Over Hendrikje van Andel-Schipper en andere opmerkelijke ontwikkelingen in de overleving van de Nederlandse bevolking

Opinie
J.P. Mackenbach
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:2550-3
Abstract

Zie ook het artikel op bl. 2554.

Op het moment dat ik dit artikel schreef, was de oudste nog in leven zijnde persoon ter wereld de Nederlandse Hendrikje van Andel-Schipper. Zij vierde haar 115e verjaardag op 29 juni 2005, en woonde in een verzorgingshuis in Hoogeveen. Tijdens interviews met journalisten, die al jaren van heinde en verre toestromen om haar ‘geheim’ te horen, vertelde zij enkele jaren geleden waar zij haar lange overleving aan te danken had: zij gebruikte iedere dag een haring en een glaasje sinaasappelsap (www.netwerk.tv/index.jsp?p=items&r=dezeweek&a=102957). Zij overleed op 30 augustus 2005.

Het aantal honderdplussers is in Nederland, evenals in andere westerse landen, de afgelopen decennia enorm toegenomen. Op 1 januari van dit jaar telde ons land bijna 1400 personen van 100 jaar en ouder, terwijl dit er 50 jaar geleden nog maar 40 waren. Volgens gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vormen zij…

Auteursinformatie

Erasmus MC, afd. Maatschappelijke Gezondheidszorg, Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam.

Contact Hr.prof.dr.J.P.Mackenbach, sociaal-geneeskundige (j.mackenbach@erasmusmc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Groningen, december 2005,

Collega Mackenbach stelt dat de Française Jeanne Calment de oudste vrouw is die ooit geleefd heeft (2005:2550-3). Omdat in veel Aziatische en Afrikaanse landen de geboortedata van veel inwoners niet geregistreerd zijn en homo sapiens waarschijnlijk reeds meer dan 100.000 jaar bestaat, lijkt genoemde conclusie mij niet correct. De volgende gebeurtenis geeft mij reden te denken dat ook in het recente verleden mensen hebben geleefd die ouder zijn geworden dan 122 jaar.

Van 1953 tot 1959 was ik als ziekenhuisarts werkzaam op Midden-Java. In 1956 werd ik op een namiddag door een niet meer zo jong uitziend desahoofd gevraagd om met hem mee te gaan omdat zijn overgrootvader ziek was. In de ziekenhuisjeep op weg naar zijn desa vertelde hij dat zijn overgrootvader 138 jaar oud was.

Aangekomen in zijn huis zag ik daar een man die er indrukwekkend oud uitzag, maar desondanks opvallend vitaal leek te zijn. Zijn gehoor- en gezichtsvermogen functioneerden nog redelijk en zijn cognitieve vermogens waren volgens zijn achterkleinzoon nog goed. Auscultatoir vond ik aanwijzingen voor bronchitis en ik schreef een hoestdrank voor. Omdat het desahoofd mijn twijfel over de opgegeven leeftijd van zijn overgrootvader wel had opgemerkt, haalde hij een in het Nederlands geschreven oorkonde uit de ladekast. Daarin werd vermeld dat zijn overgrootvader, die met naam en woonplaats werd genoemd, in 1856 tijdens een grote overstroming als desahoofd een reddingsactie had geleid waarbij ook de Nederlandse resident werd gered. Desahoofd werd men in die tijd op Java vrijwel nooit vóór het 30e levensjaar. De man was dus waarschijnlijk tenminste 130 jaar oud. Op mijn vraag hoe hij zijn hoge ouderdom beleefde, kreeg ik een kort antwoord: ‘Er zijn geen vrienden meer’. Meer wilde hij niet zeggen. Hij stond nog wel toe dat ik van hem en zijn (veel jongere) vrouw een foto maakte (figuur).

Zijn achterkleinzoon vertelde mij bij het afscheid dat zijn overgrootvader er stilaan van overtuigd was geraakt dat zijn oproep in de grote administratie van Allah was zoekgeraakt. Dat maakte hem ongerust en somber. Maar 2 jaar later is zijn oproep toch gekomen.

