Voorwaarden te stellen aan thuisbehandeling, toegespitst op kinderen met cystische fibrose

Klinische praktijk
G. Derksen-Lubsen
K.F. Kerrebijn
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1989;133:1118-21

Inleiding

Verschillende vormen van thuisbehandeling zijn de laatste jaren toepasbaar geworden, zoals factor VIII-toediening bij hemofiliepatiënten, continue ambulante peritoneale dialyse, cytostatische therapie, continue totale parenterale voeding en – bij kinderen nog slechts in enkele gevallen – beademing. Naast het voordeel dat de patiënt in zijn eigen omgeving verblijft en wellicht de dagelijkse bezigheden kan voortzetten – argumenten die bij kinderen zwaar tellen – zal behandeling thuis een belangrijke financiële besparing betekenen ten opzichte van de kosten van ziekenhuisopneming.

De bovengenoemde behandelingsvormen zijn intensief; een huisarts of wijkverpleegkundige zal ze niet volledig tot het takenpakket kunnen of zelfs mogen rekenen. Zo zijn de bevoegdheden van de wijkverpleegkundige voor het intraveneus toedienen van medicamenten beperkt zoals vermeld in de brief van oktober 1987 van de Geneeskundige hoofdinspectie (Van Gestel) aan alle artsen in Nederland, inzake de ‘injectie-instructie’ voor artsen en verpleegkundigen. De patiënt of familieleden zullen de behandeling geheel of gedeeltelijk zelfstandig…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Sophia Kinderziekenhuis, afd. Kindergeneeskunde, Postbus 70029, 3000 LL Rotterdam.

Mw.dr.G.Derksen-Lubsen en prof.dr.K.F.Kerrebijn, kinderartsen.

Contact mw.dr.G.Derksen-Lubsen

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties