Een pseudo-epidemie van kraamvrouwenkoorts

Klinische praktijk
V. Dietz
J.B. Derks
E.M. Mascini
H.W. Bruinse
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2003;147:2505-8
Abstract

Dames en Heren,

Al eeuwenlang worden fulminante infecties in het kraambed beschreven. Na 1600 lijkt steeds meer melding gemaakt te worden van kraamvrouwenkoorts, waarschijnlijk ten gevolge van het ontstaan van kraamklinieken, maar mogelijk ook ten gevolge van een toename van de virulentie van de verwekker. Alexander Gordon toont in 1795 als eerste aan dat de ziekte bijna altijd wordt overgebracht door een bepaalde obstetricus of verloskundige, maar helaas is het fenomeen besmettelijkheid dan nog onbekend. Het is Semmelweis die in 1846 in Wenen aantoont dat het wassen van de handen na elk lichamelijk onderzoek – met name na obducties – de sterfte van kraamvrouwen dramatisch doet dalen (van 11,4 naar 3). Pasteur toont in 1879 streptokokken aan in bloed en lochia van vrouwen met kraamvrouwenkoorts. Na een periode van een hoge prevalentie van en sterfte aan kraamvrouwenkoorts zet vanaf 1900 tot 1980 een aanzienlijke daling in. Deze daling in de…

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum Utrecht/Wilhelmina Kinderziekenhuis, Postbus 85.090, 3508 AB Utrecht.

Afd. Obstetrie: mw.V.Dietz, assistent-geneeskundige; dr.J.B.Derks en prof.dr.H.W.Bruinse, gynaecologen.

Eijkman-Winkler Centrum voor Microbiologie, Infectieziekten en Ontsteking, afd. Ziekenhuishygiëne en Infectiepreventie: mw.dr.E.M. Mascini, arts-microbioloog.

Contact mw.V.Dietz (v.dietz@azu.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Spijkenisse, januari 2004,

Ook in onze praktijk zagen wij in 2002 en 2003 een clustering van een groep-A-streptokokkeninfectie bij kraamvrouwen, zoals door Dietz et al. beschreven (2003:2505-8). Aanvullend onderzoek door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) te Bilthoven toonde eveneens geen epidemie of kruisbesmetting aan. Graag zouden wij nog een lans willen breken, in verband met de gewenste snelle diagnostiek, voor het maken van een grampreparaat van de cervix. In voorkomende gevallen wordt de bacteriologisch laborant, nadat haar de betekenis is uitgelegd, verzocht tijdens de dienst in huis te komen en een direct preparaat te maken. Vaak kijken wij mee en onze ervaring is dat vrijwel altijd de kenmerkende streptokokkenketens herkend kunnen worden. De bacterioloog wordt dan, uiteraard ook tijdens de dienst, gebeld en het beleid wordt bepaald. Binnen korte tijd na binnenkomst is de diagnostiek dus rond en eenieder op de hoogte van de ernst van de situatie.

F. Worst

Utrecht, februari 2004,

De door collega Worst genoemde ‘snelle diagnostiek’ vindt momenteel niet plaats in ons ziekenhuis. Wij zullen zeker onderzoeken of zijn voorstel ook binnen ons ziekenhuis haalbaar is. Dit zou een waardevolle aanvulling zijn op de huidige diagnostiek naar streptokokken groep A.

V. Dietz