Dat deze opvallend hoge menselijke leeftijd niet in de wereldliteratuur wordt vermeld, is uit de betreffende situatie wel verklaarbaar. De desa waar de hoogbejaarde woonde, was vrij afgelegen en de familie wilde beslist niet dat hij een bezienswaardigheid werd. Daarom werd zijn leeftijd al jarenlang verzwegen. Dat was mogelijk, omdat in die tijd de Javaanse desa nog een relatief geïsoleerde en gesloten gemeenschap vormde waarin de nieuwsvergarende media nog niet waren doorgedrongen.

J. Kremer
J.P.
Mackenbach

Rotterdam, december 2005,

Er is inderdaad geen absolute zekerheid, dat de in 1997 overleden mevrouw Calment de oudste vrouw is die ooit heeft geleefd. Wel is haar leeftijd bij overlijden de hoogste die ooit onomstotelijk is vastgesteld, dankzij de inspanningen van enkele gerontologen die hebben kunnen verifiëren dat zij dezelfde vrouw was als degene van wie in 1875 een goed bewaard gebleven geboortecertificaat werd opgemaakt.1 Het is weinig aannemelijk dat een dergelijke hoge leeftijd eerder is bereikt, omdat er gezien de sterftecijfers die ook op hoge leeftijd nog sterk verder toenemen in een bevolking grote aantallen 110-jarigen nodig zijn om uiteindelijk één 120-jarige op te leveren, zoals er ook aanzienlijke aantallen 100-jarigen nodig zijn om een enkele uit deze groep de 110e verjaardag te laten bereiken.

Het verhaal van collega Kremer over de 138-jarige dorpsoudste op Midden-Java doet enigszins denken aan de verhalen over de lange levensduur van sommige bewoners van de Kaukasus, die in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw korte tijd opgeld hebben gedaan, ook in West-Europa en Noord-Amerika. Zo vierden de leiders van de Sovjet-Unie in 1964 met enig vertoon de 156e verjaardag van een man uit Azerbeidzjan. Onafhankelijk onderzoek van het waarheidsgehalte van deze en andere claims heeft echter nooit plaats kunnen vinden, vanwege het ontbreken van deugdelijke geboorteregisters in deze regio in de 19e eeuw.2

De in ballingschap levende Russische geneticus Medvedev heeft deze verhalen ontzenuwd, door aannemelijk te maken dat veel van deze superoudsten de identiteit van hun vader of grootvader hebben aangenomen om tijdens de Eerste Wereldoorlog de militaire dienstplicht te ontlopen. Zo beschrijft hij het geval van een 128-jarige man die na het in een krant verschijnen van zijn foto werd ontmaskerd als 78-jarige.3

Of de door Kremer beschreven man werkelijk 138 jaar oud was, is dus moeilijk met zekerheid te zeggen. Daarvoor had het aangehaalde document op echtheid moeten worden onderzocht, en had vervolgens moeten worden vastgesteld of de betreffende man werkelijk degene was op wie het document betrekking had. Dat dit (50 jaar geleden) tot een positief resultaat zou hebben geleid, is niet onmogelijk, maar gezien het bovenstaande helaas weinig waarschijnlijk.

Overigens wordt sinds 9 december 2005 de claim dat mevrouw Hendrikje van Andel-Schipper enige tijd de oudst levende vrouw ter wereld was, niet langer erkend. Na verificatie van haar gegevens door gerontologen, wordt nu de Ecuadoraanse mevrouw Maria Esther Capovila aangemerkt als de vrouw die sinds 29 mei 2004 de langstlevende vrouw ter wereld is. Zij werd geboren op 14 september 1889 en is op dit moment 116 jaar oud (http://en.wikipedia.org/wiki/Supercentenarian).

J.P. Mackenbach
Literatuur
  1. Allard M, Lèbre V, Robine JM, Calment J. Jeanne Calment: from Van Gogh’s time to ours. 122 extraordinary years. New York: Freeman; 1998.

  2. Kirkwood T. Time of our lives. The science of human aging. Oxford: Oxford University Press; 1999.

  3. Medvedev ZA. Caucasus and Altay longevity: a biological or social problem? Gerontologist. 1974;14(5 pt 1):381-7.