E-healthtwijfels

Wim Opstelten
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2023;167:B2241

artikel

Wie mij niet persoonlijk kent, krijgt uit mijn schrijfsels op deze pagina misschien toch wel een indruk van wie ik ben. Ik schat: een rustige, ervaren huisarts, generalist pur sang, soms wat eigenzinnig en wars van flitsende digitale nieuwigheidjes… Bijna goed.

Zeker, ik loop niet voorop bij het in praktijk brengen van slimme en snelle e-tools, maar ook ik maak graag gebruik van digitale faciliteiten. Die zijn immers niet meer weg te denken uit onze spreekkamers: geen enkele huisarts zal meer met de papieren groene kaart werken, we attenderen onze patiënten op Thuisarts.nl, we verwijzen elektronisch en huisartsen en specialisten overleggen onderling steeds meer digitaal. En dat lijkt nog maar het begin. AI klopt ongeduldig aan onze praktijkdeuren om binnen te mogen komen. Met ogenschijnlijk best wel goede papieren: zo liet een inmiddels veelbesproken Amerikaans onderzoek zien dat ChatGPT online vragen van patiënten inhoudelijk beter beantwoordde dan artsen. En dat niet alleen: de chatbot was ook nog eens empathischer dan dokters van vlees en bloed! De digitale transformatie in de huisartsenzorg lijkt niet te stuiten.

‘Kunnen patiënten met een beperking nog wel meekomen?’

Deze ontwikkeling heeft zeker goede kanten. Waar de druk op de zorg toeneemt en het onzeker is of iedereen in de toekomst nog wel een eigen huisarts heeft, kan de digitale transformatie binnen ons vak bijdragen aan het behoud van de kernwaarden van de huisartsenzorg (D7190). Zo kunnen patiënten door e-consulten en beeldbellen laagdrempelig contact leggen met de huisartsenpraktijk, op ieder door hen gewenst moment. Je huisarts 24/7 onder handbereik, wie wil dat niet?

Maar er is een keerzijde. Die digitale ontwikkeling resulteert geleidelijk ook in een tweedeling tussen digitaal vaardigen en hen die minder goed kunnen omgaan met nieuwe technologieën: veel ouderen, anderstaligen of patiënten met een visuele of intellectuele beperking. Zij komen op achterstand te staan door die technologische innovaties.

En: prachtig dat de huisartsenzorg goed toegankelijk is, maar een erg lage drempel om je vragen te stellen en ongemakken te delen kan ook medicaliserend werken. Het delen van – vaak voorbijgaande – klachten in een vroeg stadium kan leiden tot overdiagnostiek en -behandeling. Daarnaast kan het een afhankelijkheid scheppen, waarbij de huisarts voor steeds meer wissewasjes en futiliteiten om raad wordt gevraagd. Ik schreef het al eerder: huisartsen zijn er niet voor alles… wel voor iedereen.

Auteursinformatie

Contact Wim Opstelten (w.opstelten@ntvg.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Het is in de e-health al niet anders als bij de fysieke huisartsenzorg: dokters zijn daar waar ze het minste nodig zijn, zoals al in 1971 door Julian Tudor Hart werd beschreven in the Lancet (de Inverse Care Law). En dat betekent concreet dat de zieken, zwakken en misselijken weer achter het net vissen als het gaat om goede zorg en dat de digitaal vaardigen zich verzekeren van de eerste rij als het gaat om aandacht van de artsen. De Co-Meds, Quins, Centric's  en Arene's van onze tijd laten dit duidelijk zien. 

Wim Heres, huisarts