Verwijzing voor mammogram vaak niet volgens richtlijn

Onderzoek
Dalith Lodder-van der Vlies
Kitty E. Droogh-de Greve
Jos L.M. de Win
Hester J. van der Zaag-Loonen
J.A. Rykel van Bruggen
Hetty P. Markestein
Jan Willem C. Gratama
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2015;159:A8636
Abstract

Samenvatting

Doel

Onderzoeken bij hoeveel vrouwen met een familiaire belasting voor mammacarcinoom die door de huisarts verwezen zijn voor een screenend mammogram dit plaatsvindt volgens de richtlijn 'Mammacarcinoom' van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL).

Opzet

Prospectieve cohortstudie.

Methode

Vrouwen die in de periode december 2011-december 2012 door de huisarts werden verwezen voor een mammogram met als indicatie 'familiaire belasting', werden uitgenodigd deel te nemen aan dit onderzoek. Een getrainde radiologisch laborant nam een gestructureerde vragenlijst af om het risico in te schatten volgens de categorieën van de IKNL richtlijn 'Familiair mamma/ovariumcarcinoom' uit 2008. Op basis van de aanwezigheid van bepaalde risicofactoren deelden we vervolgens de vrouwen in in een van de volgende groepen: verwijzing voor mammogram, verwijzing naar de klinisch geneticus of geen verwijzing noodzakelijk.

Resultaten

242 vrouwen werden door de huisarts naar de afdeling Radiologie verwezen voor een mammogram vanwege familiaire belasting; we includeerden 210 vrouwen in ons onderzoek. De leeftijd varieerde van 25-77 jaar (gemiddelde: 48 jaar). 45 patiënten (21%) werden conform de richtlijn verwezen voor mammografie, 22 (10%) dienden volgens de richtlijn naar de klinisch geneticus verwezen te worden en 143 (68%) voldeden niet aan de criteria voor screening buiten het bevolkingsonderzoek.

Conclusie

Bij slechts 21% van de patiënten die de huisarts verwijst voor een screenend mammogram met als vermelde reden 'familiaire belasting', gebeurt dit conform de NHG-standaard of de IKNL-richtlijn. Bij het merendeel van de vrouwen was er volgens de richtlijn geen indicatie voor screening buiten het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Bij 10% van de verwezen vrouwen had verwijzing moeten plaatsvinden naar de klinisch geneticus; dit was zelf 20% volgens de IKNL-richtlijn uit 2012.

Auteursinformatie

Gelre Ziekenhuizen, Apeldoorn.

Afd. Radiologie: drs. D. Lodder-van der Vlies, radioloog in opleiding; drs. K.E. Droogh-de Greve, drs. J.L.M. de Win, en dr. J.W.C. Gratama, radiologen; H.P. Markestein, BHS, radiodiagnostisch laborant.

Afd. Leerhuis: dr. H.J. van der Zaag-Loonen, epidemioloog.

Huisartspraktijk van Bruggen, Apeldoorn.

Dr. J.A.R. van Bruggen, huisarts.

Contact drs. D. Lodder-van der Vlies (d.van.der.vlies@gelre.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Dalith Lodder-van der Vlies ICMJE-formulier
Kitty E. Droogh-de Greve ICMJE-formulier
Jos L.M. de Win ICMJE-formulier
Hester J. van der Zaag-Loonen ICMJE-formulier
J.A. Rykel van Bruggen ICMJE-formulier
Hetty P. Markestein ICMJE-formulier
Jan Willem C. Gratama ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties