Uitkomsten van zwangerschapsafbreking wegens foetale congenitale of chromosomale afwijkingen en bij intra-uteriene vruchtdood door middel van mifepriston oraal en/of misoprostol vaginaal; resultaten van een retrospectieve studie

Onderzoek
M.T.P.G. Verhulsdonk
D.N.M. Papatsonis
R. Heydanus
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:815-20
Abstract

Samenvatting

Doel

Evaluatie van het behandelingsschema met mifepriston en misoprostol bij afbrekingen van de zwangerschap in het 2e trimester en bij intra-uteriene vruchtdood (IUVD) in het 2e of 3e trimester, met als primaire uitkomst de tijdsduur tot aan de partus. Secundair werd gekeken naar complicaties, behoefte aan pijnstilling en bijwerkingen.

Opzet

Retrospectief statusonderzoek.

Methode

Gegevens werden verzameld van patiënten met een inleiding van de bevalling vanwege IUVD en van patiënten met zwangerschapsafbrekingen vanwege een ernstige foetale congenitale of chromosomale afwijking in het Amphia Ziekenhuis te Breda, gedurende de periode 1 september 2002 tot 1 september 2005. Exclusiecriteria waren: voortijdig gebroken vliezen, het spontaan in partu raken, en inductie van de baring door een intracervicaal ingebrachte ballonkatheter.

Resultaten

De totale onderzoeksgroep bestond uit 99 patiënten, van wie de gemiddelde leeftijd in de groep met IUVD 32 jaar bedroeg en 33 jaar was in de groep met zwangerschapsafbreking. De mediane zwangerschapsduur van de patiënten met IUVD was 21 weken; van patiënten met een foetale indicatie voor zwangerschapsafbreking was deze 19 weken. De mediane behandelduur van patiënten met IUVD was 10 h (uitersten: 1-29) en die van patiënten met zwangerschapsafbreking op foetale indicatie was 8 h (uitersten: 3-39); dit verschil was statistisch significant (p = 0,02). De gemiddelde behandelduur verschilde niet significant tussen beide groepen. Van de groepen patiënten met IUVD en met zwangerschapsafbreking beviel respectievelijk 96 en 92 binnen 24 h. Operatieve placenta- of placentarestverwijdering vond plaats bij 33 van de totale groep. Er was geen statistisch significant verschil in mediane behandelduur tussen nulli- en multiparae; wel was de kans op operatieve placenta- of placentarestverwijdering 5 keer groter in de groep nulliparae (p < 0,05). Er was geen melding van een uterusruptuur. In de totale groep trad bij 6 fluxus post partum op, bij 18 koorts, bij 15 misselijkheid en bij 5 braken. Vanwege wens tot pijnstilling onderging 28 epidurale analgesie en werd aan 24 pethidine toegediend.

Conclusie

De mediane behandelduur bij patiënten met een inleiding van de bevalling vanwege IUVD was langer dan bij patiënten met zwangerschapsafbrekingen op foetale indicatie. De incidentie van secundaire uitkomsten zoals complicaties, behoefte aan pijnstilling en bijwerkingen was conform eerdere studies met mifepriston en misoprostol.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:815-20

Auteursinformatie

Amphia Ziekenhuis, locatie Langendijk, afd. Verloskunde en Gynaecologie, Postbus 90.157, 4800 RL Breda.

Mw.M.T.P.G.Verhulsdonk, assistent-geneeskundige; hr.dr.D.N.M.Papatsonis en hr.dr.R.Heydanus, gynaecologen.

Contact hr.dr.D.N.M.Papatsonis (hoog.pap@wxs.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties