Het Diagnostisch Kompas; een nieuwe bijdrage aan de diagnostiek

Klinische praktijk
A. Boer
E.W.M. Grijseels
J. Lambert
G.J.H. den Ottolander
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1997;141:1188-92
Abstract

Samenvatting

– De Ziekenfondsraad heeft naast het Farmacotherapeutisch Kompas nu een Diagnostisch Kompas uitgegeven.

– Doel is bij te dragen tot een rationeler en doelmatiger gebruik van diagnostische onderzoeken. De doelgroep bestaat uit de artsen die betrokken zijn bij de diagnostiek van patiënten.

– De gegeven informatie berust op resultaten van wetenschappelijk onderzoek en op bestaande gewoonten, standaarden en richtlijnen.

– Het boek bevat twee soorten ingangen: klinische ziektebeelden en diagnostische tests. De beide delen zijn als aanvulling op elkaar te gebruiken.

Auteursinformatie

Ziekenfondsraad, Medisch Advies College, Prof.J.H.Bavincklaan 2, 1183 AT Amstelveen.

A.Boer, arts; mw.dr.E.W.M.Grijseels, huisarts-redacteur; J.Lambert, internist-redacteur; dr.G.J.H.den Ottolander, internist-eindredacteur.

Contact A.Boer

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

J.W.
Noordzij

Weesp, juni 1997,

Ondanks de overstelpende hoeveelheid wetenschappelijke literatuur die ons reeds via tijdschriften en boeken bereikt, heeft de Ziekenfondsraad gemeend hier nog een hoeveelheid ter grootte van een telefoonboek aan te moeten toevoegen: het Diagnostisch Kompas(1997:1188-92). Had het eerder uitgegeven Farmacotherapeutisch Kompas nog een zekere waarde als actueel overzicht van verkrijgbare medicatie, de poging van collega Boer et al. om de bestaande diagnostische medische kennis te bundelen in een handig compact overzicht is mislukt. Ongetwijfeld hebben de auteurs met medewerking van een aantal deskundigen getracht de beschikbare ruimte zo goed mogelijk te benutten, maar dit was onmogelijk en zo is een onleesbaar boek ontstaan. Waren de standaarden, richtlijnen en opvattingen waarbij zij zeggen nauw aan te sluiten al vaak geabstraheerde samenvattingen van de werkelijke diagnostische praktijk, het resultaat in dit Kompas staat ver van de werkelijkheid. Daarnaast maakt de keuze van de doelgroep (onder anderen huisartsen, verpleeghuisartsen en medisch specialisten) duidelijk dat de auteurs de diagnostische vaardigheden van hun collegae niet hoog aanslaan. Wellicht dat dit Kompas bij medisch studenten in de smaak zal vallen als aanvulling op de examenstof; voor de medicus practicus zijn er betere alternatieven beschikbaar, zoals de bronnen die de auteurs al noemden en vele andere beknopte publicaties. De Ziekenfondsraad had zijn geld en de vele medewerkers hadden hun tijd beter kunnen gebruiken. Voor een dergelijke verregaande abstrahering van de gezondheidszorg is in deze tijd van individueel toegesneden zorg geen plaats.

J.W. Noordzij

Amstelveen, juni 1997,

Collega Noordzij reageert, zo lezen wij, op het Diagnostisch Kompas en niet zozeer op ons artikel als zodanig. Achtereenvolgens gaan wij op een aantal opmerkingen uit zijn reactie in.

Allereerst stelt hij dat de overstelpende hoeveelheid wetenschappelijke literatuur door de medicus practicus niet is bij te houden. Gelukkig komen er steeds meer mogelijkheden om wetenschappelijke bevindingen gebundeld en op de praktijk toegespitst aan de practicus aan te reiken. Daarin ligt dus juist een argument voor een medium als het Kompas. Daarbij zijn wij blij met de waarderende woorden over het Farmacotherapeutisch Kompas. Wij realiseren ons dat de algemene erkenning die het Farmacotherapeutisch Kompas zowel in de praktijk als in het onderwijs inmiddels heeft verworven niet automatisch bij een eerste druk is weggelegd voor het Diagnostisch Kompas. Zo is het Farmacotherapeutisch Kompas ook niet begonnen: dat heeft zijn plaats moeten verwerven, vooral door de hoge inhoudelijke kwaliteit.

Verder zijn er geen argumenten voor de stelling:‘... de poging van collega Boer et al. om de bestaande diagnostische medische kennis te bundelen in een handig compact overzicht is mislukt’. Dit hangt samen met het volgende punt: Noordzij meent dat het Diagnostisch Kompas een poging van ons is om de bestaande diagnostische medische kennis te bundelen in een handig compact overzicht. De werkelijkheid is dat noch ons artikel, noch het Diagnostisch Kompas van de Ziekenfondsraad die pretentie vermeldt. Het Diagnostisch Kompas heeft als doel bij te dragen tot de rationalisering van aanvullende diagnostiek. Voor een verdere uitleg van die bedoeling zij verwezen naar ons artikel. Dat doel is niet synoniem met de doelstelling die Noordzij bij ons veronderstelt. Zowel de selectie van onderwerpen als de manier waarop de onderwerpen worden gepresenteerd wordt in het Diagnostisch Kompas uitgebreid beargumenteerd vanuit het gegeven doel.

Een ander punt zijn de vele reacties die de Ziekenfondsraad tot nu toe heeft ontvangen; daaruit blijkt dat lezers juist de overzichtelijkheid van de teksten waarderen en tegelijkertijd vragen om uitbreiding van het Kompas met onderwerpen die in deze eerste druk nog niet aan de orde kwamen.

Vervolgens de vermeende abstractie van de werkelijke diagnostische praktijk. Voor elke vorm van protocollering, standaardontwikkeling en ook voor dit Kompas geldt dat de praktijk wordt ‘gestandaardiseerd’. In het voorwoord van het Kompas wordt dan ook opgemerkt dat geen enkele richtlijn op zichzelf toereikend is om individuele beslissingen te bepalen. Algemeen geldende richtlijnen moeten door de arts worden betrokken op de individuele situatie. Daarin ligt echter geen argument om geen standaard te maken of geen Kompas uit te brengen. Voor de opmerking van Noordzij over ‘abstrahering van de gezondheidszorg’ in relatie tot ‘individueel toegesneden zorg’ wordt verwezen naar de uitgebreide literatuur over toepassing van standaarden en richtlijnen. De ervaring met de invoering en toepassing van professionele richtlijnen leert nu juist dat de confrontatie van algemeen geldende aanbevelingen met de dagelijkse praktijk van grote betekenis is voor de optimalisering van het medisch handelen. Een voorbeeld daarvan is de opbloei van het farmacotherapieoverleg in de huisartsgeneeskunde, waar met behulp van richtlijnen als die van het Nederlands Huisartsen Genootschap, regionale formularia en het Farmacotherapeutisch Kompas de praktijk wordt getoetst aan de standaard en de standaard aan de praktijk. Naar onze opvatting is het juist een onderdeel van de professionele kwaliteit dat handelen getoetst wordt aan algemeen geldende richtlijnen, die per definitie altijd een abstractie van de werkelijkheid inhouden; daarin ligt de beperking maar juist ook de winst van die richtlijnen.

Voorts zijn wij blij met de verwachting van Noordzij dat het Diagnostisch Kompas wellicht zal dienen als aanvulling op de examenstof.

Tenslotte waardeert de Ziekenfondsraad reacties en constructieve kritiek vanuit de verschillende wetenschappelijke professies. Dat is in het Diagnostisch Kompas uitdrukkelijk vermeld. Constructieve reacties zijn van waarde voor een verdere kwaliteitsverbetering van het Diagnostisch Kompas. Indien er naar het oordeel van Noordzij en anderen verbeteringen mogelijk zijn (hetgeen wij uitdrukkelijk veronderstellen), zouden wij die graag in concreto vernemen.

A. Boer