Vijftig jaar plastische chirurgie in Nederland. II. Toelichting

Opinie
C.A.M. Oostrom
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2000;144:965-6
Abstract
Download PDF

artikel

Zie ook de artikelen op bl. 961, 966, 973, en 999.

De plastische chirurgie als zelfstandig specialisme heeft zich ontwikkeld uit de oorlogschirurgie. De eerste Nederlander die zich hiermee bezighield, dr. Johannes F.S. Esser, opereerde in 1915, in Oostenrijk en Hongarije, soldaten die in de Eerste Wereldoorlog waren verminkt. Ook Carel F.Koch, de tweede Nederlander die zich bekwaamde in de plastische chirurgie, deed zijn ervaring op via het slagveld. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1940 week hij uit naar Groot-Brittannië. Hij trad in de leer bij Sir Archibald McIndoe in East Grinstead, die beroemd was om zijn reconstructieve werk, met name bij piloten met ernstige brandwonden.

Na terugkeer uit de oorlog moest Koch strijd leveren met de gevestigde chirurgen in Nederland voor de erkenning van het nieuwe specialisme ‘plastische chirurgie’. In 1947 was hij de eerste als zodanig gekwalificeerde plastisch chirurg in Nederland, in het militair hospitaal in Arnhem en Amsterdam.

Het vakgebied van de plastische chirurgie is in de loop der jaren van zuiver reconstructieve chirurgie bij oorlogsslachtoffers uitgebreid in vele richtingen. In elke richting maakte het een enorme ontwikkeling door, getekend door het streven naar een verbetering van vorm en/of functie. Vandaar dat als thema voor het 10e lustrum is gekozen ‘Verandering’.

Plastisch chirurgen worden meestal direct (en uitsluitend) geassocieerd met esthetische (of cosmetische) chirurgie. Inderdaad is dit een wezenlijk, maar toch betrekkelijk klein deel van het totale vakgebied. De Nederlandse plastisch chirurgen bewegen zich op het gebied van de craniofaciale chirurgie, de microchirurgie en de reconstructieve chirurgie, toegespitst op aangeboren afwijkingen van hand, gelaat en genitaal apparaat en op afwijkingen na traumata of oncologische ingrepen. Een groot deel van alle handchirurgie in Nederland wordt verricht door plastisch chirurgen. De eisen die gesteld worden op het reconstructieve vlak, met name na trauma of oncologische ingrepen, worden steeds groter.

De ontwikkelingen in het vakgebied weerspiegelen zich ook in de organisatie van de plastisch chirurgen. Op 7 oktober 1950 vond in Amsterdam de oprichtingsvergadering plaats van de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC). In 1956 waren er nog maar 7 leden. Inmiddels zijn 144 Nederlandse plastisch chirurgen werkzaam. In andere landen bestond het specialisme al langer: de eerste echte plastisch-chirurgische vereniging is waarschijnlijk de American Society of Plastic and Reconstructive Surgery, die in 1931 werd opgericht. In Europa werden de verenigingen na de Tweede Wereldoorlog opgericht: de Engelse in 1947, de Scandinavische in 1951 en de Franse in 1953. Nederland was er dus snel bij.

In 1970 werd de naam van de vereniging gewijzigd in: Nederlandse Vereniging voor Plastische en Reconstructieve Chirurgie (NVPRC). In deze benaming komt beter tot uiting dat plastische chirurgie meer inhoudt dan ‘luxe mooimakerij’.

Op 23 november 1995 werd de naam opnieuw veranderd: Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie, met de subtitel ‘handchirurgie, reconstructieve en esthetische chirurgie’. Met deze aanpassing wordt andermaal uitdrukking gebracht dat de vlag ‘plastische chirurgie’ een zeer gevarieerde lading dekt.

De NVPC viert deze maand haar 50-jarig bestaan. Dit is de aanleiding om in een korte reeks artikelen een aantal deelgebieden van het vak plastische chirurgie nader te belichten. Uit de artikelen zal blijken welke vele veranderingen binnen het vak de afgelopen jaren zijn opgetreden.

Auteursinformatie

Medisch Spectrum Twente, afd. Plastische Chirurgie, Postbus 50.000, 7500 KA Enschede.

Mw.C.A.M.Oostrom, plastisch chirurg.

Ook interessant

Reacties