van een mobiel en langgerekt mesenterium (figuur 1). Meestal betreft dit het sigmoïd, soms het caecum. Indien het ziektebeeld niet tijdig herkend en behandeld wordt, kan ischemie van het colon ontstaan met perforatie van de darm en fecale peritonitis als gevolg. Een dergelijke situatie resulteert in een verviervoudiging van de mortaliteit.3

Figuur 1

De diagnose ‘volvulus’ is vaak tijdig te stellen, mits men bekend is met dit relatief zeldzame ziektebeeld. Volvulus heeft een klassieke presentatie met ileusklachten en een min of meer karakteristiek beeld op de buikoverzichtsfoto. Aan de hand van de ziektegeschiedenissen van 3 patiënten beschrijven…

Auteursinformatie

Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, Amsterdam.

Afd. Heelkunde: drs. P. Joosse, arts in opleiding tot chirurg; dr. B.C. Vrouenraets, dr. W.F. van Tets en dr. E. P. Steller, chirurgen.

Afd. Maag-darm-leverziekten: drs. P. Scholten, maag-darm-leverarts.

Contact drs. P. Joosse (p.joosse@slaz.nl)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 25 september 2009

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

D.A.
Ligtenstein

Met veel plezier heb ik het artikel van Joosse et al. over de sigmoïdvolvulus gelezen. Zoals zij ook in hun tekst aangeven is sigmoïdvolvulus een aandoening die in Afrika (overigens niet alleen in West-Afrika) maar ook in Azië, zoals in Afghanistan, veel voorkomt. In beide landen heb ik geopereerd. In Malawi (Zuid-Oost Afrika) waar ik afgelopen zomer in een groot ziekenhuis heb gewerkt, kwam deze aandoening enkele malen per week voor, ook bij jonge patiënten en zelfs bij kinderen. Bij een obstructie-ileus stond deze aandoening altijd veruit als hoogste op de lijst van differentiaaldiagnosen. De mensen in die landen hebben onmiskenbaar een langer sigmoïd dan wij. Mogelijk zou dat komen door het dieet, maar het langere sigmoïd is zonder twijfel ook genetisch bepaald. In een ontwikkelingsland als Malawi is de mogelijkheid tot endoscopische desoufflering vaak niet aanwezig, en worden al deze patiënten geopereerd. Als er necrose of zelfs perforatie is verschilt de behandeling niet van die welke door Joosse et al. wordt beschreven. Is het sigmoïd echter nog vitaal dan wordt de volvulus gederoteerd en wordt de lucht daarna of manueel naar distaal uitgedreven (hetgeen vaak tot exorbitante, en daardoor hilarische geluidseffecten leidt), of afgezogen via een door de appendix ingebrachte catheter. Daarna wordt echter geen sigmoïdresectie uitgevoerd, maar een operatie die luistert naar de naam PROSC (Plication and Retroperitonealization of the Sigmoid Colon). Bij deze operatie wordt het peritoneum van de laterale buikwand losgeprepareerd waarna het sigmoïd daaroverheen naar retroperitoneaal wordt gebracht. Vervolgens wordt het als een harmonica met een niet-resorbeerbare draad met de taenia tegen de aan de linker buikwand achtergebleven bovenste rand van het peritoneum gehecht. Hierdoor is een recidief-volvulus niet meer mogelijk. De operatie heeft tot voordeel dat er, in de vaak uitgezette en daardoor dunwandige darm, geen naad of stoma nodig is en dat het in deze landen fysiologisch lange sigmoïd intact blijft. Bovendien is de operatie schoon en technisch eenvoudig. Ik heb geen idee of deze techniek ooit behoorlijk is gevalideerd, maar in Malawi heb ik er in ieder geval op de korte termijn geen enkel recidief van gezien. Postoperatieve complicaties zoals wondinfecties en ileus zijn er daar wel veel, maar daarna ging het eigenlijk altijd goed. Ik heb nooit achteraf toch nog een resectie hoeven doen. Ik zou denken dat deze techniek ook in in de westerse wereld toepasbaar zou kunnen zijn, maar een degelijker evaluatie lijkt mij dan op zijn plaats.

 

DA van Ligtenstein, chirurg, Ruwaard van Putten Ziekenhuis